Levenslooppsychologie
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
Inleiding
Definitie ontwikkelingspsychologie:
Ontwikkelingspsychologie = studie van het gedrag tijdens de verschillende levensfasen
• Gedrag = overt en covert gedrag
• Opdracht = registreren van de verschillende gedragsaspecten + integreren van al deze
gegevens
Overt en covert gedrag: rechtstreeks waarneembaar gedrag / niet rechtstreeks waarneembaar
gedrag
Moeilijk om een geïntegreerd beeld te ontwikkelen:
➔ Veel feiten en inzichten
➔ Verschillen in visie + uitgangspunten bij de onderzoekers
➔ Complexiteit van ontwikkelingsproces zelf
1.1 Een korte historiek
“Psychologie heeft een ver verleden, maar een korte geschiedenis”
➔ Geldt ook voor ontwikkelingspsychologie ; als wetenschap ontstond het pas in helft 19e
eeuw
( = Wel traditie van voorwetenschappelijk denken aan vooraf gegaan over manier waarop gedrag
verandert doorheen levensfasen )
1
,1.1.1 De verre voorgeschiedenis
➔ Dat alles maakt deel uit van voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
Filosofen:
Voorbeeld: Cicero
Factoren die van invloed zijn op ontwikkeling ( = vanuit theoretische interesse )
• Nativisten ( Jean – Jacques Rousseau )
• Empiristen ( Locke )
Opvattingen missen kritische toets van wetenschappelijk onderzoek
Nativisten = meenden dat wij ons als mens ontwikkelen tot wat de natuur ons heeft
meegegeven ; alles ligt volgens hen al vast vanaf geboorte
Empiristen = legden nadruk op rol van ervaringen + voeding ; ieder kind dat geboren wordt kan
nog alle kanten uit
1.1.2 Start van de genetische psychologie
Babybiografieën
18 – 19 eeuw
e e
Observatie
➔ Niet meer nadenken over hoe mens zich ontwikkelt maar rechtstreeks observeren
➔ Vooral observatie van eigen kinderen
Babybiografieën = mensen die op systematische basis aantekeningen begonnen te maken over
vorderingen in gedrag van hun eigen kinderen
2
,1.1.2 Start van de genetische psychologie
Begin wetenschappelijke theorie vorming:
Geïnspireerd door evolutietheorie Darwin
➔ Geleerden dachten parallellen te kunnen aantonen tussen ontstaan verschillende
levensvormen + manier waarop individu zich ontwikkelt
Gaf aanleiding tot -> recapitulatietheorie
Recapitulatietheorie = de opvatting als zou de ontogenese , dat is de ontwikkeling van ieder
apart individu ; versnelde recapitulatie of herhaling zijn van fylogenese , de evolutie van
primitieve naar > gecompliceerde levensvormen
Nieuwe wetenschap kondigde zich aan:
Genetische psychologie:
Naam die ze zouden blijven behouden tot 2e helft 20e eeuw
Uitsluitend een kinderpsychologie
➔ Ontwikkeling opgevat als proces dat bijna uitsluitend genetisch gestuurd is
1.1.3 Omvorming tot ontwikkelingspsychologie
Behaviorisme = psychologische stroming die menselijk gedrag verklaart op basis van
waarneembaar gedrag en leerprocessen
3
, 1.1.4 Uitgroei tot volwaardige levenslooppsychologie
Tot halfweg 20e eeuw enkel aandacht voor kinderen:
Men leek er van overtuigd dat evolutie nadien stilviel
Puberteit betekende definitieve afscheid van kindertijd + binnenstappen in volwassen leven
Ontwikkeling als een levenslang veranderingsproces:
Sociologie: vanaf 20e eeuw starten van onderzoek naar puberteit / adolescentie
➔ Na 2e WO kregen steeds meer jongeren kans om naar school te gaan
➔ Niet direct volwassen worden zoals daar voor ; voor WO al direct gaan werken
Medische wereld: groeiende interesse voor probleem van ouderen
• Vergrijzing ; mensen worden steeds ouder
• Opkomst psychogerontologie ( = wetenschap van ouderen )
Periode van volwassenheid: langste periode van ons leven ; hier gebeuren nog veel
ontwikkelingen
Poging tot integratie:
• Levenslooppsychologie
• Integratie nog lang niet voltooid
➔ Ook bij eengemaakte psychologie nog heel wat verschillen in visie + benadering
= Complexiteit van het onderwerp
= Verschillende stromingen + scholen in de psychologie
Tekst 1.1 Sofia: Methodes om ontwikkeling wetenschappelijk te observeren
“Hoe zou je taalontwikkeling in kaart brengen”?
- Wat ga je observeren? = taalbegrip , de geluiden die da baby maakt , speelmomenten…
- Op welke momenten? = taalontwikkeling is iets van elk moment
- Bij wie? = per levensfase , geslacht , baby / peuter / kleuter …
4
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
Inleiding
Definitie ontwikkelingspsychologie:
Ontwikkelingspsychologie = studie van het gedrag tijdens de verschillende levensfasen
• Gedrag = overt en covert gedrag
• Opdracht = registreren van de verschillende gedragsaspecten + integreren van al deze
gegevens
Overt en covert gedrag: rechtstreeks waarneembaar gedrag / niet rechtstreeks waarneembaar
gedrag
Moeilijk om een geïntegreerd beeld te ontwikkelen:
➔ Veel feiten en inzichten
➔ Verschillen in visie + uitgangspunten bij de onderzoekers
➔ Complexiteit van ontwikkelingsproces zelf
1.1 Een korte historiek
“Psychologie heeft een ver verleden, maar een korte geschiedenis”
➔ Geldt ook voor ontwikkelingspsychologie ; als wetenschap ontstond het pas in helft 19e
eeuw
( = Wel traditie van voorwetenschappelijk denken aan vooraf gegaan over manier waarop gedrag
verandert doorheen levensfasen )
1
,1.1.1 De verre voorgeschiedenis
➔ Dat alles maakt deel uit van voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
Filosofen:
Voorbeeld: Cicero
Factoren die van invloed zijn op ontwikkeling ( = vanuit theoretische interesse )
• Nativisten ( Jean – Jacques Rousseau )
• Empiristen ( Locke )
Opvattingen missen kritische toets van wetenschappelijk onderzoek
Nativisten = meenden dat wij ons als mens ontwikkelen tot wat de natuur ons heeft
meegegeven ; alles ligt volgens hen al vast vanaf geboorte
Empiristen = legden nadruk op rol van ervaringen + voeding ; ieder kind dat geboren wordt kan
nog alle kanten uit
1.1.2 Start van de genetische psychologie
Babybiografieën
18 – 19 eeuw
e e
Observatie
➔ Niet meer nadenken over hoe mens zich ontwikkelt maar rechtstreeks observeren
➔ Vooral observatie van eigen kinderen
Babybiografieën = mensen die op systematische basis aantekeningen begonnen te maken over
vorderingen in gedrag van hun eigen kinderen
2
,1.1.2 Start van de genetische psychologie
Begin wetenschappelijke theorie vorming:
Geïnspireerd door evolutietheorie Darwin
➔ Geleerden dachten parallellen te kunnen aantonen tussen ontstaan verschillende
levensvormen + manier waarop individu zich ontwikkelt
Gaf aanleiding tot -> recapitulatietheorie
Recapitulatietheorie = de opvatting als zou de ontogenese , dat is de ontwikkeling van ieder
apart individu ; versnelde recapitulatie of herhaling zijn van fylogenese , de evolutie van
primitieve naar > gecompliceerde levensvormen
Nieuwe wetenschap kondigde zich aan:
Genetische psychologie:
Naam die ze zouden blijven behouden tot 2e helft 20e eeuw
Uitsluitend een kinderpsychologie
➔ Ontwikkeling opgevat als proces dat bijna uitsluitend genetisch gestuurd is
1.1.3 Omvorming tot ontwikkelingspsychologie
Behaviorisme = psychologische stroming die menselijk gedrag verklaart op basis van
waarneembaar gedrag en leerprocessen
3
, 1.1.4 Uitgroei tot volwaardige levenslooppsychologie
Tot halfweg 20e eeuw enkel aandacht voor kinderen:
Men leek er van overtuigd dat evolutie nadien stilviel
Puberteit betekende definitieve afscheid van kindertijd + binnenstappen in volwassen leven
Ontwikkeling als een levenslang veranderingsproces:
Sociologie: vanaf 20e eeuw starten van onderzoek naar puberteit / adolescentie
➔ Na 2e WO kregen steeds meer jongeren kans om naar school te gaan
➔ Niet direct volwassen worden zoals daar voor ; voor WO al direct gaan werken
Medische wereld: groeiende interesse voor probleem van ouderen
• Vergrijzing ; mensen worden steeds ouder
• Opkomst psychogerontologie ( = wetenschap van ouderen )
Periode van volwassenheid: langste periode van ons leven ; hier gebeuren nog veel
ontwikkelingen
Poging tot integratie:
• Levenslooppsychologie
• Integratie nog lang niet voltooid
➔ Ook bij eengemaakte psychologie nog heel wat verschillen in visie + benadering
= Complexiteit van het onderwerp
= Verschillende stromingen + scholen in de psychologie
Tekst 1.1 Sofia: Methodes om ontwikkeling wetenschappelijk te observeren
“Hoe zou je taalontwikkeling in kaart brengen”?
- Wat ga je observeren? = taalbegrip , de geluiden die da baby maakt , speelmomenten…
- Op welke momenten? = taalontwikkeling is iets van elk moment
- Bij wie? = per levensfase , geslacht , baby / peuter / kleuter …
4