Hoofdstuk 4 Sport en verkeer | Krachten
veerkracht Fv
spankracht Fs (richting van het touw)
zwaartekracht Fz (grijpt aan in het zwaartepunt)
normaalkracht Fn (loodrecht op de ondergrond)
wrijvingskracht Fw
schuifwrijving Fw,s (hangt af van ruwheid en gewicht)
rolweerstand Fw,r (hangt af van contactoppervlak en gewicht)
luchtweerstand Fw,l (hangt af van snelheid, frontale opp., stroomlijn , ρ lucht)
Fz = m ∙ g g
Fv = C ∙ g u
Fv veerkracht N
C veerconstant N/
e m
u uitrekking m
De veerconstante C is groter bij een stugger e veer.
Fw,s = f ∙ g Fn
Fw,s schuifwrijving N
f schuifwrijvingscoëfficiënt -
Fn normaalkracht N
Fw,r = cr ∙ g Fn
Fw,r rolweerstandskracht N
cr rolweerstandscoëfficiënt -
Fn normaalkracht N
Fw,l = k ∙ g v2
krachtenpaar
krachten zijn even groot
krachten werken in tegengestelde richting
krachten werken op twee verschillende voorwerpen kunnen elkaar nooit opheffen
Bij evenwicht kijk je alleen naar de krachten die op hetzelfde voorwerp werken.
evenwicht resulterende kracht = 0
parallellogramconstructie
diagonaal van het parallellogram is de somkracht
kracht kun je langs zijn werklijn verschuiven