VP in de maatschappij
Nalezen met cursus
Thema 1: Maatschappij en zorg
1. Wat is (medische) sociologie?
Def sociologie: Sociologie is de wetenschappelijke studie van sociaal
gedrag en van sociale groeperingen en instellingen. Het bestudeert
systematisch de interactie tussen mensen en sociale eenheden.
Jonge, empirische wetenschap die optreedt in probleemsituaties in
de maatschappij.
Centraal staat interactie (gedrag ↔ communicatie). 5 vormen van
interactie:
o Sociale ruil bv: vriendschap
o Samenwerking
o Conflict
o Conformiteit gedragen hoe van mij verwacht wordt voor
straf/beloning
o Machtsuitoefening
Analyse vindt plaats op drie niveaus: micro (individuen), meso
(groepen), en macro (samenleving).
In de verpleegkunde is kennis van sociologie nuttig voor
samenwerken, begeleiden van patiënten, bemiddelen, enz.
Medische sociologie is de studie
van de sociale aspecten van ziekte,
gezondheid en gezondheidszorg.
Het is een populaire tak binnen de
sociologie.
Sociologie = gedrag mens + groep
(beïnvloed door omgeving) +
voorspellen
Nut voor VP: samenwerken collega’s, begeleiden patiënten, oplossen
conflicten,…
2. Wat is (medische) demografie?
Demografie is de (statistische) studie van sociale aspecten van ziekte,
gezondheid en gezondheidszorg:
Bv: kom op tegen kanker
, Analyseert basisprocessen die de bevolking bepalen zoals geboorte
(nataliteit), sterfte (mortaliteit) en migratie (ruimtelijke mobiliteit).
Def medische demografie: Medische demografie focust op
demografische processen die een rechtstreekse impact hebben op
gezondheid en gezondheidszorg, en kan dienen om gezondheidsbeleid
aan te sturen.
Basisformule: Pop(2025)= Pop(2024)+Geb(2024)-St(2024)+/-
Mig(2024)
3 demografische basisprocessen: nataliteit, mortaliteit, ruimtelijke
mobiliteit (immigratie/emigratie)
3. Wat is medicalisering in dit perspectief?
Medicalisering verwijst naar het proces waarbij het menselijk bestaan
steeds meer wordt geïnterpreteerd in termen van gezondheid en ziekte.
Hierdoor komt steeds meer van het leven onder de bevoegdheid van de
medische professie.
Culturele dimensie: gezondheid als belangrijke maatschappelijke
waarde.
Structurele dimensie: de arts is alomtegenwoordig, gezondheid
wordt een maatschappelijke norm.
Gevolgen: passiviteit bij burgers (bv. rokers die minder
verantwoordelijkheid nemen), toenemende rol van industrie (zoals
‘dokter Google’), en toegenomen medicalisering van
maatschappelijke problemen.
Oorzaken zijn o.a. technologische vooruitgang, secularisering,
flowerpower-beweging, en toegenomen sociale zekerheid.
Thema 2: Mensen in een sociale context
1. Socialisatie
Resultaat:
Socialisatie leidt tot conformisme
(straf/beloning) en identificatie
(erbij horen), maar ook tot
individuatie en aansluiting bij of
afzetten tegen groepen (bv.
skaters, criminelen).
Definitie:
Socialisatie is het proces waarbij een individu de cultuur (waarden,
normen, gedragingen, overtuigingen) van een samenleving of groep
aanleert. Het helpt bij het vormen van de persoonlijke identiteit.
, Soorten socialisatie:
Primaire socialisatie: Meestal in jeugd, door gezin. Leert
levensnoodzakelijke gedragingen (bv. Conformisme:
beloning/straf). Play stadium: significant other (imitatie) + game
stadium: generalized other (spel).
Secundaire socialisatie: Leert je rollen in een specifieke sociale
context (zoals school, werk).
Tertiaire socialisatie: Via massamedia – geen directe interactie.
Begrippen: acculturatie (aanleren cultuurkenmerken van vreemde
cultuur, groepgroep), enculturatie (aanleren cultuurkenmerken in
samenleving waarin je geboren bent, groep individu)
Anticiperende socialisatie: Je neemt gedragingen over van een
groep waar je later toe wilt behoren (bv. professioneel gedrag tonen
tijdens stage).
2. Groepen
Waarom belangrijk in sociologie?
Mensen zijn sociale wezens en maken altijd deel uit van groepen.
Sociologen onderscheiden soorten groepen:
Primaire groep: Affectieve staat centraal, gn duidelijk doel,
deelname door totale persoonlijkheid (bv. gezin, goede vrienden).
Secundaire groep: Duidelijk doel, #kenmerken hangt af van grote
groep (bv. sport team).
Collectiviteit: Grote groep zonder persoonlijk contact, met
gemeenschappelijk doel (bv. politieke partij).
Sociale categorie: Geen interactie, maar een gedeeld kenmerk
(bv. vrouwen, jongeren).
Kenmerken:
Gemeenschappelijk kenmerk
Waarden en normen
Samenhorigheidsgevoel
Interactie
Voor de verpleegkundige:
Positief: Groepen geven veiligheid, sociale identiteit en
referentiekader.
Negatief: Kunnen leiden tot stereotypen en uitsluiting van ‘vreemd
gedrag’.
Nalezen met cursus
Thema 1: Maatschappij en zorg
1. Wat is (medische) sociologie?
Def sociologie: Sociologie is de wetenschappelijke studie van sociaal
gedrag en van sociale groeperingen en instellingen. Het bestudeert
systematisch de interactie tussen mensen en sociale eenheden.
Jonge, empirische wetenschap die optreedt in probleemsituaties in
de maatschappij.
Centraal staat interactie (gedrag ↔ communicatie). 5 vormen van
interactie:
o Sociale ruil bv: vriendschap
o Samenwerking
o Conflict
o Conformiteit gedragen hoe van mij verwacht wordt voor
straf/beloning
o Machtsuitoefening
Analyse vindt plaats op drie niveaus: micro (individuen), meso
(groepen), en macro (samenleving).
In de verpleegkunde is kennis van sociologie nuttig voor
samenwerken, begeleiden van patiënten, bemiddelen, enz.
Medische sociologie is de studie
van de sociale aspecten van ziekte,
gezondheid en gezondheidszorg.
Het is een populaire tak binnen de
sociologie.
Sociologie = gedrag mens + groep
(beïnvloed door omgeving) +
voorspellen
Nut voor VP: samenwerken collega’s, begeleiden patiënten, oplossen
conflicten,…
2. Wat is (medische) demografie?
Demografie is de (statistische) studie van sociale aspecten van ziekte,
gezondheid en gezondheidszorg:
Bv: kom op tegen kanker
, Analyseert basisprocessen die de bevolking bepalen zoals geboorte
(nataliteit), sterfte (mortaliteit) en migratie (ruimtelijke mobiliteit).
Def medische demografie: Medische demografie focust op
demografische processen die een rechtstreekse impact hebben op
gezondheid en gezondheidszorg, en kan dienen om gezondheidsbeleid
aan te sturen.
Basisformule: Pop(2025)= Pop(2024)+Geb(2024)-St(2024)+/-
Mig(2024)
3 demografische basisprocessen: nataliteit, mortaliteit, ruimtelijke
mobiliteit (immigratie/emigratie)
3. Wat is medicalisering in dit perspectief?
Medicalisering verwijst naar het proces waarbij het menselijk bestaan
steeds meer wordt geïnterpreteerd in termen van gezondheid en ziekte.
Hierdoor komt steeds meer van het leven onder de bevoegdheid van de
medische professie.
Culturele dimensie: gezondheid als belangrijke maatschappelijke
waarde.
Structurele dimensie: de arts is alomtegenwoordig, gezondheid
wordt een maatschappelijke norm.
Gevolgen: passiviteit bij burgers (bv. rokers die minder
verantwoordelijkheid nemen), toenemende rol van industrie (zoals
‘dokter Google’), en toegenomen medicalisering van
maatschappelijke problemen.
Oorzaken zijn o.a. technologische vooruitgang, secularisering,
flowerpower-beweging, en toegenomen sociale zekerheid.
Thema 2: Mensen in een sociale context
1. Socialisatie
Resultaat:
Socialisatie leidt tot conformisme
(straf/beloning) en identificatie
(erbij horen), maar ook tot
individuatie en aansluiting bij of
afzetten tegen groepen (bv.
skaters, criminelen).
Definitie:
Socialisatie is het proces waarbij een individu de cultuur (waarden,
normen, gedragingen, overtuigingen) van een samenleving of groep
aanleert. Het helpt bij het vormen van de persoonlijke identiteit.
, Soorten socialisatie:
Primaire socialisatie: Meestal in jeugd, door gezin. Leert
levensnoodzakelijke gedragingen (bv. Conformisme:
beloning/straf). Play stadium: significant other (imitatie) + game
stadium: generalized other (spel).
Secundaire socialisatie: Leert je rollen in een specifieke sociale
context (zoals school, werk).
Tertiaire socialisatie: Via massamedia – geen directe interactie.
Begrippen: acculturatie (aanleren cultuurkenmerken van vreemde
cultuur, groepgroep), enculturatie (aanleren cultuurkenmerken in
samenleving waarin je geboren bent, groep individu)
Anticiperende socialisatie: Je neemt gedragingen over van een
groep waar je later toe wilt behoren (bv. professioneel gedrag tonen
tijdens stage).
2. Groepen
Waarom belangrijk in sociologie?
Mensen zijn sociale wezens en maken altijd deel uit van groepen.
Sociologen onderscheiden soorten groepen:
Primaire groep: Affectieve staat centraal, gn duidelijk doel,
deelname door totale persoonlijkheid (bv. gezin, goede vrienden).
Secundaire groep: Duidelijk doel, #kenmerken hangt af van grote
groep (bv. sport team).
Collectiviteit: Grote groep zonder persoonlijk contact, met
gemeenschappelijk doel (bv. politieke partij).
Sociale categorie: Geen interactie, maar een gedeeld kenmerk
(bv. vrouwen, jongeren).
Kenmerken:
Gemeenschappelijk kenmerk
Waarden en normen
Samenhorigheidsgevoel
Interactie
Voor de verpleegkundige:
Positief: Groepen geven veiligheid, sociale identiteit en
referentiekader.
Negatief: Kunnen leiden tot stereotypen en uitsluiting van ‘vreemd
gedrag’.