Samenvatting Personen-, familie- en erfrecht
Week 1
Bloedverwantschap – art. 1:3 lid 1
Aanverwantschap – art. 1:3 lid 2
Familierechtelijke betrekkingen – art. 1:197
Ouderschap
Moederschap – art. 1:198
Vaderschap – art. 1:199
Als een kind nog geen tweede ouder heeft, kan het worden erkend (art. 1:203 en 1:204). De erkenner
moet ten minste 16 jaar zijn en heeft toestemming nodig van de moeder (en van het kind, als het
kind > 12 jaar) of vervangende toestemming van de rechter.
Als de moeder weigert toestemming te verlenen, dan kan de vader, indien hij verwekker, biologische
vader met family life of instemmende levensgezel is, naar de rechter (art. 1:204 lid 3). Voor de
instemmende levensgezel geldt een ander beoordelingscriterium (art. 1:204 lid 4).
Ouderschap kan ook gerechtelijke worden vastgesteld. De rechter stelt dan het ouderschap van de
verwekker of de instemmende levensgezel vast, indien de man het kind zelf weigert te erkennen (art.
1:207).
Adoptie
Adoptie van een kind in Nederland – art. 1:227 & 1:228.
Algemene vereisten: Kind heeft van ouder in hoedanigheid van ouder niets meer te verwachten,
alleen adoptie van minderjarigen, minimaal leeftijdsverschil van 18 jaar, geen grootouderadoptie,
afstandsmoeder met minimaal 16 jaar zijn, afstandsmoeder heeft relatief veto & minimale
verzorgingstermijn van een jaar.
Einde ouderschap
Ontkenning ouderschap – art. 1:200 & 1:202a
Grond: de ouder is niet de biologische ouder.
Verzoekers: de vader of de moeder van het kind, of het kind zelf.
De man kan het ouderschap niet ontkennen indien hij willens en wetens met een zwangere vrouw is
gehuwd of als hij toestemming heeft verleend voor de daad die tot verwekking heeft geleid.
Het verzoek moet door de moeder binnen 1 jaar na de geboorte worden ingediend en door de vader
binnen 1 jaar nadat hij te weten is gekomen dat hij niet de biologische vader is van het kind.
Het kind moet, indien meerderjarig, binnen 3 jaar nadat het kind bekend is geworden met het feit
dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is, een verzoek indienen. Indien minderjarig
moet het kind het verzoek binnen 3 jaar nadat het kind meerderjarig is geworden indienen.
Vernietiging ouderschap – art. 1:205 & 1:205a
Grond: de ouder is niet de biologische ouder.
Verzoekers: het kind zelf, de erkenner en de geboortemoeder.
Het kind moet het verzoek indienen binnen 3 jaar na het moment van bekendwording van de
biologische werkelijkheid.
,De erkenner en de geboortemoeder kunnen alleen een verzoek tot vernietiging van erkenning
indienen in het geval van bedreiging, dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. De termijn
voor de erkenner en de geboortemoeder is 1 jaar.
Herroeping adoptie – art. 1:231
Herroeping van adoptie kan alleen worden aangevraagd door het kind zelf. Het verzoek kan alleen
worden toegewezen, indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter
van de redelijkheid der herroeping in gemoede overtuigd is, en het verzoek is ingediend niet eerder
dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is
geworden tussen 20 en 23 jaar.
Naamrecht
Voornaam – art. 1:4
Ouders zijn redelijk vrij in het bepalen van een voornaam. Wat niet mag zijn ongepaste namen en
een voornaam die ook een geslachtsnaam is, tenzij die geslachtsnaam een gebruikelijke voornaam is
(lid 2).
Een schrijffout tijdens het opgeven van een voornaam kan gemakkelijk worden hersteld (art. 1:24a).
Geslachtsnaam – art. 1:5
Ouders mogen kiezen welke van hun beide geslachtsnamen hun kind krijgt (lid 4). De
naamskeuzemogelijkheid is sinds kort uitgebreid met de keuze voor een dubbele geslachtsnaam,
bestaande uit de geslachtsnamen van beide ouders. De volgorde wordt bepaald door de ouders. Is
een geslachtsnaam al dubbel, dan wordt slechts een naamdeel doorgegeven (lid 14).
Volle broers en zussen hebben verplicht dezelfde achternaam (lid 8).
Als de ouders geen keuze maken:
Ouders huwelijk of GP naam vader
Ouders geen huwelijk of GP naam moeder
Ouder en niet-ouder (art. 1:253sa) naam moeder
De geslachtsnaam kan worden gewijzigd via een Koninklijk Besluit op beperkte gronden.
Naam echtgenoten – art. 1:9
Echtgenoten en geregistreerde partners mogen elkaars naam voeren. De bevoegdheid duurt voort na
een (echt)scheiding, maar de rechter kan wegens gegronde redenen die bevoegdheid ontnemen,
mits er geen nog levende afstammelingen uit de relatie geboren zijn.
2
, Week 2
Minderjarigheid
Minderjarigheid – art. 1:233 BW
Definitie: Minderjarigen zijn zij die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt en niet
meerderjarig zijn verklaar door de rechter (art. 1:253ha). Art. 1:253ha is alleen van toepassing op
minderjarige vrouwen, wordt alleen toegekend indien in het belang van moeder en kind (lid 4).
Gevolgen minderjarigheid
Minderjarigen staan onder gezag (art. 1:245) en zijn zelf onbevoegd tot gezag (art. 1:246).
Een minderjarige is handelingsbekwaam, mits hij toestemming heeft van zijn wettelijke
vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaalt (art. 1:234). De toestemming wordt aan
de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien
waarvan in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze
zelfstandig verrichten (art. 1:234 lid 3).
Een rechtshandeling van een handelingsonbekwame, is vernietigbaar op grond van art. 3:32 lid 2.
Over het algemeen is een minderjarige ook procesonbekwaam.
Uitzonderingen civiele procesonbekwaamheid
Art. 1:28 lid 4: verzoek geslachtswijziging (vanaf 16)
Art. 1:226 lid 6: adoptie (vanaf 16) – minderjarige moeder mag zichzelf vertegenwoordigen in
adoptieprocedure
Art. 1:235 lid 4: verzoek handlichting (vanaf 16)
Art. 1:250: verzoek benoeming bijzondere curator – kinderen worden los vertegenwoordigt
van hun ouders
Enkele regelingen betreffende het kinderbeschermingsmaatregelenpakket
Uitzonderingen op handelingsonbekwaamheid vanaf 16 jaar
Art. 4:55: testament maken
Art. 7:447: aangaan geneeskundige behandelovereenkomst (+ zelf in rechte verschijnen_
Art. 7:612 lid 1: aangaan arbeidsovereenkomst (+ zelf in rechte verschijnen)
Art. 1:204: kind erkennen
Gezag
Ouderlijk gezag – art. 1:247
Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en
op te voeden. Hieronder valt het verbod op geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere
vernederende behandeling en de plicht om de band met de andere ouder te bevorderen.
Ouderlijk gezag wort door de ouders gezamenlijk of door een ouder uitgeoefend (art. 1:245 lid 3).
Gezag kan ook bestaan tussen een ouder en een niet-ouder (art. 1:253sa, 1:253t i.v.m. art. 1:245 lid
5). Voogdij wordt door een ander dan de ouder uitgeoefend, en kan zowel een- als tweehoofdig zijn
(art. 1:245 lid 2).
Ontstaan ouderlijk gezag
Uit de wet volgt wie van rechtswege gezag krijgt:
Art. 1:253b: de barende vrouw (geboortemoeder) krijgt gezag van rechtswege
3
Week 1
Bloedverwantschap – art. 1:3 lid 1
Aanverwantschap – art. 1:3 lid 2
Familierechtelijke betrekkingen – art. 1:197
Ouderschap
Moederschap – art. 1:198
Vaderschap – art. 1:199
Als een kind nog geen tweede ouder heeft, kan het worden erkend (art. 1:203 en 1:204). De erkenner
moet ten minste 16 jaar zijn en heeft toestemming nodig van de moeder (en van het kind, als het
kind > 12 jaar) of vervangende toestemming van de rechter.
Als de moeder weigert toestemming te verlenen, dan kan de vader, indien hij verwekker, biologische
vader met family life of instemmende levensgezel is, naar de rechter (art. 1:204 lid 3). Voor de
instemmende levensgezel geldt een ander beoordelingscriterium (art. 1:204 lid 4).
Ouderschap kan ook gerechtelijke worden vastgesteld. De rechter stelt dan het ouderschap van de
verwekker of de instemmende levensgezel vast, indien de man het kind zelf weigert te erkennen (art.
1:207).
Adoptie
Adoptie van een kind in Nederland – art. 1:227 & 1:228.
Algemene vereisten: Kind heeft van ouder in hoedanigheid van ouder niets meer te verwachten,
alleen adoptie van minderjarigen, minimaal leeftijdsverschil van 18 jaar, geen grootouderadoptie,
afstandsmoeder met minimaal 16 jaar zijn, afstandsmoeder heeft relatief veto & minimale
verzorgingstermijn van een jaar.
Einde ouderschap
Ontkenning ouderschap – art. 1:200 & 1:202a
Grond: de ouder is niet de biologische ouder.
Verzoekers: de vader of de moeder van het kind, of het kind zelf.
De man kan het ouderschap niet ontkennen indien hij willens en wetens met een zwangere vrouw is
gehuwd of als hij toestemming heeft verleend voor de daad die tot verwekking heeft geleid.
Het verzoek moet door de moeder binnen 1 jaar na de geboorte worden ingediend en door de vader
binnen 1 jaar nadat hij te weten is gekomen dat hij niet de biologische vader is van het kind.
Het kind moet, indien meerderjarig, binnen 3 jaar nadat het kind bekend is geworden met het feit
dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is, een verzoek indienen. Indien minderjarig
moet het kind het verzoek binnen 3 jaar nadat het kind meerderjarig is geworden indienen.
Vernietiging ouderschap – art. 1:205 & 1:205a
Grond: de ouder is niet de biologische ouder.
Verzoekers: het kind zelf, de erkenner en de geboortemoeder.
Het kind moet het verzoek indienen binnen 3 jaar na het moment van bekendwording van de
biologische werkelijkheid.
,De erkenner en de geboortemoeder kunnen alleen een verzoek tot vernietiging van erkenning
indienen in het geval van bedreiging, dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. De termijn
voor de erkenner en de geboortemoeder is 1 jaar.
Herroeping adoptie – art. 1:231
Herroeping van adoptie kan alleen worden aangevraagd door het kind zelf. Het verzoek kan alleen
worden toegewezen, indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter
van de redelijkheid der herroeping in gemoede overtuigd is, en het verzoek is ingediend niet eerder
dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is
geworden tussen 20 en 23 jaar.
Naamrecht
Voornaam – art. 1:4
Ouders zijn redelijk vrij in het bepalen van een voornaam. Wat niet mag zijn ongepaste namen en
een voornaam die ook een geslachtsnaam is, tenzij die geslachtsnaam een gebruikelijke voornaam is
(lid 2).
Een schrijffout tijdens het opgeven van een voornaam kan gemakkelijk worden hersteld (art. 1:24a).
Geslachtsnaam – art. 1:5
Ouders mogen kiezen welke van hun beide geslachtsnamen hun kind krijgt (lid 4). De
naamskeuzemogelijkheid is sinds kort uitgebreid met de keuze voor een dubbele geslachtsnaam,
bestaande uit de geslachtsnamen van beide ouders. De volgorde wordt bepaald door de ouders. Is
een geslachtsnaam al dubbel, dan wordt slechts een naamdeel doorgegeven (lid 14).
Volle broers en zussen hebben verplicht dezelfde achternaam (lid 8).
Als de ouders geen keuze maken:
Ouders huwelijk of GP naam vader
Ouders geen huwelijk of GP naam moeder
Ouder en niet-ouder (art. 1:253sa) naam moeder
De geslachtsnaam kan worden gewijzigd via een Koninklijk Besluit op beperkte gronden.
Naam echtgenoten – art. 1:9
Echtgenoten en geregistreerde partners mogen elkaars naam voeren. De bevoegdheid duurt voort na
een (echt)scheiding, maar de rechter kan wegens gegronde redenen die bevoegdheid ontnemen,
mits er geen nog levende afstammelingen uit de relatie geboren zijn.
2
, Week 2
Minderjarigheid
Minderjarigheid – art. 1:233 BW
Definitie: Minderjarigen zijn zij die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt en niet
meerderjarig zijn verklaar door de rechter (art. 1:253ha). Art. 1:253ha is alleen van toepassing op
minderjarige vrouwen, wordt alleen toegekend indien in het belang van moeder en kind (lid 4).
Gevolgen minderjarigheid
Minderjarigen staan onder gezag (art. 1:245) en zijn zelf onbevoegd tot gezag (art. 1:246).
Een minderjarige is handelingsbekwaam, mits hij toestemming heeft van zijn wettelijke
vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaalt (art. 1:234). De toestemming wordt aan
de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien
waarvan in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze
zelfstandig verrichten (art. 1:234 lid 3).
Een rechtshandeling van een handelingsonbekwame, is vernietigbaar op grond van art. 3:32 lid 2.
Over het algemeen is een minderjarige ook procesonbekwaam.
Uitzonderingen civiele procesonbekwaamheid
Art. 1:28 lid 4: verzoek geslachtswijziging (vanaf 16)
Art. 1:226 lid 6: adoptie (vanaf 16) – minderjarige moeder mag zichzelf vertegenwoordigen in
adoptieprocedure
Art. 1:235 lid 4: verzoek handlichting (vanaf 16)
Art. 1:250: verzoek benoeming bijzondere curator – kinderen worden los vertegenwoordigt
van hun ouders
Enkele regelingen betreffende het kinderbeschermingsmaatregelenpakket
Uitzonderingen op handelingsonbekwaamheid vanaf 16 jaar
Art. 4:55: testament maken
Art. 7:447: aangaan geneeskundige behandelovereenkomst (+ zelf in rechte verschijnen_
Art. 7:612 lid 1: aangaan arbeidsovereenkomst (+ zelf in rechte verschijnen)
Art. 1:204: kind erkennen
Gezag
Ouderlijk gezag – art. 1:247
Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en
op te voeden. Hieronder valt het verbod op geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere
vernederende behandeling en de plicht om de band met de andere ouder te bevorderen.
Ouderlijk gezag wort door de ouders gezamenlijk of door een ouder uitgeoefend (art. 1:245 lid 3).
Gezag kan ook bestaan tussen een ouder en een niet-ouder (art. 1:253sa, 1:253t i.v.m. art. 1:245 lid
5). Voogdij wordt door een ander dan de ouder uitgeoefend, en kan zowel een- als tweehoofdig zijn
(art. 1:245 lid 2).
Ontstaan ouderlijk gezag
Uit de wet volgt wie van rechtswege gezag krijgt:
Art. 1:253b: de barende vrouw (geboortemoeder) krijgt gezag van rechtswege
3