Hoofdstuk 1. De essentie van communiceren
Communicatie en ruis
Zender
Gene die boodschap verteld
Ontvanger
Gene die boodschap ontvangt van de zender
Zender (gene die verteld) Boodschap (dat wat de zender probeert over te brengen) ontvanger
(de gene aan wie het vertekd wordt).
Coderen
Zender moet boodschap zoals in gedachte omzetten in woorden en gebaren.
Decoderen
Ontvanger moet boodschap ontvangen, begrijpen en verwerken.
Indien de zender en ontvanger elkaar al kennen (positief of negatief) veranderd dit de sfeer van het
gesprek en hierdoor ook de reactie van de ontvanger tegen over de zender.
Wanneer de ontvanger antwoord geeft op de zender, draaien de rollen om. De ontvanger wordt
zender en de zender wordt ontvanger.
Factoren van buiten/ruis
Kunnen achtergrond geluiden zijn, voorbijgangers etc.
Het gesprek kan beïnvloed worden, waardoor zender (zonder ingrijpen) zijn doel van de boodschap
niet bereikt. Ontvanger kan boodschap van zender niet begrijpen, of zender heeft boodschap niet
goed overgebracht. Er kan onduidelijkheid ontstaan.
Vier aspecten van boodschap
Zakelijk aspect
Ook wel de inhoud van het gesprek (de boodschap).
Expressieve aspect
Zegt iets over de zender, drukt iets over hem uit (expressie).
Kan emoties bevatten
Relationele aspect
Zender drukt onderlinge relatie tussen zender en ontvanger uit.
Vaak merkbaar uit toon waarop boodschap uitgesproken wordt en lichaamstaal.
Appellerende aspect
Beroep doen op de ander.
“De ander beïnvloeden”.
Communicatie en ruis
Zender
Gene die boodschap verteld
Ontvanger
Gene die boodschap ontvangt van de zender
Zender (gene die verteld) Boodschap (dat wat de zender probeert over te brengen) ontvanger
(de gene aan wie het vertekd wordt).
Coderen
Zender moet boodschap zoals in gedachte omzetten in woorden en gebaren.
Decoderen
Ontvanger moet boodschap ontvangen, begrijpen en verwerken.
Indien de zender en ontvanger elkaar al kennen (positief of negatief) veranderd dit de sfeer van het
gesprek en hierdoor ook de reactie van de ontvanger tegen over de zender.
Wanneer de ontvanger antwoord geeft op de zender, draaien de rollen om. De ontvanger wordt
zender en de zender wordt ontvanger.
Factoren van buiten/ruis
Kunnen achtergrond geluiden zijn, voorbijgangers etc.
Het gesprek kan beïnvloed worden, waardoor zender (zonder ingrijpen) zijn doel van de boodschap
niet bereikt. Ontvanger kan boodschap van zender niet begrijpen, of zender heeft boodschap niet
goed overgebracht. Er kan onduidelijkheid ontstaan.
Vier aspecten van boodschap
Zakelijk aspect
Ook wel de inhoud van het gesprek (de boodschap).
Expressieve aspect
Zegt iets over de zender, drukt iets over hem uit (expressie).
Kan emoties bevatten
Relationele aspect
Zender drukt onderlinge relatie tussen zender en ontvanger uit.
Vaak merkbaar uit toon waarop boodschap uitgesproken wordt en lichaamstaal.
Appellerende aspect
Beroep doen op de ander.
“De ander beïnvloeden”.