Taal in het privaatrecht
Ciara France-Lees
500797140
RV2J
13 december 2019
, Geachte heer Van Middelkoop,
Op 25 juli bent u ontslagen op staande voet door uw werkgever, A-West Fuel B.V., wegens roken op
het bedrijfsterrein waar dit absoluut verboden is. Het doel van deze adviesnotitie is om u te
adviseren over de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is geweest en wat u tegen dit
ontslag op staande voet kan doen. Hierbij zal ik toetsen of het ontslag op staande voet is voldaan
aan de eisen van wet- en regelgeving. Daarnaast ga ik kijken hoe er in de jurisprudentie is
geoordeeld over een vergelijkbare zaak. Eerst ga ik de feiten van het geval uiteenzetten, daarna zal ik
het probleem analyseren aan de hand van de wet- en regelgeving en toepasselijke jurisprudentie en
ten slotte ga ik een advies voor u formuleren.
Feitenrelaas
De volgende feiten zijn in dit geval relevant. U bent zeven jaar fulltime in dienst voor meneer van
Grisdijk bij het bedrijf A-West Fuel B.V. Uw werkzaamheden betreffen het handelen in brandstoffen,
smeermiddelen en koelstoffen bestemd voor de zakelijke markt. Op 25 juli wordt u verwijderd van
het bedrijfsterrein wegens roken op het bedrijfsterrein. Op dezelfde dag ontvang u een e-mail van
uw werkgever, de heer Van Grisdijk, dat u bent ontslagen op staande voet. De grondslag voor het
ontslag op staande voet is het roken op het bedrijfsterrein. In artikel negen van uw
arbeidsovereenkomst is namelijk bepaald dat roken op het bedrijfsterrein verboden is 1. In artikel
acht van uw arbeidsovereenkomst is bepaald dat het niet opvolgen van de bedrijfsregels resulteert
in onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst 2. U geeft tijdens het gesprek aan dat u
wist dat u door het roken op het bedrijfsterrein de bedrijfsregels overtreedt, maar dacht dat het wel
kon, want er heeft eerder een soortgelijk geval plaatsgevonden. In dit geval is de werknemer die
stond te roken op het bedrijfsterrein niet ontslagen op staande voet. Deze werknemer is naar huis
gestuurd wegens het in strijd handelen met artikel negen van de arbeidsovereenkomst.
Vervolgens ontvangt u op 29 juli een brief van de heer Van Grisdijk ter bevestiging van het ontslag
op staande voet. In de bevestigingsbrief staat dat u op donderdag 25 juli 2019, omstreeks tien
minuten over twee uur, door uw teamleider meneer van Grisdijk bent aangetroffen terwijl u aan het
roken was aan de achterzijde van de bedrijfshal nabij de gasdepots. Hier heeft uw teamleider
melding van gemaakt bij de directeur, de heer Boudestein. In de bevestigingsbrief staat dat u
bekend bent met het feit dat roken op het bedrijfsterrein verboden is, want dit staat in artikel negen
van uw arbeidsovereenkomst. In de brief ter bevestiging van uw ontslag staat dat A-West Fuel B.V.
conform artikel acht van uw arbeidsovereenkomst gerechtigd is om de arbeidsovereenkomst te
beëindigen. De brief vermeldt dat het roken op het bedrijfsterrein de eigendommen van A-West
Fuel B.V. en de personeelsleden in ernstig gevaar heeft gebracht. Volgens A-West Fuel B.V. is dit een
dringende reden om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Juridische aspecten
Om de rechtsvraag, of er sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet, zo goed mogelijk te
kunnen beantwoorden, is het zaak om de regelgeving en toepasselijke jurisprudentie in kaart te
brengen. Als er sprake is van een dringende reden, dan kan zowel de werkgever als de werknemer
de arbeidsovereenkomst gelijk opzeggen. Daarnaast zal de partij die opzegt zo spoedig mogelijk
mededeling moeten doen van deze dringende reden aan de wederpartij. Dit blijkt uit artikel 7:677 lid
1 van het Burgerlijk Wetboek.
1
Individuele arbeidsovereenkomst, artikel 9
2
Individuele arbeidsovereenkomst, artikel 8