SAMENVATTING WERKEN
MENS EN SAMENLEVING – SEMESTER 2
ARTEVELDE HOGESCHOOL
2021-2022
,Thema 1 – De arbeidsmarkt in België
Definitie
- Iedereen weet wat het is, maar geen 2 definities zijn gelijk…
o “ verrichten van taken”
o “prestaties leveren in ruil voor beloning of tegenprestatie”
Soms voor geld, soms voor iets terug te krijgen,...
o “iets doen voor iemand anders”
o …
- Omvat economische, sociale, psychologische aspecten
- Ruime definitie: (Mok 2007)
o “Arbeid is het verrichten van taken die nut hebben voor mensen die ze uitvoeren,
voor hun naaste omgeving alsmede voor de maatschappij als geheel.”
- 3 aspecten:
o Materiële opbrengst (bv. Geld, producten, dienst brengen)
o Psychische opbrengst (een job die we graag doen, die ons voldoening geeft)
o Sociale opbrengst altijd alle 3 aanwezig?
Meestal negatieve connotatie: niemand wil dat als je ze niet alle 3 hebt
- Adam Smith (1776)
o Gebruikswaarde: nut van het werk
o Ruilwaarde: vraag en aanbod naar dat profiel
o Dynamisch gegeven: arbeid altijd gekoppeld aan een tijdsduur
Een uurloon of een maandloon
- Objectief en subjectief nut van arbeid
o Objectieve nut van het werk bestaat niet (nut is niet meetbaar)
Bv. Dokter meer betaald dan verpleger, maar zonder die verpleger kan de
dokter niet werken
Een job wordt betaald in functie van de ruilwaarde: hoeveel vraag en aanbod
er is naar een job
o Subjectief nut: bv. Hoe leuk was het in de opvang
- Arbeid als verdelende factor
o Sociale verdeling:
Inkomen (meesten verdienen inkomen door te werken – in hoofdzaak)
- Aflijnen: betaald werk, huishoudelijk werk, vrijwilligerswerk
o Context waarin je het doet -> gaat niet om soort werk
- Aflijnen arbeid en vrije tijd
- Vrije tijd: resttijd, onderscheid inzake
o Activiteiten die we dan doen
Vrije tijd: overschot (iets dat je kiest)
Andere activiteiten dan werk
o Scheiding van instituties en functiekringen (omgeving)
In een andere omgeving en met andere personen dan werk
o Scheiding in de tijd
- Vraag: is afwassen vrije tijd?
o Kan werk zijn, kan vrije tijd zijn
- Vraag: is voorzitter zijn van een sportclub arbeid of vrije tijd?
o Kan allemaal zijn (job, vrije tijd, vrijwilliger)
, De Belgische beroepsbevolking
- Werkzaamheidsgraad van 71 % in België (20-64 jaar is de beroepsbevolking)
o Soms in gezin 1 iemand minder werken -> voor kinderen -> meestal degene die
minder verdient die minder gaat werken -> nu minder en minder de vrouwen
o Groot verschil tussen de 3 gewesten
Vlaanderen: rechtser (meer individualistisch), Wallonië: linkser
(collectivistischer)
Hogere opleiding in Vlaanderen dan Wallonië (meer verdienen -> kinderen
ook langer studeren -> vicieuze cirkel)
Meer mensen met migratieachtergrond, meer mensen met geen Nederlands
of Frans als moedertaal -> veel in te halen
Accenten
- 81% in Nederland
- 84 % in Zweden
Werkzaamheidsgraad
MENS EN SAMENLEVING – SEMESTER 2
ARTEVELDE HOGESCHOOL
2021-2022
,Thema 1 – De arbeidsmarkt in België
Definitie
- Iedereen weet wat het is, maar geen 2 definities zijn gelijk…
o “ verrichten van taken”
o “prestaties leveren in ruil voor beloning of tegenprestatie”
Soms voor geld, soms voor iets terug te krijgen,...
o “iets doen voor iemand anders”
o …
- Omvat economische, sociale, psychologische aspecten
- Ruime definitie: (Mok 2007)
o “Arbeid is het verrichten van taken die nut hebben voor mensen die ze uitvoeren,
voor hun naaste omgeving alsmede voor de maatschappij als geheel.”
- 3 aspecten:
o Materiële opbrengst (bv. Geld, producten, dienst brengen)
o Psychische opbrengst (een job die we graag doen, die ons voldoening geeft)
o Sociale opbrengst altijd alle 3 aanwezig?
Meestal negatieve connotatie: niemand wil dat als je ze niet alle 3 hebt
- Adam Smith (1776)
o Gebruikswaarde: nut van het werk
o Ruilwaarde: vraag en aanbod naar dat profiel
o Dynamisch gegeven: arbeid altijd gekoppeld aan een tijdsduur
Een uurloon of een maandloon
- Objectief en subjectief nut van arbeid
o Objectieve nut van het werk bestaat niet (nut is niet meetbaar)
Bv. Dokter meer betaald dan verpleger, maar zonder die verpleger kan de
dokter niet werken
Een job wordt betaald in functie van de ruilwaarde: hoeveel vraag en aanbod
er is naar een job
o Subjectief nut: bv. Hoe leuk was het in de opvang
- Arbeid als verdelende factor
o Sociale verdeling:
Inkomen (meesten verdienen inkomen door te werken – in hoofdzaak)
- Aflijnen: betaald werk, huishoudelijk werk, vrijwilligerswerk
o Context waarin je het doet -> gaat niet om soort werk
- Aflijnen arbeid en vrije tijd
- Vrije tijd: resttijd, onderscheid inzake
o Activiteiten die we dan doen
Vrije tijd: overschot (iets dat je kiest)
Andere activiteiten dan werk
o Scheiding van instituties en functiekringen (omgeving)
In een andere omgeving en met andere personen dan werk
o Scheiding in de tijd
- Vraag: is afwassen vrije tijd?
o Kan werk zijn, kan vrije tijd zijn
- Vraag: is voorzitter zijn van een sportclub arbeid of vrije tijd?
o Kan allemaal zijn (job, vrije tijd, vrijwilliger)
, De Belgische beroepsbevolking
- Werkzaamheidsgraad van 71 % in België (20-64 jaar is de beroepsbevolking)
o Soms in gezin 1 iemand minder werken -> voor kinderen -> meestal degene die
minder verdient die minder gaat werken -> nu minder en minder de vrouwen
o Groot verschil tussen de 3 gewesten
Vlaanderen: rechtser (meer individualistisch), Wallonië: linkser
(collectivistischer)
Hogere opleiding in Vlaanderen dan Wallonië (meer verdienen -> kinderen
ook langer studeren -> vicieuze cirkel)
Meer mensen met migratieachtergrond, meer mensen met geen Nederlands
of Frans als moedertaal -> veel in te halen
Accenten
- 81% in Nederland
- 84 % in Zweden
Werkzaamheidsgraad