Inleiding: wat is psychologie?
= wetenschappelijke studie en gebaseerd op wetenschappelijk
verkregen gegevens (bv. door onderzoek)
= studie van gedrag
Waarneembaar gedrag = zichtbaar handelen
= beweging, communicatie, omgang met anderen…
Niet-waarneembaar gedrag = mentale processen
= waarnemen, denken, fantasie, gevoelens, plannen, behoeften
= menselijke activiteiten die inwendig plaatsvinden: persoonlijk en
resultaat van werking hersenen
= studie van het individu
Bestuderen van de mens (niet van de groep)
= wetenschappelijke studie van gedrag en mentale processen van
individuen
Hoofdstuk 1: terreinverkenning
Ontwikkelings- of levenslooppsychologie
= wetenschappelijke studie van het gedrag doorheen de verschillende
levensfasen van de mens
Gedrag:
Zichtbaar handelen = waarneembaar gedrag
Niet-waarneembaar gedrag
= waarnemen, denken, fantasie, gevoelens, behoeften…
= mentale processen
1.1 Een korte historiek
1
Samenvatting psychologie
,1.1.1 Verre voorgeschiedenis
Voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
Alledaagse opvattingen: wat mensen intuïtief denken
Theoretische beschouwingen: denkwerk filosofen over ontwikkeling
vd mens
Nog geen wetenschap:
Geen systematische observaties
Geen samenhangende theorieën
Theoretische beschouwingen: denkwerk filosofen
Tot eind 18e eeuw: werk van filosofen
Vraag: welke factoren sturen de ontwikkeling?
2 opvattingen: nature-nurture-debat
Nativisten (nature): we worden wat de natuur ons heeft
meegegeven, alles ligt ong. vast bij de geboorte
= natuurlijk aanleg
Cf. ROUSSEAU
Empiristen (nurture): nadruk op ervaring en opvoeding
(omgeving)
= via invloeden na de geboorte
Cf. LOCKE
Let op: uitspraken staan los van onderzoek! (voorwetenschappelijk)
Pedagogisch optimisme? = empirist: “het maakt niet uit hoe je
geboren bent, je kan er nog alles van maken” = zijn optimistisch
want het is nog niet allemaal bepaald
1.1.2 Start van de ‘genetische’ psychologie
Begin van de systematische observaties
Eind 18e + 19e eeuw: babybiografieën:
Biologen, filosofen, pedagogen beschrijven vorderingen van eigen
kinderen
NIEUW: niet alleen nadenken maar systematisch observeren
Maar! subjectief en slechts 1 of 2 casussen
2
Samenvatting psychologie
, ‘Genetische’ psychologie
Nieuwe wetenschap
Focus op kinderen
Ontwikkeling = proces dat bijna helemaal erfelijk wordt gestuurd
= ‘wording’ (genese) van de (volwassen) mens
1.1.3 Omvorming tot een ontwikkelingspsychologie
Nieuwe onderzoekstechnieken
Voor het verzamelen van gegevens
Voor het verwerken van de gegevens
Nieuwe theorievorming
Ontwikkeling: naast biologische rijpingsprocessen ook opvoeding en
ervaring
‘Genetische’ psychologie wordt ontwikkelingspsychologie
Meer neutrale benaming
Focus op kinderen
Discussie over term ‘ontwikkeling’ ontvouwen wat (verborgen)
eigenlijk al aanwezig was?
1.1.4 Uitgroei tot een volwaardige levenslooppsychologie
Vanaf midden 20ste eeuw
Ontwikkeling = levenslang veranderingsproces (dus niet enkel van
kindertijd tot puberteit)
Naast de kindertijd ook interesse voor andere levensfasen
Jongeren = adolescentie
Langer naar school zoeken elkaar op eigen omgangsvormen
Ouderen (interesse vanuit de medische uithoek)
Medische problemen + pensionering groep met eigen
kenmerken
Volwassenen
‘Stabiele periode met nauwelijks evolutie’ blijven lange tijd
niet systematisch onderzocht
3
Samenvatting psychologie
, Samenvoegen van de verschillende levensfasen
Ontstaan levenslooppsychologie: psychologie waarin de mens
bestudeerd wordt in heel zijn ontwikkelingsgang
1.2 De indeling in fasen
Ontwikkeling = een levenslang veranderingsproces
Iedere levensfase opent nieuwe perspectieven
Gedragsvormen, opvattingen en vaardigheden die verdwijnen en
andere die in de plaats komen
Fase Leeftijd *
Prenatale fase Conceptie tot geboorte
Baby Geboorte tot 1 jaar
Peuter 1 – 3 jaar
Kleuter 3 – 6 jaar
Schoolkind 6 – 12 jaar
Adolescent 12 – 22 jaar
Volwassene 22 – 60/65 jaar
Oudere 60/65 jaar - dood
1.2.1 Continuïteit of discontinuïteit in de ontwikkeling
Iedere levensfase vertoont specifieke kenmerken:
Kwantitatief (bv. lichaamsgestalte, hoeveelheid kennis en
vaardigheden…)
Kwalitatief (manier van denken, voelen en handelen)
Discussie: geleidelijke of bruuske overgangen tussen de levensfasen?
Aanwijzingen voor discontinuïteit
Duidelijke verschillen tussen fasen
Periodes van relatieven stabiliteit, met korte overgangsperiodes
4
Samenvatting psychologie
, Aanwijzingen voor continuïteit
Mens verandert voortdurend, overgangen gespreid over een zekere
tijd
Veranderingen in gedrag ontwikkeling niet steeds synchroon
1.2.2 t.e.m. 1.2.4: geen leerstof
1.2.5 Poging tot synthese
Het leven: opeenvolging van fasen of continue ontwikkeling?
Continu kleine veranderingen
Na verloop van tijd een nieuw patroon
Is er een universeel patroon? (= maakt iedereen dezelfde fasen
door?)
Beïnvloedende factoren:
Normatieve invloeden: factoren die bij de meeste mensen
ongeveer dezelfde impact hebben
Non-formatieve invloeden: individuele ervaringen die impact
hebben op iemands ontwikkeling?
1.3 Factoren die de ontwikkeling sturen
2 factoren: erfelijkheid (=nature) en milieu (=nurture)
1.3.1 Rol van de erfelijkheid
= genetische aanleg
Structuur: chromosomen DNA genen
Maar: geen apart gen voor elke eigenschap
Maar: meestal geen eenvoudige overerving van generatie op generatie
Kunnen zowel manifest (direct observeerbaar) als latent (nog
onzichtbaar) aanwezig zijn
Bv. lichaamslengte, kleur ogen, huidskleur…
Bv. bepaalde talenten?, verstandelijke aanleg?...
Ontwikkeling = rijping
5
Samenvatting psychologie
, 1.3.2 Invloeden vanuit het milieu
= omgeving oefent invloed uit op ontwikkeling
Opvoeding: belangrijk (soms levenslang invloed)
Ook ruimere omgeving: land, dorp, klimaat, cultuur, gezin, vrienden,
leerkracht, gebeurtenissen…
= mens wordt bepaald door zijn opvoeding en zijn omgeving
Ontwikkeling = leren
(Bio-) ecologische systementheorie van Bronfenbrenner =
omgevingsinvloeden die rol kunnen spelen in ontwikkeling
Biologische eigenschappen van het individu
Microsysteem = rechtstreekse contactpersonen
Bv. gezin, vriendenkring, leerkrachten, buren…
Mesosyteem = interacties tussen personen uit microsysteem
Bv. interesse van ouders voor schoolse prestaties, interesse
school in gezin…
Exosysteem = aspecten vd sociale omgeving die geen directe
invloed hebben op individu, maar wel via de mensen waarmee het in
contact komt
Bv. vriendenkring vd ouders, aanwezigheid van medische
voorzieningen
Macrosysteem = cultuur met haar waarden en normen
Bv. opgroeien in een traditionele of moderne samenleving,
opgroeien als minderheidsgroep…
Chronosysteem = na verloop van tijd kunnen er veranderingen
optreden in de omgevingsfactoren
Bv. scheiding, verhuizing, oorlog…
1.3.3: geen leerstof
6
Samenvatting psychologie