Samenvatting toetsdoelen beroepssituatie 2

Toets doelen BS1
Algemeen
1. De student kan op globaal niveau de inhoud van het beroepsprofiel verpleegkundige 2020
weergeven
- Trends in zorgvraag en -aanbod
 Toename van aantal ouderen (vergrijzing). Tevens ook toename van co-
morbiditeit
 Toename van aantal chronische zieken
Ook is de langdurige zorg vaker thuis. De volgen hiervan zijn een overbelaste
mantelzorg en intensievere zorg nodig bij opnames.

- Kern van verplegen
 Werkt volgens standaarden en protocollen
 Houdt rekening met marktwerking en kostenbesparing
 Kan multidisciplinair samenwerken in de keten
 Houdt rekening met eenzaamheid en individualisering
 Zijn specialisten of generalisten
 Onderzoekt loopbaan- en ontwikkelingsmogelijkheden
 Heeft ICT-vaardigheden

- Kernset van patiëntenproblemen
Is gericht op vier gebieden:
1. Lichamelijk patiëntenprobleem
2. Psychisch patiëntenprobleem
3. Functioneel patiëntenprobleem
4. Sociaal patiëntenprobleem

- Zelfmanagement
Vroeger namen we geregeld ze zorg, tegenwoordig bevorderen we juist het
zelfmanagement. Dit omdat het kostenbesparend is, maar ook is bewezen dat het de
kwaliteit van leven en welbevinding bevorderd. Dit doe je door:
 Steun van professionals en mantelzorgers (door kennis overdracht,
instructies geven, motiveren geheel of gedeeltelijk over te nemen)
 Inzetten van E-health.


2. De student kan benoemen wat de beroepscode inhoudt
De beroepscode geeft je de waarden en normen van de beroepsgroep. De waarden en
normen maken duidelijk hoe je je beroep als verpleegkundige of verzorgende op een goede
manier uit kunt oefenen. Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld: betrouwbaarheid, respect,
eerlijkheid, rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager. De
Beroepscode helpt je bij je handelen en de verantwoording daarvan. Daarnaast maakt de
Beroepscode aan zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers, andere zorgverleners,
zorgaanbieders en de samenleving als geheel duidelijk wat zij van jou als verpleegkundige of
verzorgende mogen verwachten.




1

, 3. De student kan de CanMeds gebieden en – rollen benoemen in relatie tot het
verpleegkundige beroep.

Competentiegebieden Competentierollen
Vakinhoudelijk handelen Zorgverlener
Communicatie Communicator
Samenwerking Samenwerkingspartner
Kennis en wetenschap Reflectieve EBP-professional
Maatschappelijk handelen Gezondheidsbevorderaar
Organisatie Organisator
Professionaliteit en kwaliteit Professional en kwaliteitsbevorderaar

1. Zorgverlener
 Heeft kennis van anatomie en fysiologie
 Heeft kennis van levensfase mens
 Heeft kennis over coping met stress
 Heeft kennis van bronnen van verpleegkundige handelen, actuele richtlijnen en
professionele standaarden
 Kent theoretische modellen

2. Communicator
 Heeft kennis van communicatie niveaus
 Kent de belangrijkste gesprekstechnieken
 Kent manieren van gedragsbeïnvloeding en empowerment
 Is op de hoogte van ICT

3. Samenwerkingspartner
 Inschakelen samenwerken met andere professionals
 Regelt voorzieningen
 Schakelt vrienden, collega’s, bekenden in
 Afstemmen en profileren van zichzelf

4. Gezondheidsbevorderaar
 Gericht op preventie
 Leefstijlen
 Zelfmanagement
 Coping

5. Reflectieve EBP professional
 Kritisch zijn op wat je doet en waarom
 Uitvoeren van interventies n.a.v. onderzoek
 Kunnen lezen en interpreteren van wetenschappelijk onderzoek
 Bijblijven van de ontwikkelingen in het vak

6. Organisator
 Ken organisatorvormen en principes
 Heeft bedrijfsmatig inzicht en kennis van de bekostiging in de zorg
 Weet hoe beleid van de organisatie te beïnvloeden is
 Toont verpleegkundig leiderschap

7. Professional en kwaliteitsbevorderaar

2

,  Kent wet- en regelgeving wet BIG
 Heeft kennis van monitoring resultaten van de zorg
 Kent actuele richtlijnen en standaarden
 Kent de beroepscode

4. De student kan benoemen wat wet BIG inhoudt
De wet is bedoeld om de zorgverlener te beschermen tegen onzorgvuldig handelen. Er staat
titelbescherming, registratie, herregistratie, voorbehoeding, handelingen en tuchtrecht in.

In het BIG-register staat:
- Databank voorkomend uit de wet BIG
- Registratie zorgverleners
- Geeft duidelijkheid over de bevoegdheid van de zorgverlener

5. De student kan enkele actuele maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in de zorg
herkennen
- Mondige patiënten door o.a. de invloed van internet
- Afnemende beschikbaarheid mantelzorgers
- Verwachtingen van de zorg
- Opkomst technologie
- Groter wordende kloof tussen rijk en arm

6. De student kan uitgangspunten bij enkele verpleegkundige visies/theorieën benoemen
 Florance Nightingale
Grondlegger van de moderne verpleegkunde. Schreef het boek ‘’Notes of Nursing’’
(1859) Dit stond voor orde, rust en reinheid.

 Virginia Henderson (1955-1966)
Definieert 14 gebieden waarop verpleegkundigen actief zijn bij de verpleging van
patiënten.

 Imogene King (1971)
Grondlegger van de systeemtheorie. Deze bestond uit: sociaal-, interpersoonlijk-, en
het persoonlijk systeem. Deze drie hebben alle drie invloed op de gezondheid. Het
legt de nadruk op hoe en niet waarom. Ook legt het de nadruk op de communicatie
tussen patiënt en verpleegkundige maar met weinig concrete handelingen.

 Dorothea Orem (1971)
Zelfzorgtheorie; wat is nou de werkelijke behoefte van de patiënt
De 8 zelfzorgactiviteiten van Orem
1. Handhaving van voldoende opname van lucht
2. Handhaving van voldoende opname van water
3. Handhaving van voldoende opname van voedsel
4. Voorzien in de uitscheiding
5. Handhaving van evenwicht tussen activiteit en rust
6. Handhaving van evenwicht tussen individu- en zijn sociaal contact
7. Voorkomen van gevaren voor menselijk functioneren, welzijn en bestaan
8. Bevordering menselijk functioneren en sociale ontwikkeling in groepen in
overeenstemming met menselijke mogelijkheden

 Betty Neuman
- Systeemtheorie n.a.v. de multidisciplinaire samenwerking
3