Psychologie
Hoofdstuk 3: psychoanalyse (les)
Inleiding
Psychodynamische school: driften, emoties, verlangens, voorstellingen, zelfbeelden staan
centraal
Verleden neem belangrijke plaats in
Psychoanalyse: beeld van ajuin -> rok per rok afpellen en in het midden een hard stuk/harde
kern
-> gericht om mensen laagje per laagje af te pellen -> reconstrueren en teruggaan in het
verleden-> daarna ajuin weer construeren
Centraal: Affectief-relationeel verleden van de persoon
Driften ↔ Uber-Ich
Invloed van het onbewuste en verdrongen inhouden
Wat ervoor kwam
Mesmer (ontwikkelaar van hypnose): hypnose als methodiek
Charcot:
Leermeester Freud (1856)
Hysterie:
o Lichamelijk → sensorisch → psychisch
o Psychologische redenen?
o Product van suggestie
Hypnose
Bruer: studien über hysterie
Middels hypnose Catharsis → vrije associatie
Fliess
Theorieën en concepten
Psychoseksuele fasen
Opeenvolgende fasen waarbij de psychische energie focust op andere erogene zones:
Orale fase
o Periode: Baby’s: ze zuigen aan moederborst, verkent wereld via mond
o Staat centraal: afhankelijkheid versus zelfstandigheid
Anale fase
o Periode: zindelijkheid(trainingen)
o Zindelijkheid gaat over conformeren, gedisciplineerd, orde en netheid versus slordig
Fallische fase
o Periode: kinderen ontdekken dat er 2 geslachten zijn
Oedipuscomplex: jongens worden verliefd op moeder
Elektracomplex: meisjes worden verliefd op vader
Latentiefase
o Periode: lagere-schoolleeftijd
o Rustperiode
Genitale fase
, o Seksuele lust naar het andere geslacht, geslachtsdaad
Elke fase brengt specifieke conflicten met zich mee maar men succesvol mee moet omgaan
Persoonlijkheidsstructuur
Persoonlijkheid = driedelige structuur
Es – irrationele component
Aangeboren driften – libidineuze energie
Processen: onlogisch, chaotisch
Ten dienste van het lustprincipe, verlangen om lusten te volbrengen (eten, seks, plezier, …)
Iedereen heeft lusten die abnormaal zijn bv: verkrachtingslust -> deze blijven in de kelder
Ich – rationele component
Onder invloed van de externe werkelijkheid
Realiteitsprincipe
Uber-Ich – maatschappelijk, normerende context
Geweten
Weergaven van ons ideaalbeeld
Ethische normen en waarden
Onbewuste
Bewuste: het bewust is waar mensen over spreken, hetgeen dat je in taal kan voegen, hetgeen waar
je over kan denken
Voorbewuste:
Onbewuste
Nooit bewust, bewust → onbewust
Driften: Eros ↔ Thanatos
Analytische kuur
=> Hermeneutische methode: achteraf betekenis verlenen aan de klacht
Vrije associatie
Spreken:
Vormgeven aan je eigen subject
Gekenmerkt door kronkels en eigenaardigheden
Onbewuste manifesteert zich
Duidingen
Betekenis gaat verder dan semantiek
Luisteren en interpreteren, ontcijferen, duiden
Door duiding krijgt het verhaal een andere betekenis
Weerstand
We hebben een mechanisme dat ons verdedigt tegen onaangename herinneringen
Tegen bewust worden van nefaste herinneringen, motieven, fantasieën
Hoofdstuk 3: psychoanalyse (les)
Inleiding
Psychodynamische school: driften, emoties, verlangens, voorstellingen, zelfbeelden staan
centraal
Verleden neem belangrijke plaats in
Psychoanalyse: beeld van ajuin -> rok per rok afpellen en in het midden een hard stuk/harde
kern
-> gericht om mensen laagje per laagje af te pellen -> reconstrueren en teruggaan in het
verleden-> daarna ajuin weer construeren
Centraal: Affectief-relationeel verleden van de persoon
Driften ↔ Uber-Ich
Invloed van het onbewuste en verdrongen inhouden
Wat ervoor kwam
Mesmer (ontwikkelaar van hypnose): hypnose als methodiek
Charcot:
Leermeester Freud (1856)
Hysterie:
o Lichamelijk → sensorisch → psychisch
o Psychologische redenen?
o Product van suggestie
Hypnose
Bruer: studien über hysterie
Middels hypnose Catharsis → vrije associatie
Fliess
Theorieën en concepten
Psychoseksuele fasen
Opeenvolgende fasen waarbij de psychische energie focust op andere erogene zones:
Orale fase
o Periode: Baby’s: ze zuigen aan moederborst, verkent wereld via mond
o Staat centraal: afhankelijkheid versus zelfstandigheid
Anale fase
o Periode: zindelijkheid(trainingen)
o Zindelijkheid gaat over conformeren, gedisciplineerd, orde en netheid versus slordig
Fallische fase
o Periode: kinderen ontdekken dat er 2 geslachten zijn
Oedipuscomplex: jongens worden verliefd op moeder
Elektracomplex: meisjes worden verliefd op vader
Latentiefase
o Periode: lagere-schoolleeftijd
o Rustperiode
Genitale fase
, o Seksuele lust naar het andere geslacht, geslachtsdaad
Elke fase brengt specifieke conflicten met zich mee maar men succesvol mee moet omgaan
Persoonlijkheidsstructuur
Persoonlijkheid = driedelige structuur
Es – irrationele component
Aangeboren driften – libidineuze energie
Processen: onlogisch, chaotisch
Ten dienste van het lustprincipe, verlangen om lusten te volbrengen (eten, seks, plezier, …)
Iedereen heeft lusten die abnormaal zijn bv: verkrachtingslust -> deze blijven in de kelder
Ich – rationele component
Onder invloed van de externe werkelijkheid
Realiteitsprincipe
Uber-Ich – maatschappelijk, normerende context
Geweten
Weergaven van ons ideaalbeeld
Ethische normen en waarden
Onbewuste
Bewuste: het bewust is waar mensen over spreken, hetgeen dat je in taal kan voegen, hetgeen waar
je over kan denken
Voorbewuste:
Onbewuste
Nooit bewust, bewust → onbewust
Driften: Eros ↔ Thanatos
Analytische kuur
=> Hermeneutische methode: achteraf betekenis verlenen aan de klacht
Vrije associatie
Spreken:
Vormgeven aan je eigen subject
Gekenmerkt door kronkels en eigenaardigheden
Onbewuste manifesteert zich
Duidingen
Betekenis gaat verder dan semantiek
Luisteren en interpreteren, ontcijferen, duiden
Door duiding krijgt het verhaal een andere betekenis
Weerstand
We hebben een mechanisme dat ons verdedigt tegen onaangename herinneringen
Tegen bewust worden van nefaste herinneringen, motieven, fantasieën