SYLLABUS
DEEL1 : Inleiding creatief denken, agogisch werken en lagen van verandering
1 WAT IS CREATIEF DENKEN?
1.1 IK BEN NIET CREATIEF EN ANDERE MISVATTINGEN
Misvattingen
o Je bent creatief of je bent het niet
o Mijn omgeving belet me om creatief te zijn
1.2 DENKEN EN DENKPATRONEN
! Denken is het verwerken van informatie!
2 soorten informatie
o Simpele info (bv: veters strikken, koffiezetten, …)
o Complexe info (bv: vraagstukken oplossen, lesvoorbereiding maken, …)
Via zintuigen prikkels waarnemen
! Denkpatronen zijn clusters van gegevens die we als cluster kunnen herkennen en die we zullen opslaan als we er succes mee
hebben!
Ons denksysteem:
o Snel complexe info verwerken
o Patronen snel kunnen leren
o Denkpatronen ophalen en opnieuw toepassen
Na een tijdje gebeurd dit automatisch
! Een ervaring is het totaal van de patronen en gewoonten die we hebben opgebouwd in het verleden, zodat we efficiënt en
effectief kunnen handelen in een bepaalde context!
1.3 DOORBREKEN VAN DENKPATRONEN = CREATIEF DENKEN
Negatief (niet doorbreken)
o Zonder het doorbreken van patronen kunnen stereotiepe beelden ontstaan
o Het verhindert ons om innovatief te zijn
Positief (doorbreken)
o Brengt nieuwe ideeën
Hiervoor moet je wel je denkpatroon herkennen en de mogelijkheid zoeken om dat denkpatroon te
verruimen
! Creatief denken is een geheel van denkattitudes , denkvaardigheden, denktechnieken en denkprocessen die de kans op
patroondoorbreking en het leggen van nieuwe verbindingen in onze hersenen vergroten!
2 WAT IS AGOGISCH DENKEN EN HANDELEN?
2.1 AGOGIEK IS DE LEER VAN DE VERANDERINGSPROCESSEN
! Agogiek is de leer van het doen veranderen van mensen. Deze sociale wetenschap bestudeert hoe mensen veranderen en
geeft aanwijzingen over de manier waarop deze veranderingsprocessen kunnen worden beïnvloed en begeleid. Agogiek geeft
1
,voorschriften rond het interveniëren in menselijke veranderingsprocessen. Agogie verwijst naar de activiteit zelf van het
interveniëren in veranderingsprocessen, het agogisch handelen op zich!
Pedagogiek (kinderen) + Andragogie (volwassenen)
2.2 KENMERKEN VAN AGOGISCHE WERKEN
Methodiek
o Een doelgerichte en systematische werkwijze is een kenmerk van agogische benadering
o Van tevoren is een nadrukkelijk doel vastgelegd en een bepaalde systematische werkwijze afgesproken
Open en eerlijke beïnvloeding
o Interactie en wederkerigheid
o Voortdurende actie en reactie
o Goed weten waar de grenzen liggen tussen beïnvloeden, indoctrinatie en manipulatie
! Een agogische benadering houdt in dat je met de ander in gesprek/contact probeert te komen en je werkt vanuit dit contact
bewust en methodisch aan verandering!
2.3 GOED CONTACT IS EEN VOORWAARDE OM AGOGISCH TE KUNNEN WERKEN
Gevolgen als kinderen niet het gevoel hebben dat er wordt geluisterd naar hen:
o Verliezen van zelfvertrouwen
o Onzeker worden
o Minder gaan presteren dan ze feitelijk kunnen
Goed contact
o Écht luisteren technieken nodig
2.3.1 POSITIEVE IMPACT VAN CONTACT
VERBINDING!!! geeft kinderen goed gevoel van veiligheid stimuleert hun zelfvertrouwen goede schoolprestaties
Het contact tussen leerkracht en kinderen heeft een invloed op hoe de kinderen de schooldag beleven
o Humeur van de leerkracht
o Vriendelijkheid, enthousiasme, openheid
Invloed op sfeer in de klas
Goed contact = efficiënt het vraagt energie MAAR jet levert ook op
3 RAAKVLAKKEN TUSSEN CREATIEF EN AGOGISCH DENKEN
Creatief denken en agogisch handelen gaan hand in hand
2
, 3.1 VOORWAARDEN VOOR EEN POSITIEF CONTACT IN VERANDERINGSPROCESSEN
Voorwaarde Jij De ander
Open staan Je hebt aandacht en voelt zin en Is niet per definitie afkerig van jouw
energie om contact te maken (je staat contact
open voor contact)
Belangstelling/nieuwsgierigheid Je bent nieuwsgierig om te weten wie Is bereid te onderzoeken wat jij voor
de ander is en wat hem/haar bezig hem/haar kan betekenen
houdt, om te leren van de ander
Open vragen Je bent in staat vanuit je Is bereid over je vragen na te denken en
nieuwsgierigheid open en prikkelende er antwoord op te geven
vragen te stellen
Waarnemen zonder oordeel Je neemt de ander waar, Je observeert Neemt jou waar. Kijkt, luistert, voelt
zonder oordeel en zonder waarde te
hechten aan je observatie
Contact met jezelf Je houdt contact met jezelf, je eigen Is enigszins in staat om te gaan met de
emoties en behoeften eigen emoties en behoeften
Voorwaarden niet voldaan + negatieve reactie
Voorwaarde Jij voldoet niet aan de voorwaarde De ander (negatieve reactie)
Open staan Je ‘doet’ alsof je open staat Ervaart jou niet congruent en vertrouwt je niet en
houdt contact af
Belangstelling/ De ander kan je niet echt boeien Vindt jou ook niet de moeite waard en gaat
nieuwsgierigheid wegkijken, lezen, kortom: haakt af
Open vragen Je stelt gesloten (controle) vragen of vragen Denkt niet na, neemt geen verantwoordelijkheid voor
met een ingebouwde mening/ beoordeling het gesprek en de afspraken, gaat ontwijken, is niet
(suggestieve vragen) betrokken
Waarnemen Je hebt al een vast beeld in je hoofd, weet al Voelt zich niet gezien en gehoord, verliest respect
zonder oordeel hoe het zit voor je, gaat toneel spelen
Contact met Je bent geëmotioneerd, boos, verdrietig, met je Raakt jou kwijt, weet niet wat je van hem/ haar wilt,
jezelf hoofd ergens anders en raakt jezelf kwijt wordt onzeker haakt af
3