Samenvatting H16 : Toepassingen waterige
evenwichten
16.1
4 soorten neutralisatie reacties:
Sterk zuur + sterke base
Zoutzuur en natronloog:
HCl (aq) + NaOH (aq) H2O (l) + NaCl (aq)
Alle drie (behalve H2O) zijn volledig gedissocieerd in water. Dan hebben we
de volgende neutralisatiereactie hiervan:
H3O+ (aq) + OH- (aq) ↔ 2 H2O (l)
Als molverhouding van HCl en NaOH gelijk is, blijven concentraties in
neutralisatie gelijk aan die van pure water [H3O+] = [OH-] = 1,0∙10-7.
Dit betekent dat deze reactie sterk naar rechts is.
Zout heeft hierin geen zure of basische eigenschappen, dus pH = 7.
Kn = 1,0∙1014, dus heel groot, de n staat voor neutralisatie.
Zwak zuur + sterke base
Zwak zuur is grotendeels niet gedissocieerd in water.
Azijn en natronloog.
CH3COOH(aq) + OH-(aq) → CH3COO-(aq) + H2O(l)
Kn is groot (1,8∙109), dus reactie is nagenoeg aflopend naar rechts
De pH na de reactie : acetaation is zwakke base, dus pH > 7
Sterke base reageert alles op wat voor de pijl staat, dus maakt alles van
azijnzuur op.
Sterk zuur + zwakke base
Sterk zuur is volledig gedissocieerd in H3O+ en A- ionen.
Zoutzuur en ammonia
H3O+(aq) + NH3(aq) → H2O(l) + NH4+(aq)
Kn is groot (1,8∙109) , reactie nagenoeg aflopend naar rechts
pH is hier juist onder 7, NH4 is een zwak zuur, slaat makkelijk H af en dan
krijg je H3O+
De neutralisatie van een zwakke base met een sterk zuur zal zich
voltooien, omdat H3O+ een sterke proton donor is.
Zwak zuur + zwakke base
Azijn en ammonia
CH3COOH(aq) + NH3(aq) ↔ CH3COO-(aq) + NH4+(aq)
Evenwichtsconstante : Kn = Kz x Kb x (1/Kw) = 3,2∙104
104 vinden ze al aan de kleine kant worden, dus dubbele pijl.
Hoe kleiner Kn is, hoe minder zin heeft om naar rechts te gaan, dus meer
richting evenwicht.
Als de K een waarde heeft van <1, dan zal de reactie minder dan tot de
helft voltooien.
, 16.2
Common-ion effect
Zwak zuur en zijn geconjugeerde base is belangrijk, want dit zit vaak in
biologische systemen.
Stap 1: Zoek de soorten: zuur, base en inert
Stap 2: Schrijf protonoverdracht reacties
Stap 3: Vind de hoofdreactie
Stap 4: Maak evenwichtstabel (Begin, Reactie, Eind) voor hoofdreactie
Stap 5: Vervang evenwichtsconcentraties in evenwichtsvergelijking en los
x op.
Stap 6: Bereken de concentraties (bij pH hebben we H3O+ bijv nodig)
Stap 7: Bereken de pH waarde
Wat gebeurt er met het evenwicht van azijnzuur in water wanneer er
acetaationen worden toegevoegd?
Evenwichtstabel:
B 0,10 0 0
R -x +x +x
E 0,10-x x x
Wat gebeurt er dan met de pH?
Common-ion effect
Evenwicht gaat naar links, dus je krijgt meer azijnzuur, le chatelier. H3O
neem je dus weg
De afname van [H3O+] bij het toevoegen van acetaat ionen aan
azijnzuuroplossing is een voorbeeld van common-ion effect. Wanneer twee
stoffen gemeenschappelijk ion hebben.
evenwichten
16.1
4 soorten neutralisatie reacties:
Sterk zuur + sterke base
Zoutzuur en natronloog:
HCl (aq) + NaOH (aq) H2O (l) + NaCl (aq)
Alle drie (behalve H2O) zijn volledig gedissocieerd in water. Dan hebben we
de volgende neutralisatiereactie hiervan:
H3O+ (aq) + OH- (aq) ↔ 2 H2O (l)
Als molverhouding van HCl en NaOH gelijk is, blijven concentraties in
neutralisatie gelijk aan die van pure water [H3O+] = [OH-] = 1,0∙10-7.
Dit betekent dat deze reactie sterk naar rechts is.
Zout heeft hierin geen zure of basische eigenschappen, dus pH = 7.
Kn = 1,0∙1014, dus heel groot, de n staat voor neutralisatie.
Zwak zuur + sterke base
Zwak zuur is grotendeels niet gedissocieerd in water.
Azijn en natronloog.
CH3COOH(aq) + OH-(aq) → CH3COO-(aq) + H2O(l)
Kn is groot (1,8∙109), dus reactie is nagenoeg aflopend naar rechts
De pH na de reactie : acetaation is zwakke base, dus pH > 7
Sterke base reageert alles op wat voor de pijl staat, dus maakt alles van
azijnzuur op.
Sterk zuur + zwakke base
Sterk zuur is volledig gedissocieerd in H3O+ en A- ionen.
Zoutzuur en ammonia
H3O+(aq) + NH3(aq) → H2O(l) + NH4+(aq)
Kn is groot (1,8∙109) , reactie nagenoeg aflopend naar rechts
pH is hier juist onder 7, NH4 is een zwak zuur, slaat makkelijk H af en dan
krijg je H3O+
De neutralisatie van een zwakke base met een sterk zuur zal zich
voltooien, omdat H3O+ een sterke proton donor is.
Zwak zuur + zwakke base
Azijn en ammonia
CH3COOH(aq) + NH3(aq) ↔ CH3COO-(aq) + NH4+(aq)
Evenwichtsconstante : Kn = Kz x Kb x (1/Kw) = 3,2∙104
104 vinden ze al aan de kleine kant worden, dus dubbele pijl.
Hoe kleiner Kn is, hoe minder zin heeft om naar rechts te gaan, dus meer
richting evenwicht.
Als de K een waarde heeft van <1, dan zal de reactie minder dan tot de
helft voltooien.
, 16.2
Common-ion effect
Zwak zuur en zijn geconjugeerde base is belangrijk, want dit zit vaak in
biologische systemen.
Stap 1: Zoek de soorten: zuur, base en inert
Stap 2: Schrijf protonoverdracht reacties
Stap 3: Vind de hoofdreactie
Stap 4: Maak evenwichtstabel (Begin, Reactie, Eind) voor hoofdreactie
Stap 5: Vervang evenwichtsconcentraties in evenwichtsvergelijking en los
x op.
Stap 6: Bereken de concentraties (bij pH hebben we H3O+ bijv nodig)
Stap 7: Bereken de pH waarde
Wat gebeurt er met het evenwicht van azijnzuur in water wanneer er
acetaationen worden toegevoegd?
Evenwichtstabel:
B 0,10 0 0
R -x +x +x
E 0,10-x x x
Wat gebeurt er dan met de pH?
Common-ion effect
Evenwicht gaat naar links, dus je krijgt meer azijnzuur, le chatelier. H3O
neem je dus weg
De afname van [H3O+] bij het toevoegen van acetaat ionen aan
azijnzuuroplossing is een voorbeeld van common-ion effect. Wanneer twee
stoffen gemeenschappelijk ion hebben.