Week 1:
Vries, J., de (2016 - tweede druk). Geweld - het fenomeen, het trauma en de verwerking.
Utrecht: Uitgeverij De Tijdstroom. Inleiding + H1
Geweld: definitie
‘…Het met opzet gebruik maken van fysieke macht of kracht, via dreiging of feitelijk, tegen zichzelf,
een andere persoon of tegen een groep of gemeenschap, welke verwonding, dood, psychologische
schade, onderontwikkeling of verwaarlozing tot gevolg heeft, of zeer waarschijnlijk tot gevolg zal
hebben.’
Vormen van geweld
Op zichzelf geweld
Zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag zijn vormen van op zichzelf gericht geweld. Vormen van
zelfbeschadigingen zijn het op zichzelf lichamelijk beschadigen, door zichzelf te slaan, snijden, bijten,
huid te branden, haren (uit) te trekken, naalden in de huid te steken, (delen van) ledematen te
amputeren, etc. Maar ook verslavingen en eetproblemen.
Interpersoonlijk geweld
Interpersoonlijk geweld betekent geweld dat tussen mensen onderling plaatsvindt, vaak binnen een
relatie of in de directe sociale omgeving. Het gaat om situaties waarin iemand opzettelijk
lichamelijke, psychische of seksuele schade toebrengt aan een ander. Daaronder vallen:
Geweld tegen vrouwen: geweld dat specifiek gericht is op vrouwen vanwege hun geslacht,
vaak binnen relaties, maar ook in publieke ruimtes.
Huiselijk geweld: geweld binnen de huiselijke sfeer, bijvoorbeeld tussen partners, ouders en
kinderen of andere gezinsleden.
Kindermishandeling: lichamelijke, emotionele of seksuele schade aan een kind, of
verwaarlozing, door ouders of verzorgers.
Ouderenmishandeling: lichamelijk, psychisch of financieel misbruik van ouderen, vaak door
mensen uit hun directe omgeving.
Collectief geweld
Dit is geweld tegen individuen of groepen door mensen die lid zijn van een bepaalde (andere) groep
met als doel iets te bereiken op politiek, economisch of sociaal gebied. Voorbeelden zijn:
gewelddadige conflicten (oorlogssituaties), tussen landen of in landen (etnische conflicten, genocide),
geweld door dictoriale regimes, terroristische acties van groepen, verkrachtingen of verminkingen
door soldaten, of gedwongen volksverhuizingen.
Relationeel geweld
Het overgrote deel van de geweldsituaties speelt zich af tussen mensen en vooral in de relaties tussen
bekenden: partners, gezins- of familieleden, vrienden of collega’s. Het is dus geweld in privésfeer,
geweld binnen een persoonlijke of emotionele relatie, waarbij lichamelijk, psychisch, seksueel of
economisch misbruik kan voorkomen.
Intersectionaliteit in de praktijk van pedagogische professionals en instituties
1
,Intersectionaliteit
Intersectionaliteit betreft kortweg de wisselwerking tussen kenmerken die kunnen bijdragen aan
verschillen in macht, ongelijkheid en privilege, zoals gender, huidskleur, etniciteit, klasse, leeftijd of
validiteit.
Kruispuntdenken
Als je kruispunt denkt ben je bewust bezig met hoe verschillende delen van iemands
identiteit (bijvoorbeeld afkomst, leeftijd, lichaam, genderidentiteit etc.) effect hebben op elkaar.
Macht en ongelijkheid
Macht en ongelijkheid verwijzen binnen intersectioneel denken naar de manier waarop
maatschappelijke structuren bepalen wie toegang heeft tot kansen, middelen en invloed, en wie juist
wordt buitengesloten. Ongelijkheid ontstaat wanneer bepaalde groepen systematisch worden
benadeeld op basis van kenmerken zoals etniciteit, gender of klasse, terwijl macht bepaalt wie de
dominante normen en regels opstelt. Deze vormen van ongelijkheid zijn vaak diep verweven met
institutionele en culturele systemen, waardoor ze niet altijd zichtbaar zijn voor degenen die ervan
profiteren.
Dichotome denken
De valkuil om mensen in één categorie te plaatsen.
Institutionele uitsluiting
Institutionele uitsluiting verwijst naar hoe instituties – zoals scholen, zorginstellingen en
overheidsdiensten – met hun regels, normen en routines bijdragen aan het uitsluiten of benadelen
van bepaalde groepen. Dit gebeurt vaak onbewust, doordat instellingen zijn afgestemd op de
dominante groep in de samenleving.
Reflexiviteit
Reflexiviteit is het vermogen van professionals om kritisch te reflecteren op hun eigen aannames,
machtspositie en handelingswijze. Het besef dat kennis sociaal geconstrueerd is, dwingt tot
bewustwording van eigen vooroordelen en privileges.
Social justice
Sociale rechtvaardigheid betekent actief bijdragen aan het verminderen van ongelijkheid en het
bevorderen van gelijke kansen. Binnen intersectionaliteit houdt dit ook in dat je agency en
empowerment ondersteunt en ruimte maakt voor de stem van gemarginaliseerde groepen.
Agency
Agency wordt omschreven als het vermogen van mensen om actief vorm te geven aan hun leven
binnen de context waarin ze leven. Het heeft zowel een persoonlijke als collectieve dimensie en is
verbonden aan bewustzijn van maatschappelijke structuren en mogelijkheden om die te
beïnvloeden.
Voice
‘Voice’ betekent het tot uiting brengen van ervaringen, wensen en belangen – individueel of
collectief – met het doel gehoord te worden en invloed uit te oefenen. Het versterken van ‘voice’ is
essentieel voor empowerment en wordt gezien als een onderdeel van agency.
Cultural competence
2
, Culturele competentie is het vermogen om effectief om te gaan met diversiteit. In de literatuur
wordt benadrukt dat dit niet gaat om een vaste kennis van ‘culturen’, maar om een houding van
‘niet-weten’, waarbij je openstaat voor de leefwereld van de ander en daar met nieuwsgierigheid op
ingaat.
Normatieve en structurele ongelijkheid
Normatieve ongelijkheid verwijst naar culturele normen die bepalen wat als ‘normaal’ of ‘afwijkend’
wordt gezien. Structurele ongelijkheid heeft te maken met institutionele systemen, zoals wetgeving
of toegang tot voorzieningen, die groepen structureel benadelen.
Counter-narratieven
Counter-narratieven zijn verhalen van mensen uit gemarginaliseerde groepen die dominant
ideologisch denken – bijvoorbeeld over opvoeding of etniciteit – bevragen en uitdagen. Deze
verhalen bieden een tegenwicht aan stereotype of discriminerende beelden.
Affirmatieve versus kritische pedagogiek
Affirmatieve pedagogiek is gericht op welzijn en leefstijlverbetering vanuit de kennis van de
professional. Kritische pedagogiek daarentegen verzet zich tegen het moraliserende karakter hiervan,
stelt ervaringskennis centraal en wil machtsongelijkheid zichtbaar en bespreekbaar maken.
Collectieve versus individuele agency
Individuele agency betreft het vermogen van een persoon om zijn/haar eigen leven richting te geven.
Collectieve agency gaat verder: het is het gezamenlijk optreden om maatschappelijke structuren te
beïnvloeden of te veranderen, vaak noodzakelijk om echte verandering te realiseren.
Empowerment
Empowerment is het proces waarin individuen of groepen (meer) zeggenschap krijgen over hun
leven. Het draait om het versterken van zelfvertrouwen, bewustwording van eigen kracht en het
creëren van ruimte voor participatie en invloed.
1 op de 4: Kindermishandeling, een wicked problem
3
Vries, J., de (2016 - tweede druk). Geweld - het fenomeen, het trauma en de verwerking.
Utrecht: Uitgeverij De Tijdstroom. Inleiding + H1
Geweld: definitie
‘…Het met opzet gebruik maken van fysieke macht of kracht, via dreiging of feitelijk, tegen zichzelf,
een andere persoon of tegen een groep of gemeenschap, welke verwonding, dood, psychologische
schade, onderontwikkeling of verwaarlozing tot gevolg heeft, of zeer waarschijnlijk tot gevolg zal
hebben.’
Vormen van geweld
Op zichzelf geweld
Zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag zijn vormen van op zichzelf gericht geweld. Vormen van
zelfbeschadigingen zijn het op zichzelf lichamelijk beschadigen, door zichzelf te slaan, snijden, bijten,
huid te branden, haren (uit) te trekken, naalden in de huid te steken, (delen van) ledematen te
amputeren, etc. Maar ook verslavingen en eetproblemen.
Interpersoonlijk geweld
Interpersoonlijk geweld betekent geweld dat tussen mensen onderling plaatsvindt, vaak binnen een
relatie of in de directe sociale omgeving. Het gaat om situaties waarin iemand opzettelijk
lichamelijke, psychische of seksuele schade toebrengt aan een ander. Daaronder vallen:
Geweld tegen vrouwen: geweld dat specifiek gericht is op vrouwen vanwege hun geslacht,
vaak binnen relaties, maar ook in publieke ruimtes.
Huiselijk geweld: geweld binnen de huiselijke sfeer, bijvoorbeeld tussen partners, ouders en
kinderen of andere gezinsleden.
Kindermishandeling: lichamelijke, emotionele of seksuele schade aan een kind, of
verwaarlozing, door ouders of verzorgers.
Ouderenmishandeling: lichamelijk, psychisch of financieel misbruik van ouderen, vaak door
mensen uit hun directe omgeving.
Collectief geweld
Dit is geweld tegen individuen of groepen door mensen die lid zijn van een bepaalde (andere) groep
met als doel iets te bereiken op politiek, economisch of sociaal gebied. Voorbeelden zijn:
gewelddadige conflicten (oorlogssituaties), tussen landen of in landen (etnische conflicten, genocide),
geweld door dictoriale regimes, terroristische acties van groepen, verkrachtingen of verminkingen
door soldaten, of gedwongen volksverhuizingen.
Relationeel geweld
Het overgrote deel van de geweldsituaties speelt zich af tussen mensen en vooral in de relaties tussen
bekenden: partners, gezins- of familieleden, vrienden of collega’s. Het is dus geweld in privésfeer,
geweld binnen een persoonlijke of emotionele relatie, waarbij lichamelijk, psychisch, seksueel of
economisch misbruik kan voorkomen.
Intersectionaliteit in de praktijk van pedagogische professionals en instituties
1
,Intersectionaliteit
Intersectionaliteit betreft kortweg de wisselwerking tussen kenmerken die kunnen bijdragen aan
verschillen in macht, ongelijkheid en privilege, zoals gender, huidskleur, etniciteit, klasse, leeftijd of
validiteit.
Kruispuntdenken
Als je kruispunt denkt ben je bewust bezig met hoe verschillende delen van iemands
identiteit (bijvoorbeeld afkomst, leeftijd, lichaam, genderidentiteit etc.) effect hebben op elkaar.
Macht en ongelijkheid
Macht en ongelijkheid verwijzen binnen intersectioneel denken naar de manier waarop
maatschappelijke structuren bepalen wie toegang heeft tot kansen, middelen en invloed, en wie juist
wordt buitengesloten. Ongelijkheid ontstaat wanneer bepaalde groepen systematisch worden
benadeeld op basis van kenmerken zoals etniciteit, gender of klasse, terwijl macht bepaalt wie de
dominante normen en regels opstelt. Deze vormen van ongelijkheid zijn vaak diep verweven met
institutionele en culturele systemen, waardoor ze niet altijd zichtbaar zijn voor degenen die ervan
profiteren.
Dichotome denken
De valkuil om mensen in één categorie te plaatsen.
Institutionele uitsluiting
Institutionele uitsluiting verwijst naar hoe instituties – zoals scholen, zorginstellingen en
overheidsdiensten – met hun regels, normen en routines bijdragen aan het uitsluiten of benadelen
van bepaalde groepen. Dit gebeurt vaak onbewust, doordat instellingen zijn afgestemd op de
dominante groep in de samenleving.
Reflexiviteit
Reflexiviteit is het vermogen van professionals om kritisch te reflecteren op hun eigen aannames,
machtspositie en handelingswijze. Het besef dat kennis sociaal geconstrueerd is, dwingt tot
bewustwording van eigen vooroordelen en privileges.
Social justice
Sociale rechtvaardigheid betekent actief bijdragen aan het verminderen van ongelijkheid en het
bevorderen van gelijke kansen. Binnen intersectionaliteit houdt dit ook in dat je agency en
empowerment ondersteunt en ruimte maakt voor de stem van gemarginaliseerde groepen.
Agency
Agency wordt omschreven als het vermogen van mensen om actief vorm te geven aan hun leven
binnen de context waarin ze leven. Het heeft zowel een persoonlijke als collectieve dimensie en is
verbonden aan bewustzijn van maatschappelijke structuren en mogelijkheden om die te
beïnvloeden.
Voice
‘Voice’ betekent het tot uiting brengen van ervaringen, wensen en belangen – individueel of
collectief – met het doel gehoord te worden en invloed uit te oefenen. Het versterken van ‘voice’ is
essentieel voor empowerment en wordt gezien als een onderdeel van agency.
Cultural competence
2
, Culturele competentie is het vermogen om effectief om te gaan met diversiteit. In de literatuur
wordt benadrukt dat dit niet gaat om een vaste kennis van ‘culturen’, maar om een houding van
‘niet-weten’, waarbij je openstaat voor de leefwereld van de ander en daar met nieuwsgierigheid op
ingaat.
Normatieve en structurele ongelijkheid
Normatieve ongelijkheid verwijst naar culturele normen die bepalen wat als ‘normaal’ of ‘afwijkend’
wordt gezien. Structurele ongelijkheid heeft te maken met institutionele systemen, zoals wetgeving
of toegang tot voorzieningen, die groepen structureel benadelen.
Counter-narratieven
Counter-narratieven zijn verhalen van mensen uit gemarginaliseerde groepen die dominant
ideologisch denken – bijvoorbeeld over opvoeding of etniciteit – bevragen en uitdagen. Deze
verhalen bieden een tegenwicht aan stereotype of discriminerende beelden.
Affirmatieve versus kritische pedagogiek
Affirmatieve pedagogiek is gericht op welzijn en leefstijlverbetering vanuit de kennis van de
professional. Kritische pedagogiek daarentegen verzet zich tegen het moraliserende karakter hiervan,
stelt ervaringskennis centraal en wil machtsongelijkheid zichtbaar en bespreekbaar maken.
Collectieve versus individuele agency
Individuele agency betreft het vermogen van een persoon om zijn/haar eigen leven richting te geven.
Collectieve agency gaat verder: het is het gezamenlijk optreden om maatschappelijke structuren te
beïnvloeden of te veranderen, vaak noodzakelijk om echte verandering te realiseren.
Empowerment
Empowerment is het proces waarin individuen of groepen (meer) zeggenschap krijgen over hun
leven. Het draait om het versterken van zelfvertrouwen, bewustwording van eigen kracht en het
creëren van ruimte voor participatie en invloed.
1 op de 4: Kindermishandeling, een wicked problem
3