Week 1 Inleiding
Stappenplan: bronnen van het Strafprocesrecht
1. Wettelijke bronnen (geschreven recht)
1.1. Wetboek van Strafvordering (Sv)
Dit is de centrale wettelijke regeling voor het strafprocesrecht in Nederland. Hierin staan de
regels over strafvordering, opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van
straffen.
1.2. Grondwet
De Grondwet bevat fundamentele bepalingen die ook van belang zijn voor het
strafprocesrecht, waaronder:
Artikel 1 – Het gelijkheidsbeginsel: iedereen moet gelijk behandeld worden.
Artikel 17 – Recht op toegang tot de rechter: niemand mag tegen zijn wil worden
afgehouden van de rechter.
Artikel 107 – Regelt de verdeling van wetgevende bevoegdheden.
1.3. Bijzondere wetten
Naast het Wetboek van Strafvordering zijn er specifieke wetten die strafprocesrechtelijke
bepalingen bevatten, zoals:
De Opiumwet (drugszaken)
De Wegenverkeerswet (verkeersovertredingen)
De Terrorismewetgeving (aanpak van terrorisme)
1.4. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en ministeriële regelingen
Deze regelgeving is afgeleid van de wet en moet binnen de kaders van artikel 1 Sv blijven.
Ze geven nadere invulling aan het strafprocesrecht.
2. Internationale bronnen
2.1. Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM)
Het EVRM bevat bepalingen die direct van invloed zijn op het strafproces. Belangrijke
artikelen zijn:
Artikel 5 – Recht op vrijheid en veiligheid
Artikel 6 – Recht op een eerlijk proces
Artikel 8 – Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven
Artikel 14 – Verbod op discriminatie
2.2. Overig internationaal en Europees recht
Andere belangrijke bronnen zijn:
Het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR)
, Het EU-recht, zoals richtlijnen en verordeningen die strafprocesrechtelijke invloed
hebben
3. On(geschreven) recht
3.1. Jurisprudentie
Rechterlijke uitspraken vormen een belangrijke bron voor de interpretatie en toepassing van
strafprocesrechtelijke regels.
3.2. Beginselen van een goede procesorde
Naast geschreven regels zijn ook fundamentele rechtsbeginselen van belang, waaronder:
Het vertrouwensbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel
Proportionaliteit en subsidiariteit
Het verbod van détournement de pouvoir (machtsmisbruik door de overheid)
Stappenplan: bronnen van het Strafprocesrecht
1. Wettelijke bronnen (geschreven recht)
1.1. Wetboek van Strafvordering (Sv)
Dit is de centrale wettelijke regeling voor het strafprocesrecht in Nederland. Hierin staan de
regels over strafvordering, opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging van
straffen.
1.2. Grondwet
De Grondwet bevat fundamentele bepalingen die ook van belang zijn voor het
strafprocesrecht, waaronder:
Artikel 1 – Het gelijkheidsbeginsel: iedereen moet gelijk behandeld worden.
Artikel 17 – Recht op toegang tot de rechter: niemand mag tegen zijn wil worden
afgehouden van de rechter.
Artikel 107 – Regelt de verdeling van wetgevende bevoegdheden.
1.3. Bijzondere wetten
Naast het Wetboek van Strafvordering zijn er specifieke wetten die strafprocesrechtelijke
bepalingen bevatten, zoals:
De Opiumwet (drugszaken)
De Wegenverkeerswet (verkeersovertredingen)
De Terrorismewetgeving (aanpak van terrorisme)
1.4. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en ministeriële regelingen
Deze regelgeving is afgeleid van de wet en moet binnen de kaders van artikel 1 Sv blijven.
Ze geven nadere invulling aan het strafprocesrecht.
2. Internationale bronnen
2.1. Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM)
Het EVRM bevat bepalingen die direct van invloed zijn op het strafproces. Belangrijke
artikelen zijn:
Artikel 5 – Recht op vrijheid en veiligheid
Artikel 6 – Recht op een eerlijk proces
Artikel 8 – Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven
Artikel 14 – Verbod op discriminatie
2.2. Overig internationaal en Europees recht
Andere belangrijke bronnen zijn:
Het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR)
, Het EU-recht, zoals richtlijnen en verordeningen die strafprocesrechtelijke invloed
hebben
3. On(geschreven) recht
3.1. Jurisprudentie
Rechterlijke uitspraken vormen een belangrijke bron voor de interpretatie en toepassing van
strafprocesrechtelijke regels.
3.2. Beginselen van een goede procesorde
Naast geschreven regels zijn ook fundamentele rechtsbeginselen van belang, waaronder:
Het vertrouwensbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel
Proportionaliteit en subsidiariteit
Het verbod van détournement de pouvoir (machtsmisbruik door de overheid)