Downloaded by Siham Lazrag ()
, 1
Inleiding Tot De Eu: Samenvatting
INTRODUCTIE
COLLEGE 1 = Inleiding en overzicht
1. Belangrijke associaties EU
1951: Oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
Zes landen (waaronder België, Nederland, Duitsland en Frankrijk) gaan samenwerken om hun kolen-
en staalindustrie te beheren. Dit moest oorlog voorkomen door economische samenwerking.
1957: Oprichting van de EEG (Europese Economische Gemeenschap)
Met het Verdrag van Rome besluiten de zes landen om ook op economisch vlak samen te werken en
een gemeenschappelijke markt op te richten.
1973: Eerste uitbreiding van de EG
Drie nieuwe landen treden toe: het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. De Europese
samenwerking begint uit te breiden.
1986: Europese Akte (Single European Act)
Dit verdrag legt de basis voor de interne markt: een gebied zonder binnengrenzen waar mensen,
goederen, diensten en kapitaal vrij kunnen bewegen.
1992: Van EG naar EU (Verdrag van Maastricht)
De Europese Gemeenschap wordt de Europese Unie. De samenwerking wordt breder: ook op
politiek, sociaal en monetair vlak (bv. plannen voor de euro).
2002: Invoering van de euro
De euro wordt de officiële munteenheid in twaalf landen. Oude munteenheden zoals de Belgische
frank verdwijnen.
2004: Grootste uitbreiding ooit
Tien nieuwe landen, vooral uit Centraal- en Oost-Europa (zoals Polen, Tsjechië en Hongarije), treden
toe. Dit symboliseert de hereniging van West- en Oost-Europa na de Koude Oorlog.
2005: Mislukte poging tot Europese Grondwet
Een voorstel voor een Europese Grondwet wordt verworpen door referenda in Frankrijk en
Nederland. Hierdoor komt er geen formele "grondwet" voor de EU.
2016–2020: Brexit
In 2016 stemt het Verenigd Koninkrijk via een referendum om de EU te verlaten. Na lange
onderhandelingen treedt het land in 2020 effectief uit de Unie.
2022: Oekraïne-crisis
Na de Russische invasie van Oekraïne toont de EU solidariteit met Oekraïne. Het land dient formeel
een EU-lidmaatschapsaanvraag in en krijgt kort daarna de status van kandidaat-lidstaat. De EU
versterkt ook haar defensie- en energiebeleid in reactie op de oorlog.
Downloaded by Siham Lazrag ()
, 2
Belangrijkste associaties bij de europese unie – belangrijke verdragen
1. Verdrag van Parijs (1951–1952)
Oprichtingsverdrag van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
• Eerste stap naar Europese integratie.
• Doel: vrede bewaren door gezamenlijke controle over kolen- en staalproductie.
• Oorspronkelijke leden: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië.
2. Verdragen van Rome (1957–1958)
Oprichtingsverdragen van de EEG en Euratom
• EEG (Europese Economische Gemeenschap): vormde een gemeenschappelijke markt.
• Euratom: samenwerking op gebied van kernenergie.
• Dit zijn de fundamenten voor wat later de Europese Unie werd.
• Ook Schengen (1985, in werking 1995) komt hier vaak bij als mijlpaal: vrij verkeer van
personen zonder grenscontroles.
3. Europese Akte (1986–1987)
Voorbereiding op de interne markt
• Eerste grote hervorming van de verdragen.
• Legt de basis voor de Interne Markt (volledig gerealiseerd in 1993).
• Meer samenwerking en besluitvorming via meerderheid i.p.v. unanimiteit.
4. Verdrag van Maastricht (1992–1993)
Oprichting van de Europese Unie (EU)
• EEG wordt omgevormd tot EU.
• 3 pijlersysteem:
1. Economie (bv. euro),
2. Buitenlands beleid,
3. Justitie en binnenlandse zaken.
• Start van de EMU (Economische en Monetaire Unie) en plannen voor de euro.
• Verdrag staat bekend als het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU of TEU).
5. Verdrag van Amsterdam (1997–1999)
Meer macht voor het Europees Parlement
• Besluitvorming werd democratischer.
• Meer samenwerking op gebied van vrijheid, veiligheid en justitie (bv. asiel, immigratie).
• Voorbereiding op toekomstige uitbreiding.
Downloaded by Siham Lazrag ()
, 3
6. Verdrag van Nice (2000–2003)
Institutionele hervormingen voor uitbreiding
• Werd gezien als onvoldoende voor een grotere EU.
• Poging tot Europese Grondwet (2004–2005) mislukte na referenda in Frankrijk en
Nederland.
7. Verdrag van Lissabon (2007–2009)
Huidige juridische basis van de EU
• Hervorming zonder “grondwet” te heten.
• Verduidelijkt bevoegdheden van EU vs. lidstaten.
• Meer macht voor Europees Parlement, initiatiefrecht voor burgers, en uitbreiding
stemprocedures met gekwalificeerde meerderheid.
• Hervormt de structuur van de instellingen (bv. vaste voorzitter Europese Raad).
Waarom zijn deze verdragen belangrijk?
• Elk verdrag bouwt voort op het vorige en past de samenwerking aan de tijd aan.
• Samen vormen ze het juridische kader van de EU: ze bepalen wat de EU wel en niet mag
doen.
• Verdragen worden bekrachtigd door alle lidstaten en zijn juridisch bindend.
• Juridische basis waarop de ÈU rust
Belangrijkste associaties bij de europese unie – belangrijke crisesen
1950–1954: Crisis van de Europese Defensie Gemeenschap (EDG)
• Plan om gezamenlijke Europese krijgsmacht op te richten.
• Werd verworpen door Frankrijk, uit angst voor verlies van soevereiniteit.
• Eerste grote mislukking van Europese integratieplannen.
1960–1964: Lege-stoel-crisis (proefexamen vraag)
Leg uit waardoor de lege-stoel-crisis ontstond, wat die inhield, wanneer die plaatsvond en hoe die crisis werd
ontzenuwd. Evalueer vervolgens kort hoe deze crisis kan worden gezien in die van geschiedenis van de EU en haar
voorlopers.
• Frankrijk (onder De Gaulle) verliet tijdelijk EU-vergaderingen.
• Reden: verzet tegen voorstellen die meer macht aan Europese instellingen zouden geven
(soevereiniteitsoverdracht).
• Leidde tot het Compromis van Luxemburg: landen konden beslissingen blokkeren op
"vitale nationale belangen".
Downloaded by Siham Lazrag ()
, 1
Inleiding Tot De Eu: Samenvatting
INTRODUCTIE
COLLEGE 1 = Inleiding en overzicht
1. Belangrijke associaties EU
1951: Oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
Zes landen (waaronder België, Nederland, Duitsland en Frankrijk) gaan samenwerken om hun kolen-
en staalindustrie te beheren. Dit moest oorlog voorkomen door economische samenwerking.
1957: Oprichting van de EEG (Europese Economische Gemeenschap)
Met het Verdrag van Rome besluiten de zes landen om ook op economisch vlak samen te werken en
een gemeenschappelijke markt op te richten.
1973: Eerste uitbreiding van de EG
Drie nieuwe landen treden toe: het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. De Europese
samenwerking begint uit te breiden.
1986: Europese Akte (Single European Act)
Dit verdrag legt de basis voor de interne markt: een gebied zonder binnengrenzen waar mensen,
goederen, diensten en kapitaal vrij kunnen bewegen.
1992: Van EG naar EU (Verdrag van Maastricht)
De Europese Gemeenschap wordt de Europese Unie. De samenwerking wordt breder: ook op
politiek, sociaal en monetair vlak (bv. plannen voor de euro).
2002: Invoering van de euro
De euro wordt de officiële munteenheid in twaalf landen. Oude munteenheden zoals de Belgische
frank verdwijnen.
2004: Grootste uitbreiding ooit
Tien nieuwe landen, vooral uit Centraal- en Oost-Europa (zoals Polen, Tsjechië en Hongarije), treden
toe. Dit symboliseert de hereniging van West- en Oost-Europa na de Koude Oorlog.
2005: Mislukte poging tot Europese Grondwet
Een voorstel voor een Europese Grondwet wordt verworpen door referenda in Frankrijk en
Nederland. Hierdoor komt er geen formele "grondwet" voor de EU.
2016–2020: Brexit
In 2016 stemt het Verenigd Koninkrijk via een referendum om de EU te verlaten. Na lange
onderhandelingen treedt het land in 2020 effectief uit de Unie.
2022: Oekraïne-crisis
Na de Russische invasie van Oekraïne toont de EU solidariteit met Oekraïne. Het land dient formeel
een EU-lidmaatschapsaanvraag in en krijgt kort daarna de status van kandidaat-lidstaat. De EU
versterkt ook haar defensie- en energiebeleid in reactie op de oorlog.
Downloaded by Siham Lazrag ()
, 2
Belangrijkste associaties bij de europese unie – belangrijke verdragen
1. Verdrag van Parijs (1951–1952)
Oprichtingsverdrag van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)
• Eerste stap naar Europese integratie.
• Doel: vrede bewaren door gezamenlijke controle over kolen- en staalproductie.
• Oorspronkelijke leden: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië.
2. Verdragen van Rome (1957–1958)
Oprichtingsverdragen van de EEG en Euratom
• EEG (Europese Economische Gemeenschap): vormde een gemeenschappelijke markt.
• Euratom: samenwerking op gebied van kernenergie.
• Dit zijn de fundamenten voor wat later de Europese Unie werd.
• Ook Schengen (1985, in werking 1995) komt hier vaak bij als mijlpaal: vrij verkeer van
personen zonder grenscontroles.
3. Europese Akte (1986–1987)
Voorbereiding op de interne markt
• Eerste grote hervorming van de verdragen.
• Legt de basis voor de Interne Markt (volledig gerealiseerd in 1993).
• Meer samenwerking en besluitvorming via meerderheid i.p.v. unanimiteit.
4. Verdrag van Maastricht (1992–1993)
Oprichting van de Europese Unie (EU)
• EEG wordt omgevormd tot EU.
• 3 pijlersysteem:
1. Economie (bv. euro),
2. Buitenlands beleid,
3. Justitie en binnenlandse zaken.
• Start van de EMU (Economische en Monetaire Unie) en plannen voor de euro.
• Verdrag staat bekend als het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU of TEU).
5. Verdrag van Amsterdam (1997–1999)
Meer macht voor het Europees Parlement
• Besluitvorming werd democratischer.
• Meer samenwerking op gebied van vrijheid, veiligheid en justitie (bv. asiel, immigratie).
• Voorbereiding op toekomstige uitbreiding.
Downloaded by Siham Lazrag ()
, 3
6. Verdrag van Nice (2000–2003)
Institutionele hervormingen voor uitbreiding
• Werd gezien als onvoldoende voor een grotere EU.
• Poging tot Europese Grondwet (2004–2005) mislukte na referenda in Frankrijk en
Nederland.
7. Verdrag van Lissabon (2007–2009)
Huidige juridische basis van de EU
• Hervorming zonder “grondwet” te heten.
• Verduidelijkt bevoegdheden van EU vs. lidstaten.
• Meer macht voor Europees Parlement, initiatiefrecht voor burgers, en uitbreiding
stemprocedures met gekwalificeerde meerderheid.
• Hervormt de structuur van de instellingen (bv. vaste voorzitter Europese Raad).
Waarom zijn deze verdragen belangrijk?
• Elk verdrag bouwt voort op het vorige en past de samenwerking aan de tijd aan.
• Samen vormen ze het juridische kader van de EU: ze bepalen wat de EU wel en niet mag
doen.
• Verdragen worden bekrachtigd door alle lidstaten en zijn juridisch bindend.
• Juridische basis waarop de ÈU rust
Belangrijkste associaties bij de europese unie – belangrijke crisesen
1950–1954: Crisis van de Europese Defensie Gemeenschap (EDG)
• Plan om gezamenlijke Europese krijgsmacht op te richten.
• Werd verworpen door Frankrijk, uit angst voor verlies van soevereiniteit.
• Eerste grote mislukking van Europese integratieplannen.
1960–1964: Lege-stoel-crisis (proefexamen vraag)
Leg uit waardoor de lege-stoel-crisis ontstond, wat die inhield, wanneer die plaatsvond en hoe die crisis werd
ontzenuwd. Evalueer vervolgens kort hoe deze crisis kan worden gezien in die van geschiedenis van de EU en haar
voorlopers.
• Frankrijk (onder De Gaulle) verliet tijdelijk EU-vergaderingen.
• Reden: verzet tegen voorstellen die meer macht aan Europese instellingen zouden geven
(soevereiniteitsoverdracht).
• Leidde tot het Compromis van Luxemburg: landen konden beslissingen blokkeren op
"vitale nationale belangen".
Downloaded by Siham Lazrag ()