SAMENVATTING LEREN
MENS EN SAMENLEVING – SEMESTER 2
ARTEVELDE HOGESCHOOL
2021-2022
,Inleiding
Diversiteit
Effectiviteit: kwaliteit van het onderwijs, in de media wordt vaak gezegd dat deze steeds slechter
wordt (vooral de vakken wiskunde en wetenschappen zijn enorm slecht geworden) -> resultaten
duidelijk door het PISA (Programme for International Student Assessment -> vooral 15jarigen)
onderzoek (ook begrijpend lezen)
- Leerkrachten vinden dat onderwijs tegenwoorden vele fundamentele moeilijkheden kent
(bv. Te vele uitstappen waardoor de lestijden inkorten)
- Er gaat te veel tijd verloren naar het welbevinden (pretpedagogie) van de kinderen en er is te
weinig tijd besteed aan de werkelijke kennis
- Als leerkrachten de lessen differentiëren zullen de leerlingen betere resultaten hebben en
meer motivatie hebben om te studeren.
- Het is geen garantie dat als we terug gaan naar klassiek onderwijs dat de resultaten terug
beter zullen worden (niet perse oorzaak en gevolg)
- Ook kan een oorzaak zijn dat de minimumlat te laag ligt zodat ze minder hun best doen
- Ook is er veel meer diversiteit tussen de leerlingen, is er meer aandacht voor leerproblemen,
zoals dyslexie, hebben de leerkrachten te weinig opleiding/bijscholing en moeten de
leerkrachten zich ook te veel bezig houden met administratief werk
- Oplossing: er moet zowel aandacht zijn voor het welbevinden als de kennis van de kinderen
We moeten de leerkrachten meer begeleiden in het lesgeven aan studenten die een andere
moedertaal hebben (diversiteit in de samenleving).
Zesjescultuur: Het verlagen van de lat van verwachtingen (zes wordt als heel goed beschouwd) -> de
talenten worden niet volop ontwikkeld
-> vroeger richtte men zich op de uitstekende studenten en raadde men de andere aan deze bij te
benen, nu wordt er meer gekeken naar de middelmaat/de gemiddelde leerling.
(Kansen)Ongelijkheid
Lager onderwijs, hoge scholen onderwijs en kleuteronderwijs wordt te weinig gefinancierd en
secundair onderwijs te veel.
Gelijke kansen zijn in contradictie met eccelering gaan staan. Leraren trekken nu meer de midden
leerlingen voor i.d.p.v. de excellente leerlingen. School moeten even veel aandacht geven aan
iedereen en aan iedereen uitdagende opdrachten geven aangepast aan ieder kind.
Niet alleen hoe intelligent dat we zijn, maar ook in welk gezin we zijn geboren bepaald ons
opleidingsniveau. Ook etniciteit speelt hier een rol in.
Ongelijkheid heeft niet alleen te maken met tekorten/achterstanden van mensen, maar ook hoe wij
er mee om gaan.
De verschillende aanpakken:
- Assimilatieaanpak: het verbieden van culturele/religieuze/... dingen (bv. Hoofddoek,
moedertaal)
Men gaat er van uit dat leerlingen zo geholpen worden omdat ze denken dat er een
achterstand wordt gecreëerd, maar de gevolgen zijn vooral negatief.
Het helpt niet om leerlingen te integreren, in tegendeel, het maakt het juist erger! -> gaat
, ten koste van kwaliteit in het onderwijs
- Kleuren blinde aanpak: men negeert de verschillen (bv. ‘ik zie geen verschillen tussen de
leerlingen’)
Is een illusie:
- Iedereen heeft een etniciteit
- We zien elkaars etniciteit (ook leraren zien dit)
Onbewust worden witte kinderen toch voorgetrokken, dan niet-witte kinderen.
Ook kinderen zien deze etniciteit en houden hiermee rekening (voorkeur eigen ras)
Negatieve gevolgen:
- Kinderen worden zich veel minder bewust van racisme (herkennen dit niet)
- Zorgt ervoor dat etnische ongelijkheid groter is dan andere scholen
- Interculturele aanpak: het als pluspunt proberen te gebruiken en omarmen van verschillen
(bv. Lesgeven in de moedertaal, boeken,..)
-> reduceert kinderen niet alleen tot hun etnische identiteit, maar leert ook dat je deze kan
verbinden met de nationale identiteit
-> iedereen voelt zich thuis op school
Ongelijkheid bestempelen als achterstand kan worden gezien als victim blaming.
Hoofdstuk 1 – Effectiviteit
De 5 onderdelen:
(1) Onderwijs is essentieel voor onze economische groei. Uit wetenschappelijk onderzoek dat
cognitieve skills linkt aan economische groei, blijkt dat een algemene stijging van de PISA-resultaten
een enorme impact heeft op het bbp.
-> als de stijging een impact heeft, heeft een daling dat uiteraard ook -> dit kost ons welvaart
(2) Dat maakt meteen duidelijk dat onze dalende onderwijskwaliteit erg problematisch is, (3)
nochtans spenderen we in het secundair onderwijs meer per leerling dan de meeste andere landen.
(4) Deze spreidstand tussen output en input is niet langer te verantwoorden. (5) We kunnen ons dus
de vraag stellen of we de middelen wel goed beheren.
- > het gaat uiteindelijk om geld en hoe je deze investeert en of er mogelijkheid is om dit in ander
dingen te investeren
Dat maakt meteen duidelijk dat onze dalende onderwijskwaliteit erg problematisch is (2):
Er valt over een trend te spreken aangezien dit steeds opnieuw voorkomt in de verschillende
longitudinale onderzoeken.
PISA (Programme for International Student Assessment) onderzoek:
- Men hanteert een referentiepunt: per land, hoe verhoudt het land zich ten opzichte van dit
punt -> als je onder de minimumvereiste wordt geschat kan niet ten volle deelnemen aan de
samenleving (soort beperking)
MENS EN SAMENLEVING – SEMESTER 2
ARTEVELDE HOGESCHOOL
2021-2022
,Inleiding
Diversiteit
Effectiviteit: kwaliteit van het onderwijs, in de media wordt vaak gezegd dat deze steeds slechter
wordt (vooral de vakken wiskunde en wetenschappen zijn enorm slecht geworden) -> resultaten
duidelijk door het PISA (Programme for International Student Assessment -> vooral 15jarigen)
onderzoek (ook begrijpend lezen)
- Leerkrachten vinden dat onderwijs tegenwoorden vele fundamentele moeilijkheden kent
(bv. Te vele uitstappen waardoor de lestijden inkorten)
- Er gaat te veel tijd verloren naar het welbevinden (pretpedagogie) van de kinderen en er is te
weinig tijd besteed aan de werkelijke kennis
- Als leerkrachten de lessen differentiëren zullen de leerlingen betere resultaten hebben en
meer motivatie hebben om te studeren.
- Het is geen garantie dat als we terug gaan naar klassiek onderwijs dat de resultaten terug
beter zullen worden (niet perse oorzaak en gevolg)
- Ook kan een oorzaak zijn dat de minimumlat te laag ligt zodat ze minder hun best doen
- Ook is er veel meer diversiteit tussen de leerlingen, is er meer aandacht voor leerproblemen,
zoals dyslexie, hebben de leerkrachten te weinig opleiding/bijscholing en moeten de
leerkrachten zich ook te veel bezig houden met administratief werk
- Oplossing: er moet zowel aandacht zijn voor het welbevinden als de kennis van de kinderen
We moeten de leerkrachten meer begeleiden in het lesgeven aan studenten die een andere
moedertaal hebben (diversiteit in de samenleving).
Zesjescultuur: Het verlagen van de lat van verwachtingen (zes wordt als heel goed beschouwd) -> de
talenten worden niet volop ontwikkeld
-> vroeger richtte men zich op de uitstekende studenten en raadde men de andere aan deze bij te
benen, nu wordt er meer gekeken naar de middelmaat/de gemiddelde leerling.
(Kansen)Ongelijkheid
Lager onderwijs, hoge scholen onderwijs en kleuteronderwijs wordt te weinig gefinancierd en
secundair onderwijs te veel.
Gelijke kansen zijn in contradictie met eccelering gaan staan. Leraren trekken nu meer de midden
leerlingen voor i.d.p.v. de excellente leerlingen. School moeten even veel aandacht geven aan
iedereen en aan iedereen uitdagende opdrachten geven aangepast aan ieder kind.
Niet alleen hoe intelligent dat we zijn, maar ook in welk gezin we zijn geboren bepaald ons
opleidingsniveau. Ook etniciteit speelt hier een rol in.
Ongelijkheid heeft niet alleen te maken met tekorten/achterstanden van mensen, maar ook hoe wij
er mee om gaan.
De verschillende aanpakken:
- Assimilatieaanpak: het verbieden van culturele/religieuze/... dingen (bv. Hoofddoek,
moedertaal)
Men gaat er van uit dat leerlingen zo geholpen worden omdat ze denken dat er een
achterstand wordt gecreëerd, maar de gevolgen zijn vooral negatief.
Het helpt niet om leerlingen te integreren, in tegendeel, het maakt het juist erger! -> gaat
, ten koste van kwaliteit in het onderwijs
- Kleuren blinde aanpak: men negeert de verschillen (bv. ‘ik zie geen verschillen tussen de
leerlingen’)
Is een illusie:
- Iedereen heeft een etniciteit
- We zien elkaars etniciteit (ook leraren zien dit)
Onbewust worden witte kinderen toch voorgetrokken, dan niet-witte kinderen.
Ook kinderen zien deze etniciteit en houden hiermee rekening (voorkeur eigen ras)
Negatieve gevolgen:
- Kinderen worden zich veel minder bewust van racisme (herkennen dit niet)
- Zorgt ervoor dat etnische ongelijkheid groter is dan andere scholen
- Interculturele aanpak: het als pluspunt proberen te gebruiken en omarmen van verschillen
(bv. Lesgeven in de moedertaal, boeken,..)
-> reduceert kinderen niet alleen tot hun etnische identiteit, maar leert ook dat je deze kan
verbinden met de nationale identiteit
-> iedereen voelt zich thuis op school
Ongelijkheid bestempelen als achterstand kan worden gezien als victim blaming.
Hoofdstuk 1 – Effectiviteit
De 5 onderdelen:
(1) Onderwijs is essentieel voor onze economische groei. Uit wetenschappelijk onderzoek dat
cognitieve skills linkt aan economische groei, blijkt dat een algemene stijging van de PISA-resultaten
een enorme impact heeft op het bbp.
-> als de stijging een impact heeft, heeft een daling dat uiteraard ook -> dit kost ons welvaart
(2) Dat maakt meteen duidelijk dat onze dalende onderwijskwaliteit erg problematisch is, (3)
nochtans spenderen we in het secundair onderwijs meer per leerling dan de meeste andere landen.
(4) Deze spreidstand tussen output en input is niet langer te verantwoorden. (5) We kunnen ons dus
de vraag stellen of we de middelen wel goed beheren.
- > het gaat uiteindelijk om geld en hoe je deze investeert en of er mogelijkheid is om dit in ander
dingen te investeren
Dat maakt meteen duidelijk dat onze dalende onderwijskwaliteit erg problematisch is (2):
Er valt over een trend te spreken aangezien dit steeds opnieuw voorkomt in de verschillende
longitudinale onderzoeken.
PISA (Programme for International Student Assessment) onderzoek:
- Men hanteert een referentiepunt: per land, hoe verhoudt het land zich ten opzichte van dit
punt -> als je onder de minimumvereiste wordt geschat kan niet ten volle deelnemen aan de
samenleving (soort beperking)