,Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................. 3
1. Vertrouwen opbouwen........................................................................................ 4
2. Anamnese.......................................................................................................... 5
2.1 Gezondheidspatronen van Gordon................................................................5
2.2 Lalonde determinanten............................................................................... 10
2.3 Draaglast-draagkracht................................................................................ 11
3. Netwerk............................................................................................................ 12
3.1 Genogram................................................................................................... 12
3.2 De aard van de zorgvraag...........................................................................14
3.3 Ecomap: het zorgnetwerk............................................................................15
3.4 Conclusie..................................................................................................... 16
4. Zelfredzaamheidsradar.................................................................................... 17
5. Fase van gedragsverandering..........................................................................19
5.1 Stages of Change model............................................................................. 19
5.2 Motiverende gespreksvoering.....................................................................20
5.3 Signaleringsplan.......................................................................................... 21
6. Clusteren van gegevens................................................................................... 23
7. Diagnoses en zorgresultaten............................................................................ 26
7.1 Prioriteren.................................................................................................... 26
7.2 Diagnoses, zorgresultaten en indiceren......................................................27
7.2.1 NANDA, NOC en NIC.............................................................................. 27
7.2.2 Screeningsinstrument........................................................................... 31
8. Organiseren en uitvoeren................................................................................. 33
9. Monitoren en evalueren.................................................................................... 34
10. Borgen van kwaliteit....................................................................................... 39
10.1 Intercollegiaal toetsen............................................................................... 39
10.2 Visite......................................................................................................... 39
10.3 Vergadering............................................................................................... 39
10.4 Shared decision making............................................................................ 40
Literatuurlijst........................................................................................................ 42
Bijlage: Early Warning Score.............................................................................. 45
Bijlage : Feedback docent..................................................................................... 46
2
,Inleiding
Op de kraamafdeling heb ik tijdens mijn .. periode gewerkt aan de module
‘’Werken aan gezondheid’’. Deze module draait om het indiceren van preventieve
zorg. Als leidraad voor mijn module heb ik het model van Rosendal gebruikt
(Rosendal, 2019). In de bijlage heb ik de complexiteit van de casus gescoord op
hoog-complex. Kort samengevat is het hoofdprobleem van mevrouw dat ze een
verhoogd risico heeft om tijdens haar kraamtijd opnieuw een postpartum
depressie te ontwikkelen.
Het model van Rosendal is een zevenstappen model: anamnese, diagnose,
zorgresultaten, indiceren, organiseren/uitvoeren en borgen van kwaliteit
(Rosendal, 2019). In mijn module ga ik deze stappen bij langs. In hoofdstuk 1
wordt beschreven, hoe ik het vertrouwen heb opgebouwd. De patronen van
Gordon komen in de anamnese aanbod (hoofdstuk 2). Ik besteed in hoofdstuk 3
aandacht aan het netwerk van mevrouw en vul een zelfredzaamheidsradar in
(hoofdstuk 4). Na aanleiding van het ‘’Familiegesprek’’ uit module ‘’Bevorderen
van Zelfmanagement’’, kijk ik in hoofdstuk 5 naar haar gedragsverandering. In
hoofdstuk 6 cluster ik alle gegevens, om vervolgens de voorlopige diagnoses in
het hoofdstuk daarop te prioriteren (hoofdstuk 7). In hoofdstuk 8 wordt aandacht
besteed aan de disciplines die bij de interventies betrokken kunnen worden. Om
de interventies te evalueren gebruik ik proces-en product evaluatie (hoofdstuk 9).
Ten slotte besteed ik in het laatste hoofdstuk (10), aandacht aan het borgen van
kwaliteit.
Het model van Rosendal is geheel in lijn met het verpleegkundig zorgproces, wat
de basis is van ons verpleegkundig handelen. Het model sluit aan op het V&VN-
normenkader en is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en het
vergroten van kwaliteit van leven. Door de holistische benadering van dit model,
worden zowel fysieke, psychische en sociale gebieden in een plan meegenomen.
Samenwerking aangaan met andere disciplines wordt door het model
aangemoedigd. Verder kan het model fungeren als middel voor de communicatie
en als basisaanpak voor leveren van gezamenlijke zorg. Ten slotte wordt de
continuïteit van zorg met dit model goed benadrukt (Rosendal, 2019).
In de bijlage heb ik de Early Warning Score ingevuld. Uit deze score blijkt dat
mevrouw lichamelijk niet in acuut gevaar. De aanpak van ProActieve nursing,
‘’treat first what kills first’’ is daarom niet van toepassing op deze casus (Bakker,
2014). Het model van Orem is ook niet van toepassing, aangezien dit model
alleen kijkt of het zelfvermogen of zelfzorgbehoefte in evenwicht is. Hiermee kan
ik niet een heel plan opstellen. In mijn module neem ik het uitgangspunt van dit
model wel mee, wat je terugziet in het gebruik van de zelfredzaamheidsradar
(BTSG, 2018). Ten slotte heb ik gekeken naar het adaptatiemodel van Roy. Dit
model vind ik ook niet volledig genoeg voor mijn casus. Het adaptiemodel van
Roy richt zich op de menselijke adaptieve systeemreacties en omgevingsstimuli
die voortdurend veranderen. Het model is gericht op hoe individuen reageren op
stressoren en op het bevorderen van gezond aanpassingsgedrag. In hoofdstuk 5
besteed ik ook aan dit uitgangspunt aandacht, wat terug te zien is in het
signaleringsplan. Beide richten zicht namelijk ook op het herkennen van stress en
het vermogen om ermee te leren omgaan (Nursology, 2023).
3
, 1. Vertrouwen opbouwen
Voordat je een goed beeld kan krijgen van je patiënt, is het belangrijk om een
relatie te hebben opgebouwd. Het gaat hierbij voornamelijk om vertrouwen
opbouwen, zodat je informatie kan verzamelen om iemand goed in beeld te
krijgen. Het is belangrijk dat je als zorgverlener hier genoeg tijd in steekt. Op
deze manier voorkom je dat diagnoses die aanwezig zijn, niet worden gesteld
omdat ze niet ontdekt zijn. Of dat er diagnoses worden gesteld die niet aanwezig
zijn (Rosendal, 2019).
Mevrouw X. stond gepland voor een primaire (natural) sectio. In haar dossier
stond beschreven dat ze geen stagiaires aan bed wilden. Ik was alleen wel aan
haar gekoppeld. Mijn collega is daarom eerst bij mevrouw langsgegaan om te
peilen hoe ze er momenteel tegen aankeek. Mevrouw reageerde positief en gaf
aan dat ze een stagiaire aan bed geen probleem vond. Volgens haar moesten wij
het vak ook leren. In mevrouw haar dossier las ik achteraf dat ze veel
verschillende mensen tegelijk als lastig kan ervaren. Mijn vermoeden is dat de
psycholoog daarom dit uit voorzorg in haar dossier had vermeld.
Ik heb mezelf aan mevrouw voorgesteld en heb nogmaals toestemming gevraagd
om voor haar te zorgen. Daarnaast heb ik gevraagd om tijdens haar keizersnede
mee te mogen op OK. Mevrouw vond dit geen probleem en vroeg of ik foto’s en
video’s wilden maken. Ze liet enthousiast de foto’s zien van haar vorige
keizersnede. Ik heb erg mijn best gedaan om mooie foto’s te maken en heb onder
andere het doorknippen van de navelstreng gefilmd.
In het dossier van mevrouw stond een bejegenings-plan weergegeven. Dit plan
was opgesteld door de psychiater. Tijdens de keizersnede peilde ik bij de
verpleegkundige of ze op de hoogte was van het bejegenings-plan. Verder heb ik
tijdens de operatie in de gaten gehouden of er aan het plan werd gehouden.
Mevrouw werd door het OK-personeel veel op de hoogte gehouden. Verder heeft
ze gelijk bij de geboorte van haar baby kunnen buidelen. Mevrouw werd na haar
keizersnede ook gesteriliseerd. In die tussentijd heb ik mevrouw een aantal foto’s
laten zien van haar baby. Op het moment dat mijn dienst voorbij was, werd
mevrouw teruggebracht naar de kraamafdeling.
Mijn dienst daarop ben ik bij mevrouw langsgegaan. Ik had haar deze dag helaas
niet in zorg. Wel heb ik gevraagd of ze mee wilde werken aan mijn
schoolopdracht. Ik vroeg bij binnenkomst eerst hoe ze terugkeek op haar
keizersnede. Ik heb daarnaast gevraagd hoe ze zich nu voelde en of ze blij was
met de gemaakte foto’s. Hierdoor toonde ik oprechte interesse. Ik vertelde dat
het mijn eerste keer op OK was. Ik heb dit als bruggetje gebruikt om te vragen
om haar casus te gebruiken voor mijn schoolopdracht. Mevrouw gaf hiervoor
toestemming. Ik heb vervolgens aan de regie-verpleegkundige gevraagd of ik
mevrouw de volgende dag in dienst mocht hebben.
4
Inleiding.................................................................................................................. 3
1. Vertrouwen opbouwen........................................................................................ 4
2. Anamnese.......................................................................................................... 5
2.1 Gezondheidspatronen van Gordon................................................................5
2.2 Lalonde determinanten............................................................................... 10
2.3 Draaglast-draagkracht................................................................................ 11
3. Netwerk............................................................................................................ 12
3.1 Genogram................................................................................................... 12
3.2 De aard van de zorgvraag...........................................................................14
3.3 Ecomap: het zorgnetwerk............................................................................15
3.4 Conclusie..................................................................................................... 16
4. Zelfredzaamheidsradar.................................................................................... 17
5. Fase van gedragsverandering..........................................................................19
5.1 Stages of Change model............................................................................. 19
5.2 Motiverende gespreksvoering.....................................................................20
5.3 Signaleringsplan.......................................................................................... 21
6. Clusteren van gegevens................................................................................... 23
7. Diagnoses en zorgresultaten............................................................................ 26
7.1 Prioriteren.................................................................................................... 26
7.2 Diagnoses, zorgresultaten en indiceren......................................................27
7.2.1 NANDA, NOC en NIC.............................................................................. 27
7.2.2 Screeningsinstrument........................................................................... 31
8. Organiseren en uitvoeren................................................................................. 33
9. Monitoren en evalueren.................................................................................... 34
10. Borgen van kwaliteit....................................................................................... 39
10.1 Intercollegiaal toetsen............................................................................... 39
10.2 Visite......................................................................................................... 39
10.3 Vergadering............................................................................................... 39
10.4 Shared decision making............................................................................ 40
Literatuurlijst........................................................................................................ 42
Bijlage: Early Warning Score.............................................................................. 45
Bijlage : Feedback docent..................................................................................... 46
2
,Inleiding
Op de kraamafdeling heb ik tijdens mijn .. periode gewerkt aan de module
‘’Werken aan gezondheid’’. Deze module draait om het indiceren van preventieve
zorg. Als leidraad voor mijn module heb ik het model van Rosendal gebruikt
(Rosendal, 2019). In de bijlage heb ik de complexiteit van de casus gescoord op
hoog-complex. Kort samengevat is het hoofdprobleem van mevrouw dat ze een
verhoogd risico heeft om tijdens haar kraamtijd opnieuw een postpartum
depressie te ontwikkelen.
Het model van Rosendal is een zevenstappen model: anamnese, diagnose,
zorgresultaten, indiceren, organiseren/uitvoeren en borgen van kwaliteit
(Rosendal, 2019). In mijn module ga ik deze stappen bij langs. In hoofdstuk 1
wordt beschreven, hoe ik het vertrouwen heb opgebouwd. De patronen van
Gordon komen in de anamnese aanbod (hoofdstuk 2). Ik besteed in hoofdstuk 3
aandacht aan het netwerk van mevrouw en vul een zelfredzaamheidsradar in
(hoofdstuk 4). Na aanleiding van het ‘’Familiegesprek’’ uit module ‘’Bevorderen
van Zelfmanagement’’, kijk ik in hoofdstuk 5 naar haar gedragsverandering. In
hoofdstuk 6 cluster ik alle gegevens, om vervolgens de voorlopige diagnoses in
het hoofdstuk daarop te prioriteren (hoofdstuk 7). In hoofdstuk 8 wordt aandacht
besteed aan de disciplines die bij de interventies betrokken kunnen worden. Om
de interventies te evalueren gebruik ik proces-en product evaluatie (hoofdstuk 9).
Ten slotte besteed ik in het laatste hoofdstuk (10), aandacht aan het borgen van
kwaliteit.
Het model van Rosendal is geheel in lijn met het verpleegkundig zorgproces, wat
de basis is van ons verpleegkundig handelen. Het model sluit aan op het V&VN-
normenkader en is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en het
vergroten van kwaliteit van leven. Door de holistische benadering van dit model,
worden zowel fysieke, psychische en sociale gebieden in een plan meegenomen.
Samenwerking aangaan met andere disciplines wordt door het model
aangemoedigd. Verder kan het model fungeren als middel voor de communicatie
en als basisaanpak voor leveren van gezamenlijke zorg. Ten slotte wordt de
continuïteit van zorg met dit model goed benadrukt (Rosendal, 2019).
In de bijlage heb ik de Early Warning Score ingevuld. Uit deze score blijkt dat
mevrouw lichamelijk niet in acuut gevaar. De aanpak van ProActieve nursing,
‘’treat first what kills first’’ is daarom niet van toepassing op deze casus (Bakker,
2014). Het model van Orem is ook niet van toepassing, aangezien dit model
alleen kijkt of het zelfvermogen of zelfzorgbehoefte in evenwicht is. Hiermee kan
ik niet een heel plan opstellen. In mijn module neem ik het uitgangspunt van dit
model wel mee, wat je terugziet in het gebruik van de zelfredzaamheidsradar
(BTSG, 2018). Ten slotte heb ik gekeken naar het adaptatiemodel van Roy. Dit
model vind ik ook niet volledig genoeg voor mijn casus. Het adaptiemodel van
Roy richt zich op de menselijke adaptieve systeemreacties en omgevingsstimuli
die voortdurend veranderen. Het model is gericht op hoe individuen reageren op
stressoren en op het bevorderen van gezond aanpassingsgedrag. In hoofdstuk 5
besteed ik ook aan dit uitgangspunt aandacht, wat terug te zien is in het
signaleringsplan. Beide richten zicht namelijk ook op het herkennen van stress en
het vermogen om ermee te leren omgaan (Nursology, 2023).
3
, 1. Vertrouwen opbouwen
Voordat je een goed beeld kan krijgen van je patiënt, is het belangrijk om een
relatie te hebben opgebouwd. Het gaat hierbij voornamelijk om vertrouwen
opbouwen, zodat je informatie kan verzamelen om iemand goed in beeld te
krijgen. Het is belangrijk dat je als zorgverlener hier genoeg tijd in steekt. Op
deze manier voorkom je dat diagnoses die aanwezig zijn, niet worden gesteld
omdat ze niet ontdekt zijn. Of dat er diagnoses worden gesteld die niet aanwezig
zijn (Rosendal, 2019).
Mevrouw X. stond gepland voor een primaire (natural) sectio. In haar dossier
stond beschreven dat ze geen stagiaires aan bed wilden. Ik was alleen wel aan
haar gekoppeld. Mijn collega is daarom eerst bij mevrouw langsgegaan om te
peilen hoe ze er momenteel tegen aankeek. Mevrouw reageerde positief en gaf
aan dat ze een stagiaire aan bed geen probleem vond. Volgens haar moesten wij
het vak ook leren. In mevrouw haar dossier las ik achteraf dat ze veel
verschillende mensen tegelijk als lastig kan ervaren. Mijn vermoeden is dat de
psycholoog daarom dit uit voorzorg in haar dossier had vermeld.
Ik heb mezelf aan mevrouw voorgesteld en heb nogmaals toestemming gevraagd
om voor haar te zorgen. Daarnaast heb ik gevraagd om tijdens haar keizersnede
mee te mogen op OK. Mevrouw vond dit geen probleem en vroeg of ik foto’s en
video’s wilden maken. Ze liet enthousiast de foto’s zien van haar vorige
keizersnede. Ik heb erg mijn best gedaan om mooie foto’s te maken en heb onder
andere het doorknippen van de navelstreng gefilmd.
In het dossier van mevrouw stond een bejegenings-plan weergegeven. Dit plan
was opgesteld door de psychiater. Tijdens de keizersnede peilde ik bij de
verpleegkundige of ze op de hoogte was van het bejegenings-plan. Verder heb ik
tijdens de operatie in de gaten gehouden of er aan het plan werd gehouden.
Mevrouw werd door het OK-personeel veel op de hoogte gehouden. Verder heeft
ze gelijk bij de geboorte van haar baby kunnen buidelen. Mevrouw werd na haar
keizersnede ook gesteriliseerd. In die tussentijd heb ik mevrouw een aantal foto’s
laten zien van haar baby. Op het moment dat mijn dienst voorbij was, werd
mevrouw teruggebracht naar de kraamafdeling.
Mijn dienst daarop ben ik bij mevrouw langsgegaan. Ik had haar deze dag helaas
niet in zorg. Wel heb ik gevraagd of ze mee wilde werken aan mijn
schoolopdracht. Ik vroeg bij binnenkomst eerst hoe ze terugkeek op haar
keizersnede. Ik heb daarnaast gevraagd hoe ze zich nu voelde en of ze blij was
met de gemaakte foto’s. Hierdoor toonde ik oprechte interesse. Ik vertelde dat
het mijn eerste keer op OK was. Ik heb dit als bruggetje gebruikt om te vragen
om haar casus te gebruiken voor mijn schoolopdracht. Mevrouw gaf hiervoor
toestemming. Ik heb vervolgens aan de regie-verpleegkundige gevraagd of ik
mevrouw de volgende dag in dienst mocht hebben.
4