Vragen:
1. Welke primaire functie vervult de onderconstructie van een dak met betrekking
tot de inwerking van externe krachten?
a) Het absorberen van thermische uitzetting en krimp.
b) Het verdelen van de op het dak inwerkende belastingen over de dragende
constructie.
c) Het waarborgen van de waterdichtheid van de dakbedekking.
d) Het faciliteren van de installatie van dakdoorvoeren.
2. Binnen de constructieve analyse van een plat dak onderscheidt men diverse
typen belastingen. Welke twee categorieën vormen de fundamentele basis voor
belastingberekeningen?
a) Windbelasting en sneeuwbelasting.
b) Permanente belastingen en variabele belastingen.
c) Puntlasten en lijnlasten.
d) Statische belastingen en dynamische belastingen.
3. Een betonnen onderconstructie voor een dak, in tegenstelling tot een houten
balklaag, kenmerkt zich door:
a) Een lagere brandwerendheid en hogere flexibiliteit.
b) Een grotere massa en de mogelijkheid tot grotere overspanningen zonder
tussenondersteuning.
c) Een snellere bouwtijd en lagere materiaalkosten.
d) Een hogere isolatiewaarde en eenvoudiger aanpasbaarheid.
4. Bij de constructie van een houten balklaag van een dak, wat is de specifieke rol
van een 'strijkbalk'?
a) Het opvangen van de krachten van een dakkapel of daklicht.
b) De balk die direct langs een opgaande bouwmuur is gelegen.
c) Een balk die een verbinding vormt tussen twee hoofdliggers.
d) De meest centraal gelegen balk die de nok ondersteunt.
, 5. De term 'staartbalk' of 'kreupele balk' in een houten balklaag duidt op een
specifieke configuratie. Wat is het kenmerkende aspect van zo'n balk?
a) Het betreft een balk met een afwijkende doorsnede ten opzichte van de reguliere
balken.
b) De balk loopt niet door over de gehele overspanning tussen twee dragende
elementen.
c) Het is een secundaire balk die de belasting van een primaire balk overneemt.
d) De balk dient ter verankering van de dakconstructie aan de gevel.
6. Wat is een essentieel verschil tussen de Arbeidsomstandighedenwet en de
Arbobeleidsregels met betrekking tot hun juridische status, zoals besproken in
de context van Bouwkunde 2?
a) De wet biedt gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften, de beleidsregels algemene
principes.
b) De wet is bindend, terwijl de beleidsregels primair suggesties of richtlijnen bevatten,
met één specifieke uitzondering.
c) De wet richt zich op werknemers, de beleidsregels op werkgevers.
d) De wet is nationaal van toepassing, de beleidsregels regionaal.
7. Welk specifiek aspect van de Arbowetgeving is dwingend en bindend vastgelegd
in de Arbobeleidsregels, in tegenstelling tot het verder suggestieve karakter
ervan?
a) De verplichting tot het voeren van een actief preventiebeleid.
b) De uniforme procedure voor de oplegging van boetes bij overtredingen.
c) De frequentie van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E).
d) De samenstelling en bevoegdheden van de ondernemingsraad.
8. Over welk onderwerp is een werkgever in Nederland wettelijk verplicht om te
overleggen met de werknemersvertegenwoordiging (bijvoorbeeld de
ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging)?
a) De strategische bedrijfsvoering en marktanalyse.
b) De arbeidsomstandigheden en het beleid dienaangaande.
c) De financiële jaarrekening en winstverdeling.
d) De inkoop van bouwmaterialen en logistieke planning.
1. Welke primaire functie vervult de onderconstructie van een dak met betrekking
tot de inwerking van externe krachten?
a) Het absorberen van thermische uitzetting en krimp.
b) Het verdelen van de op het dak inwerkende belastingen over de dragende
constructie.
c) Het waarborgen van de waterdichtheid van de dakbedekking.
d) Het faciliteren van de installatie van dakdoorvoeren.
2. Binnen de constructieve analyse van een plat dak onderscheidt men diverse
typen belastingen. Welke twee categorieën vormen de fundamentele basis voor
belastingberekeningen?
a) Windbelasting en sneeuwbelasting.
b) Permanente belastingen en variabele belastingen.
c) Puntlasten en lijnlasten.
d) Statische belastingen en dynamische belastingen.
3. Een betonnen onderconstructie voor een dak, in tegenstelling tot een houten
balklaag, kenmerkt zich door:
a) Een lagere brandwerendheid en hogere flexibiliteit.
b) Een grotere massa en de mogelijkheid tot grotere overspanningen zonder
tussenondersteuning.
c) Een snellere bouwtijd en lagere materiaalkosten.
d) Een hogere isolatiewaarde en eenvoudiger aanpasbaarheid.
4. Bij de constructie van een houten balklaag van een dak, wat is de specifieke rol
van een 'strijkbalk'?
a) Het opvangen van de krachten van een dakkapel of daklicht.
b) De balk die direct langs een opgaande bouwmuur is gelegen.
c) Een balk die een verbinding vormt tussen twee hoofdliggers.
d) De meest centraal gelegen balk die de nok ondersteunt.
, 5. De term 'staartbalk' of 'kreupele balk' in een houten balklaag duidt op een
specifieke configuratie. Wat is het kenmerkende aspect van zo'n balk?
a) Het betreft een balk met een afwijkende doorsnede ten opzichte van de reguliere
balken.
b) De balk loopt niet door over de gehele overspanning tussen twee dragende
elementen.
c) Het is een secundaire balk die de belasting van een primaire balk overneemt.
d) De balk dient ter verankering van de dakconstructie aan de gevel.
6. Wat is een essentieel verschil tussen de Arbeidsomstandighedenwet en de
Arbobeleidsregels met betrekking tot hun juridische status, zoals besproken in
de context van Bouwkunde 2?
a) De wet biedt gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften, de beleidsregels algemene
principes.
b) De wet is bindend, terwijl de beleidsregels primair suggesties of richtlijnen bevatten,
met één specifieke uitzondering.
c) De wet richt zich op werknemers, de beleidsregels op werkgevers.
d) De wet is nationaal van toepassing, de beleidsregels regionaal.
7. Welk specifiek aspect van de Arbowetgeving is dwingend en bindend vastgelegd
in de Arbobeleidsregels, in tegenstelling tot het verder suggestieve karakter
ervan?
a) De verplichting tot het voeren van een actief preventiebeleid.
b) De uniforme procedure voor de oplegging van boetes bij overtredingen.
c) De frequentie van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E).
d) De samenstelling en bevoegdheden van de ondernemingsraad.
8. Over welk onderwerp is een werkgever in Nederland wettelijk verplicht om te
overleggen met de werknemersvertegenwoordiging (bijvoorbeeld de
ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging)?
a) De strategische bedrijfsvoering en marktanalyse.
b) De arbeidsomstandigheden en het beleid dienaangaande.
c) De financiële jaarrekening en winstverdeling.
d) De inkoop van bouwmaterialen en logistieke planning.
