College 2: 8.2 de opkomst van politieke stromingen
- Congres van Wenen (1814-1815)
- Klemenz von Metternich (1773-1859): Restauratie van het ‘oude’ Europa
- Revolutie, liberalisme en nationalisme de kop indrukken
Politieke stroming 19e eeuw:
- Conservatisme → Door Edmund Burk (1729-1797), vooral bekend
vanwege oppositie tegen Franse Revolutie. Samenleving bestaat uit
organische gegroeide tradities en gebruiken die gekoesterd moeten worden
ipv overboord gegooid worden
- Liberalisme →John Stuart Mill (1806-1873). Vrijheid wordt beknot
door knellende tradities: Monarchie en standensamenleving. Vooral
welgestelde burgers.
- Nationalisme → 2 soorten. Romantisch nationalisme: Alle völkern
werden Brüder. Politiek nationalisme: Natie heeft recht op een staat,
superioriteitsgevoel. Vooral boeren en middenstanders.
- Socialisme →Karl Marx (1818-1883) en Robert Owen (1771-1858).
Marxisme/communisme = wetenschappelijk onderbouwd socialisme.
Klasseloze samenleving. Eduard Bernstein (1850-1932): Sociaal
Democratie vs communisme. Vooral studenten en arbeiders.
8.3 Democratisering
Juli revolutie 1830 → Middenklasse tegen Karel X in Frankrijk
De Franse middenklasse vond zichzelf te veel benadeeld door de
koning, die in haar ogen te veel macht had. Het gevolg was dat er
op 27, 28 en 29 juli een revolutie werd gevoerd. Deze drie dagen
worden in Frankrijk wel de Trois Glorieuses genoemd.
Als gevolg van de geslaagde Julirevolutie braken er in de rest
van Europa ook revoluties uit. De revoluties werden overal
onderdrukt door de Grote Alliantie, behalve in de Nederlanden.
Daar scheurde België zich in af van Nederland.
, College 3: 8.4 de sociale kwestie
Eenwordingsprocessen Italië en Duitsland
Hoofd politieke stroming in 2e helft van de 19e eeuw → Nationalisme
Motieven voor de eenwording processen
● Nationalisme:
- Hang naar soevereiniteit (geen onderdeel willen zijn van…)
- Culturele identiteit (romantisch nationalisme)
- Superioriteitsgevoel (politiek nationalisme)
● Economisch:
- Handelsbelemmeringen worden opgeheven
- Samen sta je sterk
● Defensie:
- Bestand zijn tegen andere mogendheden
- Samen sta je sterk
Italiaanse eenwording
Italië:
● Camillo Cavour zorgde tussen 1859 - 1861 dat het Noordelijke deel los kwam
het Habsburgse Huis en een zelfstandig koninkrijk werd met
Victor Emanuelle II als koning
● In 1861 ontstaat er een samenwerking tussen de koning en de zuidelijke
nationalist Garibaldi met als doel het hele schiereiland te verenigen
● In 1870 geeft het pauselijke Rome (dat gesteund werd door Franse legers)
zich over en daarna wordt Italië een eenheidsstaat
, Duitse eenwording
Duitsland:
● In 1862 wordt Otto von Bismarck premier van het koninkrijk Pruisen, een
van de 39 Duitse staten
● Von Bismarck zorgt ervoor dat Pruisen een uitstekend georganiseerd leger
krijgt
● Von Bismarck krijgt de steun van de Zuid-Duitse staten om een oorlog tegen
Frankrijk te voeren
● Beleg van Parijs is het nekschot voor de Fransen
● Na de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) besluiten de Zuid-Duitse en Noord-
Duitse staten zich te verenigen onder keizer Wilhelm I. In de Spiegelzaal van
Versailles wordt de eenwording van Duitsland formeel gemaakt.
Het Ottomaanse Rijk: Drie fasen
1. Periode van Mahmud II →Binnenlandse hervormingen
sinds 1812 gericht op centralisatie
- Leger hervormen naar Europees voorbeeld
- Beter onderwijs voor jongens
- Nieuwe en verbeterde infrastructuur en communicatie
2. Tanzimaat (hervormingen) Periode (1839-1876)
- Moderne bureaucratisch systeem → centralisatie politiek wordt
voortgezet
- Strafrecht naar Europees voorbeeld (gelijkheid tussen moslims en niet-
moslims)
3. De Jonge Turken (hervormen) Periode (1876-1909)
- Plegen een staatsgreep
- Nationalistische kenmerken (Turken moeten hun eigen identiteit tonen)
- Hervormingen in o.a. onderwijs, gelijkheid bij de wet, vrijheid van
godsdienst, gratis onderwijs, scheiding kerk en staat en
vrouwenemancipatie