Palliatief redeneren
GKO-PALLIAT – B
20 Januari 2024
Aantal gebruikte woorden: 3730
1
,Inhoudsopgave
Fase |............................................................................................................................................................ 3
1. Anamnese .......................................................................................................................................................3
..............................................................................................................................................................................4
1.2 anamnese instrument ...................................................................................................................................4
1.3 beïnvloedende factoren op de kwaliteit van leven en sterven.......................................................................5
1.4 prioriteiten van de zorgvrager.......................................................................................................................6
1.5 somatische en psychosociale palliatief symptomen......................................................................................6
1.6 markering palliatieve fase..............................................................................................................................7
Fase ||.......................................................................................................................................................... 7
2.1 somatische palliatieve symptomen ...............................................................................................................8
2.2 psychosociale palliatieve symptomen ...........................................................................................................9
2.3 Werkhypothese..............................................................................................................................................9
2.4 Doel van het beleid .....................................................................................................................................10
2.5 Kritische beslismomenten............................................................................................................................13
Fase III: Symptoommanagement................................................................................................................. 13
3.1 indicatie, dosering en (bijwerking) medicatie .............................................................................................13
3.2 Meetinstrumenten.......................................................................................................................................16
3.3 Gezamenlijke besluitvorming.......................................................................................................................18
3.4 interventies .................................................................................................................................................19
.................................................................................................................................................................... 20
Fase IV........................................................................................................................................................ 20
4. Afspraken over evaluatie beleid ....................................................................................................................20
Fase V.......................................................................................................................................................... 21
5. Bijstellen beleid en blijven evalueren ............................................................................................................21
6.2 Kern .............................................................................................................................................................23
6.3 Slot ..............................................................................................................................................................24
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 25
Bijlage 1 – Lastmeter.................................................................................................................................... 27
Bijlage 2 - Multidimensionale Vermoeidheidsindex......................................................................................28
Bijlage 3- HADS............................................................................................................................................ 31
Bijlage 4 – Peer assessment.......................................................................................................................... 34
2
,Fase |
1. Anamnese
1.1 Casus
Meneer is een 82-jarige man die woont in een verzorgingshuis. Hij is al zeven jaar
3
, weduwnaar en heeft twee dochters die zeer betrokken zijn bij zijn welzijn. Zelfredzaamheid,
eigen regie en kwaliteit van leven zijn voor hem erg belangrijk. Ondanks zijn leeftijd en
gezondheidssituatie heeft hij nog veel levenslust en probeert hij zelfstandig te blijven waar
mogelijk.
Meneer heeft stadium vier van Hodgkin-lymfoom. Hij zal niet meer volledig genezen, en de
behandeling richt zich op het verlengen van zijn leven en het verminderen van symptomen.
Hij ondergaat momenteel chemotherapie, waarvan de laatste sessie binnenkort plaats vindt.
Hierna blijft hij onder controle van een arts. Door de chemotherapie is zijn immuunsysteem
verzwakt, waardoor hij sneller vatbaar is voor infecties zoals blaasontstekingen (Hematologie
Groningen, 2025). Zijn lage energieniveau beperkt hem in zijn dagelijkse activiteiten en
hobby’s. Zo kan hij niet meer trompet spelen, wat jarenlang een belangrijk onderdeel van zijn
leven was, en mist hij hierdoor een manier om zichzelf te uiten en plezier te ervaren.
Vanwege zijn verhoogde infectierisico vermijdt meneer sociale activiteiten en eet hij niet
meer in de eetzaal. Deze keuze komt voort uit angst om ziek te worden, maar heeft geleid tot
een zekere mate van isolatie van andere bewoners. Zijn dochters bieden hem veel
emotionele en praktische steun, wat hij enorm waardeert. Het verleden blijft voor hem
belangrijk: hij kijkt met plezier terug op zijn tijd als muzikant in drie orkesten en zijn avonturen
op het water tijdens zijn jaren als fervent zeiler.
In zijn huidige situatie krijgt meneer. Ondersteuning bij het aan- en uittrekken van
steunkousen. Hij blijft echter zo veel mogelijk zelfstandig, met hulp die zijn autonomie
respecteert. Het zorgteam werkt eraan om zijn kwaliteit van leven te behouden door rekening
te houden met zijn wensen en behoeften. Hierbij wordt gezocht naar een balans tussen
bescherming tegen infecties en het voorkomen van verdere sociale isolatie.
De zorg richt zich op infectiepreventie en het bieden van psychosociale ondersteuning,
bijvoorbeeld door kleinschalige activiteiten die aansluiten bij zijn energieniveau. Daarnaast
blijft er aandacht voor het verwerken van het verlies van activiteiten die hij niet meer kan
uitvoeren, zoals muziek maken. Door het regelmatig bespreken van de zorg met meneer en
zijn dochters wordt de zorg zo goed mogelijk afgestemd op zijn persoonlijke situatie en
voorkeuren.
Medische voorgeschiedenis
Basaalcelcarcinoom
Aortaklepinsufficiëntie
Hypothyreoïdie
Slaapapneu
Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging
Reumatoïde artritis
1.2 anamnese instrument
Om een compleet beeld van meneer te verkrijgen, is er gebruikgemaakt van het
anamneseformulier De Lastmeter, die te vinden is in de eerste bijlage. De Lastmeter,
ontwikkeld door IKNL, brengt de ervaren belasting van patiënten in kaart en omvat een
visuele analoge schaal (VAS) en een probleemlijst met domeinen zoals praktisch, sociaal,
4
GKO-PALLIAT – B
20 Januari 2024
Aantal gebruikte woorden: 3730
1
,Inhoudsopgave
Fase |............................................................................................................................................................ 3
1. Anamnese .......................................................................................................................................................3
..............................................................................................................................................................................4
1.2 anamnese instrument ...................................................................................................................................4
1.3 beïnvloedende factoren op de kwaliteit van leven en sterven.......................................................................5
1.4 prioriteiten van de zorgvrager.......................................................................................................................6
1.5 somatische en psychosociale palliatief symptomen......................................................................................6
1.6 markering palliatieve fase..............................................................................................................................7
Fase ||.......................................................................................................................................................... 7
2.1 somatische palliatieve symptomen ...............................................................................................................8
2.2 psychosociale palliatieve symptomen ...........................................................................................................9
2.3 Werkhypothese..............................................................................................................................................9
2.4 Doel van het beleid .....................................................................................................................................10
2.5 Kritische beslismomenten............................................................................................................................13
Fase III: Symptoommanagement................................................................................................................. 13
3.1 indicatie, dosering en (bijwerking) medicatie .............................................................................................13
3.2 Meetinstrumenten.......................................................................................................................................16
3.3 Gezamenlijke besluitvorming.......................................................................................................................18
3.4 interventies .................................................................................................................................................19
.................................................................................................................................................................... 20
Fase IV........................................................................................................................................................ 20
4. Afspraken over evaluatie beleid ....................................................................................................................20
Fase V.......................................................................................................................................................... 21
5. Bijstellen beleid en blijven evalueren ............................................................................................................21
6.2 Kern .............................................................................................................................................................23
6.3 Slot ..............................................................................................................................................................24
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 25
Bijlage 1 – Lastmeter.................................................................................................................................... 27
Bijlage 2 - Multidimensionale Vermoeidheidsindex......................................................................................28
Bijlage 3- HADS............................................................................................................................................ 31
Bijlage 4 – Peer assessment.......................................................................................................................... 34
2
,Fase |
1. Anamnese
1.1 Casus
Meneer is een 82-jarige man die woont in een verzorgingshuis. Hij is al zeven jaar
3
, weduwnaar en heeft twee dochters die zeer betrokken zijn bij zijn welzijn. Zelfredzaamheid,
eigen regie en kwaliteit van leven zijn voor hem erg belangrijk. Ondanks zijn leeftijd en
gezondheidssituatie heeft hij nog veel levenslust en probeert hij zelfstandig te blijven waar
mogelijk.
Meneer heeft stadium vier van Hodgkin-lymfoom. Hij zal niet meer volledig genezen, en de
behandeling richt zich op het verlengen van zijn leven en het verminderen van symptomen.
Hij ondergaat momenteel chemotherapie, waarvan de laatste sessie binnenkort plaats vindt.
Hierna blijft hij onder controle van een arts. Door de chemotherapie is zijn immuunsysteem
verzwakt, waardoor hij sneller vatbaar is voor infecties zoals blaasontstekingen (Hematologie
Groningen, 2025). Zijn lage energieniveau beperkt hem in zijn dagelijkse activiteiten en
hobby’s. Zo kan hij niet meer trompet spelen, wat jarenlang een belangrijk onderdeel van zijn
leven was, en mist hij hierdoor een manier om zichzelf te uiten en plezier te ervaren.
Vanwege zijn verhoogde infectierisico vermijdt meneer sociale activiteiten en eet hij niet
meer in de eetzaal. Deze keuze komt voort uit angst om ziek te worden, maar heeft geleid tot
een zekere mate van isolatie van andere bewoners. Zijn dochters bieden hem veel
emotionele en praktische steun, wat hij enorm waardeert. Het verleden blijft voor hem
belangrijk: hij kijkt met plezier terug op zijn tijd als muzikant in drie orkesten en zijn avonturen
op het water tijdens zijn jaren als fervent zeiler.
In zijn huidige situatie krijgt meneer. Ondersteuning bij het aan- en uittrekken van
steunkousen. Hij blijft echter zo veel mogelijk zelfstandig, met hulp die zijn autonomie
respecteert. Het zorgteam werkt eraan om zijn kwaliteit van leven te behouden door rekening
te houden met zijn wensen en behoeften. Hierbij wordt gezocht naar een balans tussen
bescherming tegen infecties en het voorkomen van verdere sociale isolatie.
De zorg richt zich op infectiepreventie en het bieden van psychosociale ondersteuning,
bijvoorbeeld door kleinschalige activiteiten die aansluiten bij zijn energieniveau. Daarnaast
blijft er aandacht voor het verwerken van het verlies van activiteiten die hij niet meer kan
uitvoeren, zoals muziek maken. Door het regelmatig bespreken van de zorg met meneer en
zijn dochters wordt de zorg zo goed mogelijk afgestemd op zijn persoonlijke situatie en
voorkeuren.
Medische voorgeschiedenis
Basaalcelcarcinoom
Aortaklepinsufficiëntie
Hypothyreoïdie
Slaapapneu
Essentiële hypertensie zonder orgaanbeschadiging
Reumatoïde artritis
1.2 anamnese instrument
Om een compleet beeld van meneer te verkrijgen, is er gebruikgemaakt van het
anamneseformulier De Lastmeter, die te vinden is in de eerste bijlage. De Lastmeter,
ontwikkeld door IKNL, brengt de ervaren belasting van patiënten in kaart en omvat een
visuele analoge schaal (VAS) en een probleemlijst met domeinen zoals praktisch, sociaal,
4