100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Inleiding bestuursrecht RB0102

Beoordeling
-
Verkocht
5
Pagina's
41
Geüpload op
15-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze samenvatting is gebaseerd op alle verplicht leerstof voor het vak Inleiding bestuursrecht. Het leerboek, de hoorcolleges, de oefententamens en de opdrachten zijn uitgewerkt. Ik heb het vak in één keer gehaald met een 7,9.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
15 augustus 2025
Aantal pagina's
41
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inleiding bestuursrecht
Leereenheid 1:
Opzoeken juridische relevante informatie

Leereenheid 2:
Par. 1.1.3, 2.4, 2.5, 2.7, 2.8 en 2.9
Bevoegdheden en wetmatigheid van bestuur:
Om te besturen beschikt het bestuur over bevoegdheden om algemeen verbindende
voorschriften vast te stellen. Dit soort voorschriften, dus voor burgers bindende algemene
regels vindt men niet alleen in wetten in formele zin (gemaakt door Staten-Generaal +
regering art. 81 Gw), maar ook in de al genoemde algemene maatregelen van bestuur
(gemaakt door de regering en vastgesteld bij koninklijk besluit) en in diverse soorten
verordeningen.

Een ander type bevoegdheid van het bestuur is de vergunningsbevoegdheid. Het verlenen
van een vergunning is nog altijd een van de belangrijkste rechtsfiguren in het bestuursrecht.

Om de verschillende bestuurstaken goed te kunnen behartigen zal het bestuur soms ook
tegen de wil van individuele burgers moeten kunnen optreden. Hiertoe verschaft de
wetgever het bestuur handhavingsbevoegdheden. Een type handhavingsbevoegdheid is de
last onder bestuursdwang. Deze bevoegdheid maakt het mogelijk om een illegale activiteit
feitelijk te beëindigen. Verder kunnen bestuursorganen in bepaalde gevallen vrijstelling of
ontheffing van algemeen verbindende voorschriften verlenen. Aan dit type bevoegdheid, dat
ook uit de wet moet blijken, ligt de gedachte ten grondslag dat er altijd bijzondere situaties
zijn waarin bepaalde wettelijke regels beter niet kunnen worden toegepast. Een voorbeeld:
een besluit van burgemeester en wethouders om toe te staan tijdelijk extra afvalwater op het
riool te lozen vanwege een bouwproject.

Arrest Petroleumkachels Jamin (HR 25 januari 1926):
Een standaardarrest over wetmatigheid van bestuur. Het belangrijkste argument van de Hoge
Raad was dat de bevoegdheid van de inspecteur tot het stellen van ‘belastende’ eisen niet bij
AMvB in het leven worden geroepen zonder dat er sprake was van een grondslag in de wet in
formele zin. Naderhand repareerde de wetgever dit gebrek door de term ‘bij AMvB’ te
vervangen door ‘bij of krachtens AMvB’. Hiermee maakte de wetgever duidelijk dat de
regering in de AMvB een bevoegdheid tot het stellen van eisen aan de inspecteur mocht
toekennen. Er mocht weer worden voldaan aan de eis van wetmatigheid van bestuur.

Legaliteitsbeginsel (andere term voor wetmatigheidsbeginsel):
Een van de deels ongeschreven fundamentele regels in de democratische rechtsstaat is dat
het bestuur in beginsel niet mag handelen tenzij de wetgever dit heeft toegestaan. Algemeen
uitgangspunt is dat het bestuur, om bindende besluiten te kunnen nemen, over een op de
wet gebaseerde bevoegdheid moet beschikken. Dit legaliteitsbeginsel waarborgt de vrijheid
van burgers en dient tevens de rechtszekerheid.

Specialiteitsbeginsel:
De wet ‘normeert’ de bevoegdheden van het bestuur. Met het begrip ‘normering’ bedoelen
juristen dat de wet de inhoudelijke en procedurele voorwaarden formuleert waaronder het

1

,bestuur zijn bevoegdheden mag uitoefenen. Als de wetgever bevoegdheden aan het bestuur
toekent, worden deze ook naar doel afgebakend. Dit volgt uit het specialiteitsbeginsel.

Waarborgdimensie en instrumentele dimensie:
Het bestuursrecht is een waarborgdimensie (de normering van bestuursbevoegdheid) en een
instrumentele dimensie (bestuursbevoegdheid als instrument om te besturen, zeg maar de
gereedschapskist van het bestuur).

Regelgevende bevoegdheden van het bestuur:
Een belangrijke categorie ‘belastende’ bevoegdheden van het bestuur betreft de
bevoegdheden tot het uitvaardigen van algemeen verbindende voorschriften. In dit kader
spreekt men van ‘bestuurswetgeving’. Voorbeelden hiervan zijn: verschillende soorten
verordeningen en algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Naast AMvB’s bestaan er
ook ministeriële regelingen. Een voorbeeld hiervan betreft de ‘Regeling voertuigen’. Ten slotte
kan het voorkomen dat een bestuurswet een bevoegdheid aan een gemeentelijk orgaan (de
gemeenteraad) toekent om algemeen verbindende voorschriften tot stand te brengen 
gemeentelijke verordening.

Algemeen verbindende voorschriften worden ook wel wetgeving in materiële zin genoemd.
Dit ter onderscheiding van wetgeving in formele zin. Een wet in formele zin is tot stand
gekomen op basis van de procedure van art. 81 Gw. Een wet in formele zin KAN wetgeving in
materiële zin inhouden.

Arrest Meerenberg:
Het arrest ging over de vraag in hoeverre AMvB’s op de wet moeten steunen. De Hoge Raad
oordeelde dat alleen de Koning bevoegd is om AMvB’s uit te vaardigen voor zover zijn
bevoegdheid daartoe zou zijn gebaseerd op de Grondwet of op een uitdrukkelijke bepaling in
de wet in formele zin. De Hoge Raad bevestigde zo de eis van wetmatigheid van bestuur. Het
bestuur moet op basis van de wet handelen, zeker als het de burgers bindende regels stelt.

Dit uitgangspunt werd in het kader van de Grondwetsherziening van 1887 weer iets
gerelativeerd. Vanaf dat moment is in Nederland de regering in beginsel toch zelfstandig
bevoegd om AMvB’s tot stand te brengen.

Feitelijk bestuurshandelen:
Ten aanzien van feitelijk handelen van het bestuur dat een ingrijpende ‘inbreuk’ op rechten
van burgers maakt of kan maken, ligt een en ander genuanceerd. Hier heeft de rechtspraak
soms wel de legaliteitseis gesteld. Een voorbeeld betreft het zogenoemde Fluoridering-arrest.

Arrest Fluoridering:
In dit arrest kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het een waterleidingbedrijf niet
vrijstond om zonder wettelijke basis fluor aan drinkwater toe te voegen, ook al werd hiermee
de volksgezondheid gediend. De fluoridering werd gezien als een feitelijke handeling van
ingrijpende aard.




2

,Bestuurlijke sancties:
De Awb stelt de wetmatigheidseis ook voor bestuurlijke sancties (art. 5:4 lid 1 Awb). Een
voorbeeld hiervan is een illegale situatie bij het bouwen zonder een benodigde vergunning.

Privaatrechtelijk handelen:
In beginsel ligt het niet voor de hand om de eis van wetmatigheid van bestuur te stellen voor
privaatrechtelijke bestuurshandelingen. Als het bestuur privaatrechtelijk handelt, handelt het
in beginsel net als iedere burger. De normerende werking die uitgaat van de bepalingen in
het BW is in dit soort gevallen voldoende.

Organieke wetgeving:
Een organieke wet is een wet die totstand is gekomen in opdracht van de Grondwet.
Voorbeelden hiervan zijn de Gemeentewet en de Provinciewet.

Par. 2.5
Het specialiteitsbeginsel:
Het specialiteitsbeginsel is naast het beginsel van wetmatigheid van bestuur een tweede
belangrijk beginsel in het bestuursrecht. Dit beginsel staat in nauw verband met het
legaliteitsbeginsel/ wetmatigheidsbeginsel. Het specialiteitsbeginsel houdt in dat een
bestuursbevoegdheid slechts mag worden uitgeoefend binnen het doelgebonden kader van
de wet die de bevoegdheid verleent. Als een bestuursorgaan het specialiteitsbeginsel
miskent, is de kans groot dat het orgaan het verbod van detournement de pouvoir
overtreedt (art. 3:3 Awb). Het specialiteitsbeginsel brengt ook met zich dat het bestuur bij
het nemen van een besluit naast de belangen van bijvoorbeeld de aanvrager van het besluit
in beginsel slechts die belangen mag meewegen die de desbetreffende wet beoogt te
beschermen (art. 3:4 lid 1 Awb).

Arrest Jetski’s (ABRvS 18 september 2002):
Dit uitgangspunt kwam duidelijk naar voren in een casus waarin de minister op grond van de
Scheepvaartverkeerswet een gedeelte had aangewezen als gebied waar met jetski’s gevaren
mocht worden. De Afdeling bestuursrechtspraak was het met de minister eens. Met de
belangen van appellanten hoefde inderdaad geen rekening te worden gehouden.

Arrest Het Velpse duivenhok (ABRvS 1 april 1996):
Complexer lag de afweging van belangen in de kwestie van het Velpse duivenhok.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden waren bereid om vrijstelling van de
voorschriften te verlenen. De belangen van de buren stonden kort gezegd in een te ver
verwijderd verband van de belangen die de bedoelde bouwvoorschriften beoogden te
beschermen. Voor het houden van duiven in een hok bleek namelijk een vergunning vereist
op grond van de algemene plaatselijke verordening. Bij deze vergunningverlening konden de
overlastaspecten aan de orde komen.

Het specialisatiebeginsel heeft niet alleen maar nadelen. Het voordeel is dat het bestuur
binnen zijn hok blijft. Dit leidt ertoe dat het bestuur:
a. Zich niet mag bemoeien met andere belangen van de aanvrager dan waarop de
aanvraag betrekking heeft;
b. Zich niet mag laten leiden door particuliere belangen van andere burgers en;

3

, c. De burger niet mag belasten door andere aspecten van het algemeen belang te
behartigen dan waarop zijn bevoegdheid ziet.

Par. 2.7, 2.8 en 2.9
Gelede normstelling:
Aan het begin van de normstelling staat in het bestuursrecht de wet in formele zin (of zelfs
de Grondwet). Deze wet verschaft het bestuur de noodzakelijke bevoegdheden. Vaak bevat
de formele wet zelf niet of nauwelijks inhoudelijke gedragsnormen voor burgers. Die vindt
men in uitvoeringsregelingen (op rijksniveau in AMvB’s en ministeriële regelingen of
verordeningen; op decentraal niveau). Men moet dus vaak een samenstel van bepalingen
raadplegen om een volledig overzicht te verkrijgen van de in concreto van toepassing zijnde
materiele bestuursrechtelijke normen. Voorbeeld: of een vreemdeling in aanmerking komt
voor een reguliere verblijfsvergunning voor een periode van drie jaar, raadpleegt men eerst
de Vreemdelingenwet 2000. In art. 14 lid 4 leest men dat de vergunning voor ten hoogte vijf
jaren kan worden verleend. Nadere regels over de geldigheidsduur en de verlenging kan men
vinden in een AMvB. Dit is een AMvB die is gebaseerd op de Vreemdelingenwet 2000. Hier is
sprake van een gelede normstelling.

Schema gelede normstelling en artikel 30 lid 1 Warenwet (de buitengebruikstelling van een
gevaarlijk speeltoestel):
- Warenwet;
- Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (nadere normstelling);
- Nadere regels attractie- en speeltoestellen (nadere normstelling);
- Buitengebruikstelling van een gevaarlijk speeltoestel (concrete normstelling).

Terugtred van de wetgever en discretionaire bevoegdheden:
Het verschijnsel gelede normstelling is te verklaren uit, wat wel wordt genoemd, de
terugtred van de wetgever. De wetgever is in onze complexe verzorgingsstaat niet in staat
alles tot in detail zelf te reguleren. Daardoor moet de wetgever nadere normstelling
overlaten aan het bestuur. Het stellen van de inhoudelijke rechtsnormen laat de wetgever
namelijk voor een belangrijk deel over aan bestuursorganen.

Beleids- en beoordelingsruimte:
De terugtred van de wetgever en de toedeling van bestuursbevoegdheden aan
bestuursorganen gaan in de regel samen met het ontstaan van beslissingsruimte voor het
bestuur. De wetgever zal bestuursbevoegdheden natuurlijk inhoudelijk en procedureel
normeren. Zo is er bepaald in welke gevallen een vergunning moet worden geweigerd en hoe
de procedure eruitziet. Toch zal de wetgever nooit in staat zijn om precies aan te geven hoe
een bestuursorgaan moet besluiten. Afhankelijk van de beslissingsruimte die de wetgever
aan het bestuur laat, wordt gesproken over ‘vrije’ en ‘gebonden’ bestuursbevoegdheden.
Een ander begrip voor vrije bevoegdheid is discretionaire bevoegdheid.
Bestuursbevoegdheden zijn nooit geheel vrij of gebonden. De vrijheid die aan een
bestuursorgaan in het kader van een discretionaire bevoegdheid toekomt, kan vaak worden
gekwalificeerd als beleidsvrijheid of beoordelingsvrijheid. Als het bestuur beschikt over
beleidsvrijheid (ruimte) herkent men dat meestal aan een ‘kan’-bepaling in de wet. Het
belangrijkste kenmerk van beleidsvrijheid is dat het verantwoordelijke bestuursorgaan
belangen dient af te wegen art. 3:4 lid 1 Awb. Beslissingsruimte bestaat niet alleen uit

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
evaschlahmilch Open Universiteit
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
14
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
9
Laatst verkocht
3 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen