Verkorte samenvatting kind in ontwikkeling

Kind in ontwikkeling

Zes weken tot vier maanden  Gorgelende en koerende geluidjes (vocaliseren)
Tussen drie en vijf maanden  Eerste tandjes
Rond vier maanden  Keelgeluidjes en oefenen met intonatie, toonhoogte en volume (vocaal spel)
Vier maanden  Diepte waarnemen
Vijf maanden  Kleuren en vormen onderscheiden
Vijf tot zes maanden  Brabbelfase
Zes maanden  Omrollen
Rond zeven maanden  Eenkennigheidsfase
Zeven maanden  Klanken nabootsen en intonatie van de taal
Zeven maanden  Zitten met steun
Zeven maanden  Tijgeren
Zeven tot acht maanden  Kruipen
Elf maanden  Lopen met steun

Exploratiedrang  Op onderzoek gaan
Objectpermanentie  Een beeld in het geheugen vasthouden zonder het te zien (tussen de acht en
twaalf maanden)
Objectfixatie  Ogen op een voorwerp of een gezicht richten
Vuistgreep  Het potlood met de hele hand pakken
Penseelgreep  Het potlood wordt van bovenaf vastgepakt
Animistisch  Leven toekennen aan levenloze voorwerpen
Symbolische fase  Betekenis geven aan knutselwerkjes en tekeningen
Geslachtsdrift  De drang om de geslachtsdelen te bevrijden
Wolfskinderen  Opgegroeid zonder mensen om zich heen
Taalbegrip  Leren wat taal inhoudt
Taalproductie  Leren hoe je taal kunt gebruiken
Taalverwerving  Het eigen maken van taal
Taalbewustzijn  Nadenken over taal en ontdekken dat taal een bepaalde vorm heeft
Receptieve woordenschat  Betekenis van het woord herkennen wanneer hij het hoort of leest
Productieve woordenschat  Woord begrijpen en uitspreken of schrijven
Echolalie  Herhalen van de laatst gehoorde klanken
Retardatie  Ontwikkelingsachterstand
Ontwikkelingsachterstand  De ontwikkeling van mijlpalen verloopt op een of meerdere gebieden
trager dan wat gemiddeld gebruikelijk is. OF. Een achterstand van een half jaar op wat verwacht mag
worden.
Ontwikkelingsstoornis  Een lichamelijke of psychische aandoening waardoor de ontwikkeling
anders verloopt
Leerprobleem  Als het leerproces stagneert (tijdelijk)
Systeem-gerelateerd leerprobleem  De didactiek of pedagogische benadering past niet bij de
leerstijl of persoonlijkheid van het kind
Leerachterstand  Tijdelijk achterop lopen in vergelijking met de gemiddelde leerling
Leerstoornis  Stoornis bij het leren die van binnenuit komt  Dyslexie en dyscalculie
Probleemgedrag  Als ongewenst gedrag een probleem wordt
Externaliserend probleemgedrag  Gedrag waarvan de omgeving last heeft: driftbuien en
woedeaanvallen, agressief gedrag, pesten of delinquent gedrag.
Internaliserend probleemgedrag  Gedrag waarvan het kind zelf last heeft: faalangst.
Gedragsstoornis  Als lastig gedrag tenminste zes maanden aanhoudt en niet meer past bij de
ontwikkelingsfase van een kind (ODD  Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis en CD 
Antisociale Gedragsstoornis)
Cross-sectional observatie  Je observeert meerdere kinderen tegelijk op hetzelfde onderdeel