Onderdeel Kernpunt (kort & duidelijk)
Good practices Openheid, volledige rapportage, zorgvuldige analyse, veilige dataopslag.
Ethische commissies Toetsen risico’s en ethiek; verplicht bij kwetsbare deelnemers of risicovolle studies.
Misleiding Alleen toegestaan als absoluut noodzakelijk is. Drie vormen:
1) Handlangers; Asch-effect – opzettelijk foute antwoorden
2) Staged manipulations; geven van negatieve terugkoppeling voor zelfvertrouwen
3) Misleidende instructies; Milgram – zeggen dat zij een schok krijgen, niet echt
Informed consent Deelnemer moet volledig geïnformeerd, vrijwillig en bewust toestemming geven.
- Active = expliciet zoals handtekening
- Passive = impliciet zoals vragenlijst invullen
Debriefing Achteraf uitleggen wat het echte doel was (zeker bij misleiding).
Mill’s methode
Onderdeel Betekenis Wat toont het aan? Voorbeeld uit experimenten
Methode van Als X aanwezig is → Y X is een voldoende In alle situaties waarin
Overeenkomst treedt op in alle voorwaarde voor Y. deelnemers stress-inductie
(Method of Agreement) gevallen. (Sufficient condition) (X) kregen, nam hun hartslag
toe (Y).
Methode van Verschil Als X afwezig is → Y X is een Alleen de groep die géén
(Method of Difference) treedt niet op. noodzakelijke stress-inductie (–X) kreeg,
voorwaarde voor Y. toonde géén
(Necessary condition) hartslagverhoging (–Y).
Volledige causaliteit Beide methoden samen: Sterke aanwijzing In een experiment met een
volgens Mill X aanwezig → Y; X voor causaliteit (X controlegroep: de
afwezig → geen Y. veroorzaakt Y). manipulatiewerking wordt
bevestigd.
Benodigde Experimentele groep Mogelijkheid om Klassiek pretest-posttest
ontwerpkenmerken (X) + controlegroep (– overeenkomsten én design of posttest-only
X) verschillen te toetsen design met randomisatie
Relatie met experimentele Mill’s methode is Bepaalt waarom een Zonder controlegroep kun je
designs de basislogica achter control condition de methode van verschil niet
controlegroepen noodzakelijk is toepassen
Waarom belangrijk? Het is het fundament Verhoogt interne Sluit alternatieve
voor causaliteit in validiteit verklaringen uit
experimenten
, Experimenten: 4 soorten
1. Op basis van randomisatie
Kenmerken Voordelen Nadelen Voorbeeld
Soort
experiment
Volledig Deelnemers willekeurig Sterke interne validiteit; Veel deelnemers 100 studenten worden
gerandomiseerd toegewezen beste causaliteitsbewijs nodig RANDOM verdeeld over
experiment mindfulness vs. controle
Cluster Hele groepen worden Voorkomt contaminatie; Clusters verschillen Hele scholen krijgen
randomisatie gerandomiseerd praktisch in vaak vooraf interventie A of B
scholen/teams (selectiebias)
Gerandomiseerd Eerst blokken vormen → Controle voor Complexer; veel Jongeren worden per
blokdesign dan randomiseren binnen achtergrondvariabelen organisatie nodig leeftijdsgroep geloot in
elk blok zoals leeftijd/IQ conditie A of B
Quasi- Bestaande groepen Ecologische validiteit; Zwakkere interne Twee bestaande klassen
experiment vergelijken; geen praktisch in echte validiteit door gebruiken verschillende
manipulatie van situaties selectieverschillen lesmethoden zonder
toewijzing randomisatie
2. Op basis van meetmomenten
Design Kenmerken (incl. Voordelen Nadelen Voorbeeld
randomisatie)
Posttest-only Alleen nameting; twee Sterke interne validiteit Geen informatie over Twee groepen studenten
control design groepen. Meestal bij randomisatie; beginsituatie; krijgen verschillende
randomisatie eenvoudig uit te verschillen bij start instructies; alleen motivatie
aanwezig. voeren. kunnen effect wordt achteraf gemeten.
vertekenen.
Pretest– Voor- én nameting; Klassiek en robuust Pretest kan Beide groepen maken een
posttest control twee groepen. Meestal design; verschillen op reactiviteit/meeteffect toets vóór en na een studie-
design randomisatie. T1 kunnen veroorzaken. interventie.
gecontroleerd worden.
Solomon vier- 4 groepen: 2 mét pretest, Zeer sterk; detecteert Complex, grotere Vier klassen: twee krijgen
groependesign 2 zónder. Meestal pretest-effecten; steekproef nodig. pretest, twee niet; sommigen
randomisatie. combineert voordelen krijgen lesmethode A.
van andere designs.
Enkelvoudige Veel metingen vóór en Detecteert trends, Zwakke causaliteit; Hartslag wordt 10× gemeten
tijdreeks ná interventie in één niveauverschillen; gevoelig voor externe voor interventie en 10× erna.
1 groep groep. Geen geschikt als controle gebeurtenissen.
randomisatie. niet mogelijk is.
Meervoudige Tijdreeksen in meerdere Sterker dan Nog steeds geen echte Twee ziekenhuizen meten
tijdreeks groepen. Geen enkelvoudige tijdreeks; randomisatie; 12 weken pijnscores voor en
2+ groepen randomisatie (soms trends tussen groepen complexe analyse. na nieuwe behandeling.
quasi). vergelijkbaar.