Wiskunde 13e ed 3 havo-vwo deel B
, Oefentoets
Vraag 1 – Frequentietabel maken
In een klas zijn de volgende cijfers behaald op een toets:
7, 8, 6, 7, 9, 6, 6, 8, 7, 9, 6, 6, 7, 8, 6
1.a. Maak een frequentietabel voor de cijfers 6, 7, 8, en 9.
1.b. Bereken de totale frequentie.
1.c. Hoeveel leerlingen hebben een cijfer hoger dan een 7 behaald?
Vraag 2 – Mediaan en wijzigen van de dataset
Gegeven de cijfers van een andere toets:
5, 7, 8, 6, 9, 6, 7, 5, 8, 7, 9, 6, 8, 5, 7
2.a. Bepaal de mediaan van de scores.
2.b. Als er een extra leerling met het cijfer 10 wordt toegevoegd, hoe verandert de mediaan? Bereken
de nieuwe mediaan.
Vraag 3 – Modus en interpretatie
Hier zijn de cijfers van een groep leerlingen:
6, 8, 7, 6, 9, 7, 8, 6, 8, 7, 9, 8, 6
3.a. Wat is de modus van deze dataset?
3.b. Leg kort uit wat de modus zegt over de verdeling van de cijfers in de klas.
Vraag 4 – Staafdiagram en interpretatie
Gegeven de frequenties van cijfers in een klas:
• 6 komt 5 keer voor
• 7 komt 4 keer voor
• 8 komt 3 keer voor
• 9 komt 2 keer voor
4.a. Maak een staafdiagram voor deze gegevens.
4.b. Wat kun je zeggen over de verdeling van de cijfers op basis van het staafdiagram?
Vraag 5 – Boxplot en uitleg
Voor een andere toets zijn de volgende statistische gegevens bekend:
• Minimum = 2
• Q1 (eerste kwartiel) = 4
• Mediaan = 6
• Q3 (derde kwartiel) = 8
• Maximum = 10
5.a. Teken de boxplot voor deze gegevens.
5.b. Wat kun je zeggen over de spreiding van de cijfers op basis van deze boxplot?
5.c. Zijn er mogelijke uitschieters in de gegevens? Leg uit.