Inge Decleir
Examen/toetsing:
Paper: korte oorzaak + economische gevolgen (die we nog niet kennen)
→maximum teruggaand van 2020
→examen: helft van de examenvragen komt uit de eerste 3 hoofdstukken
→lampje op pwp: vraag op het examen
Optimisme is een morele plicht: beter alles halfvol zien dan half leeg
Armoedegraad in de wereld is enorm gezakt
Gevolgen: pensioenleeftijd optrekken want meer en langer pensioen dan vroeger omdat
levensverwachting stijgt.
Maatschappelijk verantwoorde economie:
=MVO
→People, planet, profit
, Hoofdstuk 0: Wat is economie?
1. Inleiding
Aantal trends:
•Globalisering van de wereldeconomie: veel bedrijven groeien door wereldeconomie
Toenemende Urbanisatie (en structuur van de bevolking)
→Meer en meer mensen komen samen rond de grote steden
•Technologie
IoT, dataficatie, kracht van computers, algoritmes…
•Planeet
Uitputting, disruptie, extremen…
→zie doughnut economics Kate Raworth
•Mens: de mens handelt rationeel, daar gaan wij in de economie van uit.
Begrijpen van wereldproblemen
•Armoede in de wereld
•Honger
•Invloed van de opkomende economieën (BRIC-landen)
→BRIC: Brazillië, Rusland, China, India + Zuid-Africa zou erbij komen (=BRIC’s)
•Kan economie groeien zonder het milieu te schaden?
→SDG= sustainable development goals
0.1. Doel van economische wetenschap
Het nut van economische analyse is het gevolg van de spanning die ontstaat tussen enerzijds
de individuele en collectieve behoeften van een samenleving enerzijds en anderzijds de
schaarse beschikbare middelen
,→collectieve behoeften: vb: wegen
→individuele behoeften: vb: een mooie trui
→schaarse middelen door beperking van de middelen
=economie is een keuzeprobleem
•Behoefte (worden niet onderzocht op hun morele waarde)
•Schaarse middelen (beperktheid van ons inkomen)
→Definitie: verlangende hoeveelheid > beschikbare hoeveelheid (indien het gratis is)
KEUZEPROBLEEM: EXAMEN!
Middelen zijn nuttig=als het een behoefte bevredigt
Middelen zijn schaars= er zijn er genoeg van, maar als het gratis ter beschikking zou staan zou
er een tekort zijn
Vb: auto’s, dus een waarde erop kleven
Ontstaan economisch keuzeprobleem
Definitie economisch principe: met de gegeven middelen een maximale behoeftebevrediging
verkrijgen
→Als we rationeel denken, kiezen we voor datgene dat nuttig is.
→Definitie economie: ‘Een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse
middelen’
0.2. Welvaart en welzijn
Welvaart = mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften
kunnen voorzien.
→hoe gaat het economisch gezien
Welzijn = ruimer (welbevinden), ook bevrediging van verlangens zonder schaarse middelen
→hoe voel je u
Kan welzijn zonder welvaart ?
→Je hebt welvaart nodig om het welzijn te kunnen verhogen.
0.3. Soorten goederen
• Vrije goederen (niet-schaarse goederen)
→zijn onbeperkt als het gratis ter beschikking staat
• Economische goederen (individuen, bedrijven, overheid)
, →daarvoor moeten we een prijs betalen
•Zuiver individuele goederen
•Fiets, auto,
•RIVALITEIT & UITSLUITBAAR
=als iemand het koopt kan iemand anders het niet meer kopen
•Zuiver collectieve goederen
•Brandweer
•NIET RIVALISEREND & NIET UITSLUITBAAR
•Quasi collectieve goederen
•Overheid doet de organisatie
•RIVALITEIT & UITSLUITBAAR
•Onderwijs
=OH doet de organisatie, goederen waarvoor de consument een kleine meerprijs moet betalen
•Consumptie en Investeringsgoederen
•Gebruik & Verbruiksgoederen
→gebruik: vb aanschaf van een wasmachine (kan je vaker gebruiken)
→verbruik: vb gaan eten bij een restaurant (kan je maar één keer gebruiken)
0.4. Consumptie en productie
•Consumptie, productie en productiefactoren ( →PF zijn nodig voor de productie)
Productiefactoren:
•Arbeid, kapitaal, natuur en ondernemingsschap (=de mensen die ervoor zorgen dat er van
grondstoffen een afgewerkt product komt)
0.5. De methode
•Inductieve methode (feitelijke statistische gegevens)
→van een theorie een besluit trekken
•Deductieve methode (vertrekt van Axioma’s en wetmatigheden)
→theorie opbouwen door verschillende veronderstellingen en besluiten
0.6. Ceteris Paribus
• één variabele verandert
• Alle andere variabelen blijven constant
=De term "ceteris paribus" wordt vaak gebruikt in de economie om een situatie te beschrijven
waarin één determinant van vraag of aanbod verandert, terwijl alle andere factoren gelijk
blijven.
0.7. Micro, meso en macro-economie
• MICRO: Gedrag van een individueel persoon, gezin, bedrijf,…
• MACRO: Alle gezinnen, alle bedrijven,…
• MESO: bepaalde groep gezinnen, sector, regio,..