Hoorcollege
Afmetingen van eengezinswoningen in Nederland
• Woningbreedte: gemiddeld 5–6 meter
→ Dit is hoe breed een huis is, gemeten langs de straatkant (voorkant van het huis).
• Kaveldiepte: gemiddeld 20–25 meter
→ De lengte van het perceel waar het huis op staat, van de voorkant tot aan de achterkant
van de tuin.
• Blokdiepte: gemiddeld 40–50 meter
→ De totale diepte van een bouwblok (meestal twee rijen huizen met achtertuinen tegen
elkaar aan).
• Gebaseerd op een bouwblok met aan beide kanten woningen
→ Hiermee wordt bedoeld dat de cijfers gelden voor een standaard woonblok met huizen
aan de voorkant én aan de achterkant (twee rijen tegenover elkaar). Dus weg-huis-tuin-tuin-
huis-weg
Ontsluitingstypen – Inhoudsopgave
1. Galerij
2. Portieketageflat
3. Haags portiek
4. Centrale ontsluiting
5. BeBo (Beneden-Bovenwoning / duplex)
6. Corridor
7. Diverse ontsluitingen
,1. Galerij
• Wat is het? Een lange loopgang aan de buitenkant van het
gebouw waaraan je je woning binnenkomt.
• Kenmerken:
o Eén centrale ontsluiting voor het hele
woongebouw (vaak één lift).
o Je komt via de gevel je woning binnen.
o De galerij zit aan één kant van het gebouw; de
andere kant kan ruimte hebben voor balkon of ramen.
o Buren zitten horizontaal naast elkaar.
• Bijzonder gebruik: Soms wordt de galerij ook gebruikt als geluidsbuffer tegen bijvoorbeeld
een snelweg (zoals bij “De Tribune” langs de A10).
2. Portieketageflat
• Wat is het? Een gebouw met meerdere
ingangen (portieken), elk met een eigen trap of
lift voor een paar woningen.
• Kenmerken:
o Meerdere entrees per gebouw.
o Per portiek een eigen trap of lift.
o Je komt binnen in het midden van de
woning.
o Balkons kunnen aan beide kanten zitten.
, o Buren zitten boven/onder elkaar → verticale relatie.
• Ontwikkeling: In latere jaren is dit type vaak vervangen of uitgebreid met galerijen.
3. Haags portiek
• Wat is het? Een typisch type uit Den Haag, lijkend op de
portieketageflat, maar compacter.
• Kenmerken:
o Meerdere entrees per gebouw.
o Alleen trappen, geen lift.
o Woningentree zit in het midden van de woning.
o Balkons kunnen aan beide kanten zitten.
o Je deelt de trap met je boven-/onderburen →
relatie met buren in trappenhuis.
o De voordeur zit meestal recht aan de straat.
, 4. Centrale ontsluiting
• Wat is het? Je komt via één centrale entree en lift/trap in het
midden van het gebouw bij de woningen.
• Kenmerken:
o Eén entree per gebouw.
o Centrale lift met trappenhuis eromheen.
o De woningen liggen om de kern heen.
o Gebouw is vaak aan meerdere kanten gericht (alzijdig).
o Buren zitten boven/onder én rondom → verticale en
centrale relatie.
o Ook hier zit de entree meestal direct aan de straat.