DEEL 1: SOCIALE PSYCHOLOGIE: KERNTHEMA’S
H1: inleiding
H1: INLEIDING
1. de mens is een sociaal dier
2. sociale psychologie: definities & verwante disciplines
2.1 definitie sociale psychologie
2.2 de kracht van de sociale situatie
a. beïnvloeding door anderen
b. de kracht van de reactie van anderen
2.3 verwante disciplines
2.4 andere psychologische domeinen
2.5 sociale psychologie en mensenkennis
3. de geschiedenis van de sociale psychologie
3.1 beginjaren 1880-1935
a. Le Bon
b. Ringelmann/Fére
3.2 jaren van bevestiging 1935-1960
3.3 groei en debat 1960-1975
3.4 methodologisch en inhoudelijk pluralisme 1975-heden
4. sociale psychologie in de 21e E
4.1 hersenonderzoek
4.2 het internet
4.3 sociaal-culturele perspectieven
4.4 open wetenschap
Wetenschappelijke studie 3 kenmerken:
- Streven naar kennisopbouw
- Empirisch karakter: experimenten
o Experimentele groep vergelijken met de controlegroep door een
interventie/stimuli toe te dienen aan de experimentele groep
o = bepaalde zaken (onafhankelijke variabele/oorzaak) manipuleren om te zien
wat er verandert in de afhankelijke variabele
1
, - Systematische benadering (testbaarheid, stappen zo nauwkeurig beschrijven dat het
kan worden nagebootst)
Newcomb – Bennington College study
Kracht van de situatie. Bevordert de participatie aan het hoger onderwijs een politiek
progressieve houding?
- Verpleegsteropleiding voor meisjes uit welvarende gezinnen dus conservatief
opgevoed
- School was liberaal
- Meisjes werden hoe langer daar op school, hoe linkser
- Vertoonden jaren later nog steeds meer politieke participatie dan andere vrouwen
van hun leeftijd
è het hoger onderwijs heeft hun denkprocessen beïnvloed en bevorderde linkse houdingen
Verklaring: scala aan ervaringen + ontmoetingen met studiegenoten, in aanraking met vele
opvattingen
Vaak multilevel analyse: nagaan of de verbanden tussen variabelen op individueel niveau
bepaald worden door de variabelen gemeten op collectief niveau
Gustave le Bon – Psychologie des Foules 1895
- Eerste sociaalpsycholgische bijdrage: relateren van massageweld (sociologisch
fenomeen) aan processen binnen het individu (psychologische principes)
è de massa bezorgt het individu een gevoel van anonimiteit waardoor hij het gevoel van
verantwoordelijkheid verliest
Max Ringelmann/Féré – 1880
Eerste sociaalpsychologische experimenten
- Vergelijking groepsprestaties met individuele prestaties (touwtrekken, Ringelmann)
o Vroeg zich af of prestatie vermindert als de groep groter wordt
- Vergelijking prestatie alleen vs. in de aanwezigheid van anderen (Féré)
è in groep presteert men minder dan alleen
è beter presteren indien anderen aanwezig
H2: onderzoeksmethoden
H2: ONDERZOEKSMETHODEN
2
,1. de ontwikkeling van hypothesen
1.1 een goed idee
1.2 opzoeken van psychologische literatuur
1.3 hypothesen en theorieën
2. het operationaliseren van sociaalpsychologische variabelen (concept – operationalisatie)
2.1 zelfbeschrijving
a. schaal van subjectief welbevinden
b. schaalankers
2.2 gedragsobservatie
a. volgorde-effect
3. ideeën testen: onderzoeksplannen
3.1 beschrijvend onderzoek
a. observationeel onderzoek
b. archiefonderzoek
c. opiniepeiling
3.2 co-relationeel onderzoek: relatie tussen variabelen
a. correlatiecoëfficiënt
b. interactie-effect
3.3 experimenten: manipuleren van de situatie
a. interne validiteit
b. experimenteel onderzoek termen
§1 onafhankelijke variabelen
§2 afhankelijke variabelen
§3 hoofdeffect
§4 interactie-effect
c. experimenteel onderzoeksplan
d. externe validiteit
4. ethiek en waarden
4.1 geïnformeerde toestemming
4.2 debriefing
4.3 waarden & wetenschap
3
, KEZ-wedstrijd – volgorde-effect
Positie wanneer je moet optreden wordt at random bepaald. Doet je vermoeden dat
volgorde niet van belang is voor je score
è stijgende gradiënt, degene die eerder op de avond optreedt, scoort steeds lager dan de
tweede (volgorde-effect doet zich ook voor binnen de week)
Co-relationeel onderzoek – interactie-effect – Caspi
Effect van kindermishandeling op het overgaan tot antisociaal gedrag
è algemeen: positief verband
è co-relatie groter wanneer MAOA niet zo hoog is (positieve neurotransmitters) =
interactie-effect
è dezelfde context zorgt echter niet bij ieder individu voor dezelfde (extreme) gevolgen
Bobo-Doll experiment – Bandura
Agressief gedrag tov een pop werd geïmiteerd door kinderen
4
H1: inleiding
H1: INLEIDING
1. de mens is een sociaal dier
2. sociale psychologie: definities & verwante disciplines
2.1 definitie sociale psychologie
2.2 de kracht van de sociale situatie
a. beïnvloeding door anderen
b. de kracht van de reactie van anderen
2.3 verwante disciplines
2.4 andere psychologische domeinen
2.5 sociale psychologie en mensenkennis
3. de geschiedenis van de sociale psychologie
3.1 beginjaren 1880-1935
a. Le Bon
b. Ringelmann/Fére
3.2 jaren van bevestiging 1935-1960
3.3 groei en debat 1960-1975
3.4 methodologisch en inhoudelijk pluralisme 1975-heden
4. sociale psychologie in de 21e E
4.1 hersenonderzoek
4.2 het internet
4.3 sociaal-culturele perspectieven
4.4 open wetenschap
Wetenschappelijke studie 3 kenmerken:
- Streven naar kennisopbouw
- Empirisch karakter: experimenten
o Experimentele groep vergelijken met de controlegroep door een
interventie/stimuli toe te dienen aan de experimentele groep
o = bepaalde zaken (onafhankelijke variabele/oorzaak) manipuleren om te zien
wat er verandert in de afhankelijke variabele
1
, - Systematische benadering (testbaarheid, stappen zo nauwkeurig beschrijven dat het
kan worden nagebootst)
Newcomb – Bennington College study
Kracht van de situatie. Bevordert de participatie aan het hoger onderwijs een politiek
progressieve houding?
- Verpleegsteropleiding voor meisjes uit welvarende gezinnen dus conservatief
opgevoed
- School was liberaal
- Meisjes werden hoe langer daar op school, hoe linkser
- Vertoonden jaren later nog steeds meer politieke participatie dan andere vrouwen
van hun leeftijd
è het hoger onderwijs heeft hun denkprocessen beïnvloed en bevorderde linkse houdingen
Verklaring: scala aan ervaringen + ontmoetingen met studiegenoten, in aanraking met vele
opvattingen
Vaak multilevel analyse: nagaan of de verbanden tussen variabelen op individueel niveau
bepaald worden door de variabelen gemeten op collectief niveau
Gustave le Bon – Psychologie des Foules 1895
- Eerste sociaalpsycholgische bijdrage: relateren van massageweld (sociologisch
fenomeen) aan processen binnen het individu (psychologische principes)
è de massa bezorgt het individu een gevoel van anonimiteit waardoor hij het gevoel van
verantwoordelijkheid verliest
Max Ringelmann/Féré – 1880
Eerste sociaalpsychologische experimenten
- Vergelijking groepsprestaties met individuele prestaties (touwtrekken, Ringelmann)
o Vroeg zich af of prestatie vermindert als de groep groter wordt
- Vergelijking prestatie alleen vs. in de aanwezigheid van anderen (Féré)
è in groep presteert men minder dan alleen
è beter presteren indien anderen aanwezig
H2: onderzoeksmethoden
H2: ONDERZOEKSMETHODEN
2
,1. de ontwikkeling van hypothesen
1.1 een goed idee
1.2 opzoeken van psychologische literatuur
1.3 hypothesen en theorieën
2. het operationaliseren van sociaalpsychologische variabelen (concept – operationalisatie)
2.1 zelfbeschrijving
a. schaal van subjectief welbevinden
b. schaalankers
2.2 gedragsobservatie
a. volgorde-effect
3. ideeën testen: onderzoeksplannen
3.1 beschrijvend onderzoek
a. observationeel onderzoek
b. archiefonderzoek
c. opiniepeiling
3.2 co-relationeel onderzoek: relatie tussen variabelen
a. correlatiecoëfficiënt
b. interactie-effect
3.3 experimenten: manipuleren van de situatie
a. interne validiteit
b. experimenteel onderzoek termen
§1 onafhankelijke variabelen
§2 afhankelijke variabelen
§3 hoofdeffect
§4 interactie-effect
c. experimenteel onderzoeksplan
d. externe validiteit
4. ethiek en waarden
4.1 geïnformeerde toestemming
4.2 debriefing
4.3 waarden & wetenschap
3
, KEZ-wedstrijd – volgorde-effect
Positie wanneer je moet optreden wordt at random bepaald. Doet je vermoeden dat
volgorde niet van belang is voor je score
è stijgende gradiënt, degene die eerder op de avond optreedt, scoort steeds lager dan de
tweede (volgorde-effect doet zich ook voor binnen de week)
Co-relationeel onderzoek – interactie-effect – Caspi
Effect van kindermishandeling op het overgaan tot antisociaal gedrag
è algemeen: positief verband
è co-relatie groter wanneer MAOA niet zo hoog is (positieve neurotransmitters) =
interactie-effect
è dezelfde context zorgt echter niet bij ieder individu voor dezelfde (extreme) gevolgen
Bobo-Doll experiment – Bandura
Agressief gedrag tov een pop werd geïmiteerd door kinderen
4