1
Deze samenvatting behandelt de chemische structuur van koolhydraten, soorten
(mono-, di-, polysachariden), eigenschappen, functies, spijsvertering,
stofwisseling en gezondheidsaspecten. Ideaal ter voorbereiding op tentamens en
opdrachten.
Week 3 koolhydraten
Chemische structuur:
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen, die bestaan uit koolstof- (C),
waterstof- (H) en zuurstofatomen (O).
Andere namen voor koolhydraten zijn: suikers en sachariden
- Monosachariden
Basiseenheid met de formule (CH2O)n -> n kan variëren tussen 3-7.
Monosachariden kunnen aan elkaar gebonden worden via
glycosidische bindingen, waardoor disachariden en polysachariden
ontstaan.
Glucose, Fructose, Galactose voor alle drie geldt de formule
(C6H12O6)
- Disachariden
Bestaat uit twee gekoppelde monosachariden
Galactose + glucose= lactose
Glucose + glucose= maltose
Glucose + fructose= sucrose
- Oligosachariden
Bestaat uit 3 tot 9 gekoppelde monosachariden
Inuline (Bloedglucose stijgt, inuline zorgt ervoor dat het daalt en
glucagon stabiliseert het.)
- Polysachariden
Bestaan uit 10 of meer gekoppelde monosachariden
Bestaan voor 100% uit glucose
Zetmeel
Eigenschappen:
, Monosachariden spelen een cruciale rol in ons energiemetabolsime, uit
monosachariden komt energie vrij die noodzakelijk is voor het
functioneren van het lichaam.
Monosachariden en disachariden zijn snelle suiker en worden dus snel
opgenomen in het lichaam wat zorgt voor hoge pieken en dalen.
Polysachariden zijn langzame suikers en worden dus langzaam
opgenomen in het lichaam.
Oplosbaarheid: Veel monosacchariden en disachariden zijn goed
oplosbaar in water, terwijl polysachariden vaak niet oplosbaar zijn.
Zoetheid: Monosacchariden en sommige disachariden zijn zoet, terwijl
polysachariden meestal geen zoete smaak hebben.
Er zijn twee hoofdtypen koolhydraten
Eenvoudige koolhydraten (zoals suiker) worden snel opgenomen en geven
snel energie.
Complexe koolhydraten (zoals zetmeel en vezels) worden langzamer
afgebroken en zorgen voor langdurige energie.
Functies:
- Energiebron
Koolhydraten kunnen worden opgeslagen in de vorm van glycogeen
in de spieren en lever, wat later als energiebron kan dienen.
Vooral hersenen en rode bloedcellen
- Energie
Ze leveren snelle energie, vooral voor hersenen en spieren tijdens
lichamelijke activiteiten
- Smaak
Koolhydraten geven smaak door enzymen die worden afgebroken
tot glucose wat een zoete smaak geeft.
- Bloedglucosespiegel (suikerspiegel)
Koolhydraten helpen de bloedsuikerspiegel te reguleren door de
afgifte van glucose in de bloedbaan.
- Vezels
Goed voor de darmwerking en verzadiging
Koolhydraten komen veel voor in: graan, peulvruchten, fruit en pasta
Er zit bijna tot geen koolhydraten in: vlees, vis en eieren
Ongeraffineerde koolhydraten zijn onbewerkt en worden in hun geheel in
je voeding gebruik. Ze zitten in groenten, fruit en volkoren