Samenvatting Kijk op spel

Samenvatting boek ‘Kijk op spel’ hoofdstuk 1 t/m 6

Hoofdstuk 1 (drama inhoudelijk)

Dramatische vormgeving: de wijze waarop het spel wordt gepresenteerd.
Dramatische verbeelding: innerlijke beelden. Hangt samen met fantasie en creativiteit.

Driedeling drama:
1. Drama als cultuurgoed
- Het kind ontwikkelt inzicht in de kunstvorm theater, maar ook eigen smaak.

2. Drama als didactisch hulpmiddel voor leerinhouden van andere vakken.
- Drama wordt binnen het onderwijs ingezet om meer begrip te ontwikkelen voor de
ontwikkelgebieden; taal, rekenonderwijs.

3. Drama als pedagogisch middel
- Aanleren van vaardigheden, waaronder de sociaal-emotionele ontwikkeling. Je stelt
bijvoorbeeld pedagogische doelstellingen.

Procesgerichte didactiek model (PD-model); 3 productcomponenten (MVB-model)
1. Materie > uitdrukkingsmogelijkheden; gebaar, houding, mimiek
2. Vorm > speelstijlen en speltechnieken
3. Betekenis > persoonlijke verbinding die de speler heeft met zijn spelinhoud

In het MVB-model van drama staan er in de ring 5 componenten:
- Presenteren -> het overbrengen op publiek
- Spelen -> doen-alsof-spel, spelvaardigheden
- Beschouwen -> kunnen nadenken over spel van anderen.
- Ontwerpen en vormgeven -> ideeën, gedachten omzetten in scenes.
- Regisseren -> vormgeven voor buitenstaanders en voor elkaar.

Het procesgerichte karakter van drama in 3 fases:
1. Aftastfase > wennen aan het vak
2. Kennismaken met spelcriteria > kennis met spelhouding, spelrichting etc.
3. Inzetten op perfect spel > beter worden d.m.v. feedback

Je leert bij drama van elkaar wanneer je met elkaar bent. Ook doe je aan doen-alsof-spellen,
de leerkracht zorgt dan voor de pendel tussen actief spelen en beschouwen van zowel dat
eigen spel als het spel van medeleerlingen.

De sociaal constructivistische leerstijl kan als volgt worden omschreven:
Iedere speltechniek heeft een aantal aandachtspunten/criteria waaraan moet voldoen.
- Praktisch: door te oefenen krijgt het kind op ervaringsniveau begrip van de werkvorm
en zijn positie ten opzichte van die werkvorm (begrijp en kan ik dit?)

- Cognitief: door te beschouwen ontstaat inzicht in het belang van kennis en
vaardigheidsobjecten. Oordelen over het effect op bijvoorbeeld de kijker.

1

, Waarom drama op de pabo? > om het vak te leren geven en om inzicht te krijgen in de
kenmerken en de begeleidingsaspecten ervan. Ook om je persoonlijke professionaliteit te
vergroten.
Ook stimuleert het de non-verbale communicatie.

Zowel procesgericht als op productgericht niveau draait het bij drama om de drie
kenwoorden: fantasie, creativiteit en zelfvertrouwen.

- Fantasie = verbeeldingskracht
Bij kinderen is het iets aangeboren waarmee een kind datgene wat hij ervaart en leert
op eigen wijze verwerkt en tot uitdrukking brengt.
Fantasie vereist vrijheid van denken, denken dat losstaat van invloeden, geen grenzen
en zet de realiteit in perspectief.

- Creativiteit = het scheppend vermogen om nieuwe en/of ongebruikelijke maar
toepasbare oplossingen voor problemen te vinden. Het creatieve vermogen wordt het
sterkt ontwikkeld in een rijke leeromgeving waar kinderen gestimuleerd worden om
zelf oplossingen te bedenken.

- Zelfvertrouwen = niet bang zijn om fouten te maken, vertrouw in jezelf. Kinderen met
zelfvertrouwen zijn creatiever. Belangrijk is complimenten geven kind.


Rol leerkracht:
De leerkracht is de centrale figuur bij het scheppen van de juiste voorwaarden voor
creativiteit en zelfvertrouwen. In dat opzicht is de visie belangrijk waarmee je naar leerlingen
kijkt




2