SAMENVATTING
KENNISEXAMEN
Eindopdracht Kennisexamen
9 MAART 2025
DANIQUE SAP
paraveterinair Niveau 4, Leerjaar 4
,Inhoud
KT B1-K1: Zorgdragen voor dieren......................................................................................4
2. Heeft kennis van branchespecifieke wet- en regelgeving............................................4
A. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wet dieren:.....................................4
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in het veterinair tuchtcollege:.................5
C. de kandidaat heeft kennis en insicht in maatregelen/ regelgeving rondom
veiligheid:.................................................................................................................... 6
5. heeft kennis van de voortplanting van dieren.............................................................9
A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de voortplantingscyclus......................9
B. de kandidaat heeft inzicht in het beïnvloeden van de voortplantingscycli.............13
11. heeft kennis van algemene biologie van dieren: inwendige hoofdkenmerken:
spijsvertering, functie organen, werking organen.........................................................16
A. de kandidaat heeft kennis van de topografische anatomie:...................................16
B. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
digestiestelsel............................................................................................................ 16
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
locomotie-apparaat.................................................................................................... 17
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
respiratieaparaat....................................................................................................... 18
E. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
circulatie apparaat..................................................................................................... 18
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie de huid 19
G. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
zenuwstelsel.............................................................................................................. 19
H. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
urogenitaal stelsel...................................................................................................... 20
I. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
hormoonstelsel.......................................................................................................... 20
17. heeft kennis van diergezondheid (meldingsplichtige) ziektes en bijbehorende acties,
entingschema’s, afwijkingen en zoönosen....................................................................20
A. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende meldingsplichtige ziektes:
.................................................................................................................................. 20
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in vaccinatieschema’s van hond, kat,
konijn, fret en paard:................................................................................................. 23
C. de kandidaat heeft kennis van vrijwillige en verplichte bestrijdingsprogramma’s: 25
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht van de volgende zoönosen van
gezelschapsdieren:.................................................................................................... 26
E. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende zoönosen bij
landbouwhuisdieren:.................................................................................................. 28
21. heeft kennis van geboorteproces/-omstandigheden: basiskenmerken....................29
1
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
, A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de fases van het normale geboorte
proces........................................................................................................................ 29
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de benodigde extra verzorging die je
als dierenartsassistent paraveterinair aan de eigenaar kan adviseren rondom de
normale geboorte...................................................................................................... 30
22. heeft kennis van het geboorteproces/-omstandigheden: afwijkingen en
bijbehorende acties....................................................................................................... 30
A. de kandidaat heeft bij een afwijkend geboorteproces kennis van en inzicht in:.....30
27. heeft kennis van ehbo van dieren: herkent spar en crash.......................................31
A. de kandidaat heeft kennis van het algemeen klinisch onderzoek van hond en kat:
.................................................................................................................................. 31
B. de kandidaat heeft kennis van spoedonderzoek bij hond en kat:..........................33
KT P5-K1: uitvoeren algemene praktijkwerkzaamheden...................................................35
1. heeft kennis van dierziektes en aandoeningen..........................................................35
A. de kandidaat heeft kennis van algemen pathologische termen en hun latijnse
benamingen............................................................................................................... 35
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in:..........................................................36
C. de kandidaat heeft kennis van onderstaande ziektes. de kandidaat kan van de
genoemde ziektes het volgende benoemen:.............................................................45
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de endoparasieten:...........................52
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende ectoparasieten bij hond,
kat, cavia, en konijn:.................................................................................................. 55
KT P5-K2: verrchten paraveterinaire handelingen.............................................................57
1. heeft kennis van microbiologische hygiëne...............................................................57
A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in het reinigen en desinfecteren van
ruimtes:..................................................................................................................... 57
B. de kandidaat heeft inzicht in persoonlijke hygiëne:...............................................57
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in steriliteit in de operatie ruimtes:.......58
3. heeft kennis van branschespecifieke wet- en regelgeving........................................59
A. de kandidaat heeft kennis van de specicifieke paraveterinair handelingen volgens
de regeling diergeenskundigen:.................................................................................59
B. de kandidaat heeft inzicht in de handelingen die de dierenartsassitent
paraveterinair mag verrichten bij een gebitreiniging.................................................59
4. heeft kennis van anesthesie, werking en toepassing.................................................60
A. de kandidaat heeft kennis van de werking van de volgende middelen in de
gezelschapsdierenpraktijk:........................................................................................60
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anesthesie....................................61
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de werking van het anesthesie
apparaat en verschillende systemen. de kandidaat kent de termen re-breathing en
non-re-breathing........................................................................................................ 62
D. de kandidaat kan een keuze maken uit de verschillende inhalatieanesthesie-
systemen en eenvoudige gasflowberekingen maken.................................................63
2
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
, E. de kandidaat kan van de volgende monitoringsapparatuur aangeven waarvoor de
apparatuur dient, hoe de apparatuur meot worden aangesloten en wat de apparatuur
meet:......................................................................................................................... 63
F. de kandidaat heeft inzicht in te nemen acties bij een anesthesie:.........................64
G. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in pre- en postoperatieve zorg:.............65
6. heeft brede kennis van dierziektes en aandoeningen...............................................65
A. de kandidaat kan pijn herkennen bij hond, kat, paard en konijn. de kandidaat kan
gedrag van een ziek dier herkennen bij hond, kat, paard en konijn...........................65
B. de kandidaat kan de eigenaar adviseren over veel voorkomende
gedragsproblemen bij hond en kat:...........................................................................66
C. de kandidaat kent de belangrijkste eigenschappen van de volgende
dieetvoedingen en ondersteunende voedingen:........................................................68
D. de kandidaat kent de belangrijkste eigenschappen van de volgende specifieke
voedngsmiddelen:...................................................................................................... 70
E. de kandidaat heeft kennis van speciale voedingsstoffen in dieetvoer:..................71
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in laboratoriumonderzoeken in relatie tot
de veronderstelde ziekte of aandoening:...................................................................72
G. De kandidaat heeft inzicht in het maken van röntgenfoto’s en kan beoordelen of
de opname van voldoende kwaliteit is.......................................................................73
H. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in medicijnleer in relatie tot de
veronderstelde ziekte of aandoening:........................................................................75
7. kan ehbo toepassen.................................................................................................. 75
A. De kandidaat kan advies geven en weet hoe te handelen bij de volgende
spoedgevallen:........................................................................................................... 76
B. De kandidaat kan de volgende spoedgevallen herkennen en hier advies over
geven aan de eigenaar:............................................................................................. 81
3
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
KENNISEXAMEN
Eindopdracht Kennisexamen
9 MAART 2025
DANIQUE SAP
paraveterinair Niveau 4, Leerjaar 4
,Inhoud
KT B1-K1: Zorgdragen voor dieren......................................................................................4
2. Heeft kennis van branchespecifieke wet- en regelgeving............................................4
A. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de wet dieren:.....................................4
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in het veterinair tuchtcollege:.................5
C. de kandidaat heeft kennis en insicht in maatregelen/ regelgeving rondom
veiligheid:.................................................................................................................... 6
5. heeft kennis van de voortplanting van dieren.............................................................9
A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de voortplantingscyclus......................9
B. de kandidaat heeft inzicht in het beïnvloeden van de voortplantingscycli.............13
11. heeft kennis van algemene biologie van dieren: inwendige hoofdkenmerken:
spijsvertering, functie organen, werking organen.........................................................16
A. de kandidaat heeft kennis van de topografische anatomie:...................................16
B. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
digestiestelsel............................................................................................................ 16
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
locomotie-apparaat.................................................................................................... 17
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
respiratieaparaat....................................................................................................... 18
E. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
circulatie apparaat..................................................................................................... 18
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie de huid 19
G. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
zenuwstelsel.............................................................................................................. 19
H. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
urogenitaal stelsel...................................................................................................... 20
I. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anatomie en de fysiologie van het
hormoonstelsel.......................................................................................................... 20
17. heeft kennis van diergezondheid (meldingsplichtige) ziektes en bijbehorende acties,
entingschema’s, afwijkingen en zoönosen....................................................................20
A. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende meldingsplichtige ziektes:
.................................................................................................................................. 20
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in vaccinatieschema’s van hond, kat,
konijn, fret en paard:................................................................................................. 23
C. de kandidaat heeft kennis van vrijwillige en verplichte bestrijdingsprogramma’s: 25
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht van de volgende zoönosen van
gezelschapsdieren:.................................................................................................... 26
E. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende zoönosen bij
landbouwhuisdieren:.................................................................................................. 28
21. heeft kennis van geboorteproces/-omstandigheden: basiskenmerken....................29
1
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
, A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de fases van het normale geboorte
proces........................................................................................................................ 29
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de benodigde extra verzorging die je
als dierenartsassistent paraveterinair aan de eigenaar kan adviseren rondom de
normale geboorte...................................................................................................... 30
22. heeft kennis van het geboorteproces/-omstandigheden: afwijkingen en
bijbehorende acties....................................................................................................... 30
A. de kandidaat heeft bij een afwijkend geboorteproces kennis van en inzicht in:.....30
27. heeft kennis van ehbo van dieren: herkent spar en crash.......................................31
A. de kandidaat heeft kennis van het algemeen klinisch onderzoek van hond en kat:
.................................................................................................................................. 31
B. de kandidaat heeft kennis van spoedonderzoek bij hond en kat:..........................33
KT P5-K1: uitvoeren algemene praktijkwerkzaamheden...................................................35
1. heeft kennis van dierziektes en aandoeningen..........................................................35
A. de kandidaat heeft kennis van algemen pathologische termen en hun latijnse
benamingen............................................................................................................... 35
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in:..........................................................36
C. de kandidaat heeft kennis van onderstaande ziektes. de kandidaat kan van de
genoemde ziektes het volgende benoemen:.............................................................45
D. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de endoparasieten:...........................52
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de volgende ectoparasieten bij hond,
kat, cavia, en konijn:.................................................................................................. 55
KT P5-K2: verrchten paraveterinaire handelingen.............................................................57
1. heeft kennis van microbiologische hygiëne...............................................................57
A. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in het reinigen en desinfecteren van
ruimtes:..................................................................................................................... 57
B. de kandidaat heeft inzicht in persoonlijke hygiëne:...............................................57
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in steriliteit in de operatie ruimtes:.......58
3. heeft kennis van branschespecifieke wet- en regelgeving........................................59
A. de kandidaat heeft kennis van de specicifieke paraveterinair handelingen volgens
de regeling diergeenskundigen:.................................................................................59
B. de kandidaat heeft inzicht in de handelingen die de dierenartsassitent
paraveterinair mag verrichten bij een gebitreiniging.................................................59
4. heeft kennis van anesthesie, werking en toepassing.................................................60
A. de kandidaat heeft kennis van de werking van de volgende middelen in de
gezelschapsdierenpraktijk:........................................................................................60
B. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de anesthesie....................................61
C. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in de werking van het anesthesie
apparaat en verschillende systemen. de kandidaat kent de termen re-breathing en
non-re-breathing........................................................................................................ 62
D. de kandidaat kan een keuze maken uit de verschillende inhalatieanesthesie-
systemen en eenvoudige gasflowberekingen maken.................................................63
2
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
, E. de kandidaat kan van de volgende monitoringsapparatuur aangeven waarvoor de
apparatuur dient, hoe de apparatuur meot worden aangesloten en wat de apparatuur
meet:......................................................................................................................... 63
F. de kandidaat heeft inzicht in te nemen acties bij een anesthesie:.........................64
G. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in pre- en postoperatieve zorg:.............65
6. heeft brede kennis van dierziektes en aandoeningen...............................................65
A. de kandidaat kan pijn herkennen bij hond, kat, paard en konijn. de kandidaat kan
gedrag van een ziek dier herkennen bij hond, kat, paard en konijn...........................65
B. de kandidaat kan de eigenaar adviseren over veel voorkomende
gedragsproblemen bij hond en kat:...........................................................................66
C. de kandidaat kent de belangrijkste eigenschappen van de volgende
dieetvoedingen en ondersteunende voedingen:........................................................68
D. de kandidaat kent de belangrijkste eigenschappen van de volgende specifieke
voedngsmiddelen:...................................................................................................... 70
E. de kandidaat heeft kennis van speciale voedingsstoffen in dieetvoer:..................71
F. de kandidaat heeft kennis van en inzicht in laboratoriumonderzoeken in relatie tot
de veronderstelde ziekte of aandoening:...................................................................72
G. De kandidaat heeft inzicht in het maken van röntgenfoto’s en kan beoordelen of
de opname van voldoende kwaliteit is.......................................................................73
H. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in medicijnleer in relatie tot de
veronderstelde ziekte of aandoening:........................................................................75
7. kan ehbo toepassen.................................................................................................. 75
A. De kandidaat kan advies geven en weet hoe te handelen bij de volgende
spoedgevallen:........................................................................................................... 76
B. De kandidaat kan de volgende spoedgevallen herkennen en hier advies over
geven aan de eigenaar:............................................................................................. 81
3
Samenvatting kennismatrijs 2024-2025 – dierenartsassistent paraveterinair – 25577 –
Danique Sap
