Om optimaal te communiceren moet je een aantal dingen weten over je communicatiepartner, wat
is jouw doel? Als je weet wat je doel is kan je effectief en efficiënt communiceren. Je
communicatiepartner kan je niet manipuleren, hij of zij heeft ook een doel en beeld van de situatie.
Je handelt strategisch als je zelf in staat bent keuzes te maken, doelen vast te stellen en vervolgens
doelgericht te handelen. Hierbij houdt je wel rekening mee dat de ander dit ook doet, zo probeer je
de situatie en doelen van een ander in kaart te brengen.
Ieder communicatiepartner is anders, je communiceert anders tegenover ouderen dan tegenover
een man in de 30 of een tiener, dit vereist een andere strategie. Door jezelf een aantal vragen te
stellen over je communicatiepartner(het publiek) kan je je strategie bepalen.
Als je een doel voor ogen hebt kan je communiceren op basis van dit doel, een aantal soorten doelen
dit ook in combinatie gebruikt kan worden zijn: informeren, instrueren, overtuigen, activeren en
ontroeren.
Om jouw doelstelling goed te kunnen formuleren moet je weten met wie (en niet tegen!) je gaat
communiceren. Een aantal eisen waaraan je doelstelling moet voeldoen zijn de SMART-eisen. Is je
doelstelling Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden?
Ook maakt het formuleren van een doel makkelijker als je onderscheid maakt in de effecten die je
wilt bereiken. Je hebt drie soorten doelen: Kennisdoelen, houdingsdoelen en gedragsdoelen. Deze
drie doelen staat in relatie tot elkaar. Om een gedragsdoel te kunnen bereiken moet vaak eerst een
houdingsdoel worden vastgesteld. En om een houdingsdoel vast te stellen moet je eerst een kennis
doel bereikt hebben. In plaats van alleen te focussen op je einddoel kan je ook nog tussendoelen
stellen. Zo kan een einddoel zijn een sollicitatiegesprek. Als tussendoel kan je hiervoor hebben,
kennisdoel: informatie wederzijds uitwisselen, houdingsdoel: jij wilt een positieve indruk achterlaten
op de selecteur terwijl de selecteur een positieve indruk van de baan wilt achterlaten op jou. Het
einddoel van de sollicitatiegesprek kan een gedragsdoel zijn: jij wil dat de selecteur jou uitnodigt voor
een vervolg gesprek en de selecteur wil dat jij kiest voor dit bedrijf.
Doelstellingen kunnen tijdens een communicatie botsen, het doel is dan om beiden
doelstellingen(van jou en de tegenpartij) zodanig (optimaal) te begrijpen om daarop vervolgens een
strategie te bepalen dat jou kan helpen jouw doelstelling optimaal kan realiseren, dit vergroot de
effectiviteit van de communicatie.
Sommigen kunnen hun doelstelling echter geheim houden, hierdoor lijdt de effectiviteit van de
communicatie.(voorbeeld zie boek bladzijde 7/8)
De strategie is een grote lijn, een tactiek bestaat uit concrete invulling.
Communicatief competent: Als je instaat bent op de juiste manier een communicatiemiddel in te
zetten en de geschikte tacktiek te gebruiken.
Communicatie begint bij de zender, zodra de zender zich tot een ander richt is er sprake van een
communicatieproces. Er bestaan meerdere definities van communicatie, hier wordt gebruik gemaakt
van de volgende: Communicatie is het aanbieden van een boodschap door een zender aan een
ontvanger. Dit betekent dat in deze definitie het niet relevant is of de communicatie is geslaagd(of de
boodschap is overgekomen naar de ontvanger). Het gaat nu puur om de intentie en daarna om het
bereikte effect.
Het aanbieden van een boodschap kan op verschillende manieren plaatsvinden, want communiceren
gebeurt met meer dan alleen je mond, je communiceert met je zintuigen: je praat, luistert, kijkt,
is jouw doel? Als je weet wat je doel is kan je effectief en efficiënt communiceren. Je
communicatiepartner kan je niet manipuleren, hij of zij heeft ook een doel en beeld van de situatie.
Je handelt strategisch als je zelf in staat bent keuzes te maken, doelen vast te stellen en vervolgens
doelgericht te handelen. Hierbij houdt je wel rekening mee dat de ander dit ook doet, zo probeer je
de situatie en doelen van een ander in kaart te brengen.
Ieder communicatiepartner is anders, je communiceert anders tegenover ouderen dan tegenover
een man in de 30 of een tiener, dit vereist een andere strategie. Door jezelf een aantal vragen te
stellen over je communicatiepartner(het publiek) kan je je strategie bepalen.
Als je een doel voor ogen hebt kan je communiceren op basis van dit doel, een aantal soorten doelen
dit ook in combinatie gebruikt kan worden zijn: informeren, instrueren, overtuigen, activeren en
ontroeren.
Om jouw doelstelling goed te kunnen formuleren moet je weten met wie (en niet tegen!) je gaat
communiceren. Een aantal eisen waaraan je doelstelling moet voeldoen zijn de SMART-eisen. Is je
doelstelling Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden?
Ook maakt het formuleren van een doel makkelijker als je onderscheid maakt in de effecten die je
wilt bereiken. Je hebt drie soorten doelen: Kennisdoelen, houdingsdoelen en gedragsdoelen. Deze
drie doelen staat in relatie tot elkaar. Om een gedragsdoel te kunnen bereiken moet vaak eerst een
houdingsdoel worden vastgesteld. En om een houdingsdoel vast te stellen moet je eerst een kennis
doel bereikt hebben. In plaats van alleen te focussen op je einddoel kan je ook nog tussendoelen
stellen. Zo kan een einddoel zijn een sollicitatiegesprek. Als tussendoel kan je hiervoor hebben,
kennisdoel: informatie wederzijds uitwisselen, houdingsdoel: jij wilt een positieve indruk achterlaten
op de selecteur terwijl de selecteur een positieve indruk van de baan wilt achterlaten op jou. Het
einddoel van de sollicitatiegesprek kan een gedragsdoel zijn: jij wil dat de selecteur jou uitnodigt voor
een vervolg gesprek en de selecteur wil dat jij kiest voor dit bedrijf.
Doelstellingen kunnen tijdens een communicatie botsen, het doel is dan om beiden
doelstellingen(van jou en de tegenpartij) zodanig (optimaal) te begrijpen om daarop vervolgens een
strategie te bepalen dat jou kan helpen jouw doelstelling optimaal kan realiseren, dit vergroot de
effectiviteit van de communicatie.
Sommigen kunnen hun doelstelling echter geheim houden, hierdoor lijdt de effectiviteit van de
communicatie.(voorbeeld zie boek bladzijde 7/8)
De strategie is een grote lijn, een tactiek bestaat uit concrete invulling.
Communicatief competent: Als je instaat bent op de juiste manier een communicatiemiddel in te
zetten en de geschikte tacktiek te gebruiken.
Communicatie begint bij de zender, zodra de zender zich tot een ander richt is er sprake van een
communicatieproces. Er bestaan meerdere definities van communicatie, hier wordt gebruik gemaakt
van de volgende: Communicatie is het aanbieden van een boodschap door een zender aan een
ontvanger. Dit betekent dat in deze definitie het niet relevant is of de communicatie is geslaagd(of de
boodschap is overgekomen naar de ontvanger). Het gaat nu puur om de intentie en daarna om het
bereikte effect.
Het aanbieden van een boodschap kan op verschillende manieren plaatsvinden, want communiceren
gebeurt met meer dan alleen je mond, je communiceert met je zintuigen: je praat, luistert, kijkt,
