Werkcollege 1 11-2-2022:
Geschiedenis = ‘Grand narrative’ / Grote vertelling
● Geschiedverhalen zijn een constructie van het verleden
● Narratisme vormt geschiedschrijving en beïnvloedt de kennis over de
geschiedenis
● Vergelijkingen maken in de tijd en verbanden leggen
Hoe komen leerlingen in aanraking met ‘wereldgeschiedenis’?
Europese perspectief overheerst in de schoolboeken.
Naast de onderwerpen schiet de taal tekort.
● Breder, mondiaal perspectief
● Stilstaan bij terminologie
De ‘opening’ van China, de Opium-oorlog (1840-1842):
● Door een teveel aan zilver voor China (Zilver wordt minder waard)
gaat Engeland over op Opiumhandel, Opium is een verdovend
middel (een soort heroïne).
● China sluit de havens voor de Opiumhandel →Engeland
gaat in oorlog met China, om havens weer te openen.
● Engeland krijgt China op de knieën door betere schepen
dan China →Chinese havens werden gedwongen open te
zetten (de verdragshavens). Hongkong werd aan Britse
handen gegeven.
● Er ontstaat een hemels mandaat → Als het niet goed gaat
met het land dan is de keizer afzetbaar. Ook ontstaan er
opstanden o.a. de Bokseropstand.
● Er komt een periode van grote politiek en economsiche instabilieit.
● Dit is het einde van de economische hegemonie van China.
Het westers perspectief:
● Waarom past China zich niet gewoon aan?
● Vanuit ‘westers’ perspectief heel vreemd.
, ● Opening ook heel makkelijk te verklaren: Europees overwicht,
China past zich niet aan.
● Europa dus superieur, China inferieur.
Historisch gezien:
● West-Europa en geïndustrieerde landen focus op water → Want focus
ligt op handel
Chinees perspectief
Qing-dynastie (1644-1911) = Mandsjoe-heerschappij over de (Han-)
Chinezen
Grootste uitbreiding, vooral westelijke steppen der nomaden en Tibet,
vanwege de zijderoute
Wij zijn ‘het middenrijk’:
Focus op land.
Handel en goederen komen naar ons.
Handel is als beroep(s)tak minderwaardig: Vanuit confuciaanse ideeën
heeft iedereen een vaste plek.
De kern is een agrarische samenleving.
Militaire macht komt voort uit landleger.
Historisch gezien ook vaak de norm!
Voor China komen de gevaren vanuit het westen over het land
→ niet vanuit de zee.
Chinese volk reageert op de vernederingen via massale opstanden,
Taiping-opstand (1850-1864) → Miljoenen doden en enorme
verwoestingen
Conclusies en inzicht
Belang van interne factoren: ander perspectief dus
Belang van klimatologische / geografische omstandigheden
Het ‘ligt’ niet aan China. China ‘doet’ niks vreemds
West-Europa wijkt juist af (en verkrijgt daarmee een voorsprong)
, (Andere) interessante conclusies
Wat betekent dit voor de wereld en China nu?
Wanneer China meegaat in de vaart der volkeren nemen ze hun oude
positie weer in
Vanuit Chinees perspectief: herstel / restauratie van normale toestand
Periode 1842-1990(?) als anomalie in de Chinese geschiedenis
We krijgen dus juist een beter inzicht in de Europese geschiedenis (in
het bijzonder Europees modern imperialisme) door het Aziatisch
perspectief in te nemen.
Opdracht wereldgeschiedenis:
● Maak het concreet: noem gebieden / regio’s/ personen /
gebeurtenissen die je dan zou behandelen
● Koppel aan kenmerkende aspecten
● Doelen Wg vind je in de modulehandleiding (course)
● Individuele opdracht
● Je maakt aan de hand van een PP een les voor leerlingen in het
voortgezet onderwijs, klas 1 t/m 3 mavo, havo, vwo (en 4 mavo).
Daarbij staan 2 dingen centraal:
1. Het werken aan inzichten met en voor je leerlingen
2. Multiperperspectiviteit
Dus: Welke inzichten levert een vergelijking van perspectieven op voor
jouw leerlingen?
De les bestaat uit een instap, uitleg en verdiepende opdracht.