Week 3 Vervolging
Stappenplan beklagprocedure niet-verdere vervolging
1. Vervolgingsmonopolie en opportuniteitsbeginsel
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het exclusieve recht om te beslissen of een
verdachte wordt vervolgd (art. 167 Sv).
Op grond van het opportuniteitsbeginsel kan het OM afzien van vervolging,
bijvoorbeeld ‘op gronden aan het algemeen belang ontleend’ (art. 167 en 242 Sv).
2. Beslissing OM om niet te vervolgen (sepot)
Bij een sepot eindigt de zaak in principe.
Ook als een parkeerwachter of hoofdagent meedeelt dat vervolging niet zal
plaatsvinden, mag de verdachte daarop vertrouwen, tenzij:
o Er nieuwe bezwaren zijn (art. 255 Sv), of
o Er een artikel 12-procedure wordt gestart.
3. Doorbreking vervolgingsmonopolie via artikel 12 Sv
Een burger die rechtstreeks belanghebbende is kan bij het gerechtshof klagen als:
o Een strafbaar feit niet wordt vervolgd, de vervolging niet wordt voortgezet of
via een strafbeschikking plaatsvindt;
o Volgens de klager de verdachte wordt vervolgd voor een te licht feit (HR
Zeeuwse Motorrijder: het hof beoordeelt zelf volledig voor welke
strafbepalingen vervolging zou moeten plaatsvinden).
4. Rechtstreeks belanghebbende
Dit is degene die door het uitblijven of de voortzetting van vervolging persoonlijk
geraakt wordt (materieel of immaterieel).
Dit betreft in principe het slachtoffer of een organisatie met een relevant belang bij de
zaak (art. 12 lid 2 Sv).
5. Uitspraak gerechtshof
Indien het hof oordeelt dat er voldoende basis is voor vervolging van een ander feit,
kan het OM opdracht geven tot vervolging (art. 12i Sv).
Het hof kan echter niet verplichten tot veroordeling; het bevel betreft alleen
het instellen of voortzetten van de vervolging.
, Stappenplan: Seponeren
1. Seponeren: beslissing tot niet vervolgen of niet verder vervolgen
De officier van justitie (OvJ) kan besluiten een zaak niet voort te zetten.
2. Soorten sepotten
a. Technisch sepot
o Redenen die maken dat de zaak niet haalbaar is voor een veroordeling.
b. Beleidssepot
o Gegrond op de wenselijkheid (opportuniteit) om de zaak niet voort te zetten,
ondanks dat de zaak technisch haalbaar is.
o De OvJ maakt een belangenafweging in het algemeen belang (art. 167 en 242
lid 2 Sv).
o Vervolging kan soms nadelige gevolgen hebben voor de samenleving, daarom
wordt de zaak niet voortgezet.
c. Voorwaardelijk sepot
o De zaak wordt geseponeerd onder de voorwaarde dat de verdachte binnen een
bepaalde periode geen strafbare feiten pleegt.
o Bijzondere voorwaarden worden tegenwoordig zelden meer gesteld; hiervoor
is meestal de strafbeschikkingbedoeld (art. 167 lid 2 Sv).
3. Anticiperen op eindoordeel van de rechter
De OvJ moet anticiperen op het eindoordeel van de rechter (art. 348 en 350 Sv).
4. Voorbeelden voor sepot
Persoonsverwisseling (ten onrechte verdachte).
Onrechtmatig verkregen bewijs.
Niet ontvankelijkheid door bijvoorbeeld verjaring.
Het feit is niet strafbaar (bijvoorbeeld geen strafbare gedraging volgens de wet).
Strafuitsluitingsgronden (zoals rechtmatig geweld van opsporingsambtenaar).
Stappenplan beklagprocedure niet-verdere vervolging
1. Vervolgingsmonopolie en opportuniteitsbeginsel
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het exclusieve recht om te beslissen of een
verdachte wordt vervolgd (art. 167 Sv).
Op grond van het opportuniteitsbeginsel kan het OM afzien van vervolging,
bijvoorbeeld ‘op gronden aan het algemeen belang ontleend’ (art. 167 en 242 Sv).
2. Beslissing OM om niet te vervolgen (sepot)
Bij een sepot eindigt de zaak in principe.
Ook als een parkeerwachter of hoofdagent meedeelt dat vervolging niet zal
plaatsvinden, mag de verdachte daarop vertrouwen, tenzij:
o Er nieuwe bezwaren zijn (art. 255 Sv), of
o Er een artikel 12-procedure wordt gestart.
3. Doorbreking vervolgingsmonopolie via artikel 12 Sv
Een burger die rechtstreeks belanghebbende is kan bij het gerechtshof klagen als:
o Een strafbaar feit niet wordt vervolgd, de vervolging niet wordt voortgezet of
via een strafbeschikking plaatsvindt;
o Volgens de klager de verdachte wordt vervolgd voor een te licht feit (HR
Zeeuwse Motorrijder: het hof beoordeelt zelf volledig voor welke
strafbepalingen vervolging zou moeten plaatsvinden).
4. Rechtstreeks belanghebbende
Dit is degene die door het uitblijven of de voortzetting van vervolging persoonlijk
geraakt wordt (materieel of immaterieel).
Dit betreft in principe het slachtoffer of een organisatie met een relevant belang bij de
zaak (art. 12 lid 2 Sv).
5. Uitspraak gerechtshof
Indien het hof oordeelt dat er voldoende basis is voor vervolging van een ander feit,
kan het OM opdracht geven tot vervolging (art. 12i Sv).
Het hof kan echter niet verplichten tot veroordeling; het bevel betreft alleen
het instellen of voortzetten van de vervolging.
, Stappenplan: Seponeren
1. Seponeren: beslissing tot niet vervolgen of niet verder vervolgen
De officier van justitie (OvJ) kan besluiten een zaak niet voort te zetten.
2. Soorten sepotten
a. Technisch sepot
o Redenen die maken dat de zaak niet haalbaar is voor een veroordeling.
b. Beleidssepot
o Gegrond op de wenselijkheid (opportuniteit) om de zaak niet voort te zetten,
ondanks dat de zaak technisch haalbaar is.
o De OvJ maakt een belangenafweging in het algemeen belang (art. 167 en 242
lid 2 Sv).
o Vervolging kan soms nadelige gevolgen hebben voor de samenleving, daarom
wordt de zaak niet voortgezet.
c. Voorwaardelijk sepot
o De zaak wordt geseponeerd onder de voorwaarde dat de verdachte binnen een
bepaalde periode geen strafbare feiten pleegt.
o Bijzondere voorwaarden worden tegenwoordig zelden meer gesteld; hiervoor
is meestal de strafbeschikkingbedoeld (art. 167 lid 2 Sv).
3. Anticiperen op eindoordeel van de rechter
De OvJ moet anticiperen op het eindoordeel van de rechter (art. 348 en 350 Sv).
4. Voorbeelden voor sepot
Persoonsverwisseling (ten onrechte verdachte).
Onrechtmatig verkregen bewijs.
Niet ontvankelijkheid door bijvoorbeeld verjaring.
Het feit is niet strafbaar (bijvoorbeeld geen strafbare gedraging volgens de wet).
Strafuitsluitingsgronden (zoals rechtmatig geweld van opsporingsambtenaar).