1. Wat is recht?
Gedragsregels en normen
Doel: ordening maatschappelijk leven
Opgelegd door de overheid
(in principe) afdwingbaar
2. Soorten recht
Gebiedend recht: Hier kan je niet onderuit
- Regels van openbare orde:
o Beschermen de samenleving.
o Zijn verplicht na te leven.
o De sanctie bij een overtreding op deze regel is absolute nietigheid => is een
zeer zware sanctie.
o Als iets nietig verklaard is, blijft dit zo en kan dit niet meer veranderd worden.
o Elke belanghebbende en kan een probleem aankaarten.
o De rechtshandeling kan nooit als geldig bevestigd worden: blijft altijd ongeldig
- Regels van dwingend recht:
o Beschermen een zwakke partij vb werknemer, huurder, consument, … (Goed
om te weten: In een huwelijk kan je allebei de zwakke partij zijn.)
o Als je zelf niets doet gebeurd er niets. Als de zwakke niets aan de situatie wil
doen, mag dit ook zo blijven.
o Enkel de beschermde/zwakke partij kan een overtreding aankaarten.
o Sanctie bij overtreding is de relatieve nietigheid
o Vooraf kan nooit afgeweken worden van regel van dwingend recht (eventueel
wel achteraf, het is mogelijk om de regeling toch als geldig te aanvaarden).
Aanvullend recht: Je mag iets anders zetten in het contract dan wat er oorspronkelijk in
stond. Als partijen geen andere regeling overeenkomen, blijven de oorspronkelijke regels
gelden.
Een afwijkende regeling is altijd mogelijk in een contract. Zolang de partijen geen
afwijkende regeling in een contract overeenkomen gelden de wettelijke regels.
3. Rechtsbronnen
Wetgeving
Rechtspraak (bindt de partijen in het geschil)
Rechtsleer
Gewoonte (is slechts een rechtsbron als de wet of het contract daarnaar verwijst)
Billijkheid (het moet redelijk zijn)
3.1 Wetgeving
Internationaal
Nationaal
Regionaal
Provinciaal - gemeentelijk
3.1.1 Internationaal
3.1.1.1 Internationale verdragen
Verdragen zijn bindend voor de landen die ze afsluiten.
Verdragen kunnen afgesloten worden:
- Tussen 2 of meer staten
- Of in het kader van organisaties
,Vb Verenigde Naties/ Raad van Europa (is regering van de regeringsleiders van de EU)
3.1.1.2 Europese Unie
(Telt 27 lidstaten, het land dat als laatste is bijgekomen is Kroatië)
3.1.1.2.1 Rechtsbronnen van de Europese unie
- Verdragen
o Op een verdrag kan beroep worden gedaan als deze duidelijk en
onvoorwaardelijk is. Het is een bindende overeenkomst tussen de lidstaten.
In de verdragen staan de doelstellingen van de EU, de regels waar de EU-
instellingen zich aan moeten houden, hoe besluiten worden genomen en de
relatie tussen de EU en de EU-landen. Ik kan mij in België beroepen op een
regel van Europa van een verdragstekst als het duidelijk is.
- Verordeningen = wet van de Europese Unie
o Is in elke lidstaat rechtstreeks van toepassing en wordt gepubliceerd in het
Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB)
o Je kan in België altijd beroep doen op de verordening.
- Richtlijnen
o = De EU bepaalt het einddoel, maar ieder lidstaat mag zelf kiezen hoe dit
wordt vastgelegd in de wetgeving. De nationale overheden kiezen dus de
vorm en middelen om richtlijn uit te voeren. Het moet tijdig en juist omgezet
worden in de nationale wetgeving.
o Is voor elke lidstaat verbindend t.a.v. het te bereiken resultaat – nationale
overheden kiezen vorm en middelen om richtlijn uit te voeren
o Een richtlijn moet tijdig en juist omgezet worden in de nationale wetgeving
3.1.2 Nationaal (vb België)
Federale bevoegdheden
Grondwet:
- Moeilijk te wijzigen wet
- Inhoud: rechten en vrijheden, democratie en rechtsstaat, staatsstructuur en
taalgebieden en 10 provincies, 3 machten
Wet:
- De wet komt tot stand door het toedoen van het federale parlement
- Het initiatief wordt genomen door de koning, minister, het parlement.
- Treedt in werking op de datum die in de wet bepaald is of 10 dagen na publicatie in
BS
Besluiten:
- Koninklijk besluit= besluit van de regering
- Ministeriële besluiten = besluit van de minister
Deze voeren de wetgeving uit
Deze worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (BS)
3.1.3 Regionaal
Regionale bevoegdheden
, - 3 gewesten
o Vlaams gewest
o Waals gewest
o Brussels hoofdstedelijk gewest
- 3 gemeenschappen
o Vlaamse gemeenschap
o Franstalige gemeenschap
o Duitstalige gemeenschap
o (Brussel is geen aparte gemeenschap)!
- 4 taalgebieden
o Frans
o Nederlands
o Duits
o Tweetalig gebied Brussel
(De Duitse gemeenschap en het Duits taalgebied ligt in wallonië)
Decreet = “wet” op niveau van gemeenschappen en gewesten
Ordonnantie = “wet” op niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Decreet en ordonnantie staan op hetzelfde niveau als de wet, maar het is van
toepassing in een beperkte regio voor een regionale bevoegdheid.
Publicatie in het BS
Besluiten voeren decreten en ordonnanties uit en worden gepubliceerd in het BS.
3.1.4 Provinciale en gemeentelijke verordeningen en reglementen
Vb gemeentelijke belastingen
4. Inhoud van de grondwet
4.1 Federale staat
Overheidsmacht is verdeeld: We vertrekken van het federale niveau en delen dan uit over
gemeenschappen en gewesten.
(confederale staat = ze zijn gescheiden, maar sommige zaken gaan ze nog
gemeenschappelijk doen. Is het tegenovergestelde van federale staat.
Federale staat: ze vertrekken vanuit samen en delen zo uit
Confederale staat: ze vertrekken vanuit apart en komen zo soms samen)
België heeft 4 taalgebieden en 10 provincies (zie hierboven)
4.2 Democratie
- Een democratie is gebaseerd op volksvertegenwoordiging. Er worden regelmatig
verkiezingen gehouden opdat de burgers hun vertegenwoordigers zouden kunnen
aanwijzen op verschillende niveaus.
- De grondbeginselen van het Belgisch kiessysteem zijn vastgelegd in de
grondwet. Daarnaast is er nog een geheel van algemene of specifieke wetten en
reglementaire besluiten over de verkiezingen.
4.3 Scheiding van de drie staatsmachten
De rechters hebben niets te maken met de regering en de regering mag niet zeggen wat de
rechters moeten doen. Scheiding van de machten en controle van de ene op de andere is
waarborg voor politieke vrijheid
- Wetgevende macht: keurt wetten goed
o koning + parlement: (idem gemeenschappen, gewesten)
- Uitvoerende macht: voert wetten uit
o Koning en de ministers (idem gemeenschappen en gewesten)
, - Rechterlijke macht: hoven en rechtbanken waken over de naleving van de wetten –
bindend in individuele gevallen
4.4 Rechtsstaat
- Betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht zelf door
wetten gebonden zijn.
- Ook het principe dat mensen onschuldig zijn tot hun schuld bewezen is, is een
principe van de rechtsstaat
4.5 Er is een monarchie (= er is een koning/koningin)
4.6 Grondwettelijke rechten en vrijheden
Politiek rechten: kiesplicht (uitz. gemeente) en verkiesbaarheid
Publieke rechten:
- Alle Belgen zijn gelijk voor de wet
- Persoonlijke vrijheden:
- Onschendbaarheid van de woning
- Bescherming van het eigendomsrecht
- Briefgeheim
- Eerbiediging van het privéleven
- Sociale vrijheden:
- Vrijheid van godsdienst, onderwijs, meningsuiting en pers, taal, vereniging,
vergaderen, recht op een menswaardig leven
5. Rechtbanken en hoven
Vrederechter is bevoegd tot €5000
Als Hof van Cassatie vernietigd => terug gaan naar hof van beroep
Vonnis = beslissing/uitstpraak van de rechter
Vonnis is voor de lagere rechtbanken, een arrest is voor de hogere rechtbank.
Rechtbanken en Hoven: zie overzicht!