Samenvatting
ENGELS IN HET BASISONDERWIJS, (MEER DAN DE)
KENNISBASIS VAKDIDACTIEK.
Simon van Doorn | OWE 2.01
,Inhoud
Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het basisonderwijs..............................3
1.1 Rol van ‘europa’in het talenonderwijs...............................................3
1.2 stand van zaken van engels in het basisonderwijs............................4
1.3 Inleiding op de communicatieve aanpak...........................................5
1.4 Buitenschoolse voorkennis................................................................5
1.5 What’s new?....................................................................................... 5
1.6 Introductie van vroeg vreemdetalenonderwijs..................................6
1.7 Introducite van Primary CLIL............................................................7
Hoofdstuk 2: Taalverwerving......................................................................9
2.1 uitleg van begrippen..........................................................................9
2.2 Verwerven van de moedertaal...........................................................9
2.3 Taalleervermogen en taalproblemen...............................................10
2.4 Meertaligheid...................................................................................10
2.5 Leren van een tweede of vreemde taal............................................11
2.6 Schijf van vijf voor het vreemdetalenonderwijs...............................12
Hoofdstuk 3: Het vierfasenmodel.............................................................13
Fase 1: introductiefase..........................................................................13
Fase 2: inputfase.................................................................................... 14
Fase 3: oefenfase................................................................................... 15
Fase 4: Transerfase............................................................................... 16
communicatieve methode......................................................................16
Hoofdstuk 4: Meer taaldidactiek..............................................................17
4.1 Invloeden op taaldidactiek...............................................................17
4.2 Verschillende opvattingen over vreemdetaaldidactiek....................17
4.4 De beste taaldidactiek.....................................................................17
Overzicht taaldidactieken......................................................................17
Hoofdstuk 5 Vroeg vreemdetalenonderwijs................................................0
5.1 Didactiek voor vroeg vreemdetalenonderwijs...................................0
5.2 Componenten en fasen......................................................................0
5.3 Pedagogische en didactische basisvoorwaarden...............................1
5.4 Rol van de leraar................................................................................ 3
5.5 Leerlijn............................................................................................... 3
5.7 Kiezen van lesmateriaal.....................................................................5
Hoofdstuk 6: Primary CLIL.........................................................................6
6.1 Didactiek van primary CLIL...............................................................6
PAGINA 1
, 6.2 Communication..................................................................................7
6.3 Voorbereiden van een lessenserie.....................................................9
6.4 Lesplanning..................................................................................... 10
6.5 Voorbeeld van CLIL-lessen natuuronderwijs...................................11
6.6 CLIL-len in alle jaargroepen............................................................11
6.7 Primary CLIL in de praktijk.............................................................12
Hoofdstuk 7 Doelstellingen.......................................................................12
7.1 Ontwikkeling van het Europees Referentiekader............................12
7.2 Kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs................................15
7.3 Werken met de kerndoelen in de praktijk.......................................15
7.4 Eibo-thema's.................................................................................... 15
7.5 Engels in samenhang met andere vakken.......................................16
7.6 Einddoelen voor Eibo.......................................................................16
Hoofdstuk 8 Doorlopende leerlijnen.........................................................16
8.1 Scenario's voor Engels.....................................................................16
8.2 Doorlopende leerlijn in de school....................................................18
8.3 Doorlopende leerlijn naar het voortgezet onderwijs.......................20
8.4 Individuele leerlijn...........................................................................20
8.5 Talenbeleid op de school.................................................................20
Hoofdstuk 9 Toetsing, evaluatie en reflectie............................................21
9.1 Doelen en vormen van toetsen........................................................21
9.2 Summatieve toetsen........................................................................22
9.3 Leestoetsen...................................................................................... 23
9.4 Formatieve toetsen..........................................................................23
9.5 Eindtoetsen...................................................................................... 24
9.6 Toetsing en evaluatie in het vroeg vreemdetalenonderwijs............24
Hoofdstuk 10 Flexibel Engels...................................................................25
10.1 Voorkennis van leerlingen.............................................................25
10.2 Differentiëren op niveau................................................................25
10.3 Taalspellen..................................................................................... 27
10.4 Liedjes, rijmpjes, tongue twisters en chants.................................28
10.5 Engelse boeken..............................................................................28
10.6 Handpoppen................................................................................... 30
10.7 Digitale middelen...........................................................................30
PAGINA 2
, Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het
basisonderwijs
1.1 ROL VAN ‘EUROPA’IN HET TALENONDERWIJS
Met een Europees talenbeleid wil de Europese Unie (EU) het leren van
twee talen naast de moedertaal (M+2) vanaf jonge leeftijd stimuleren.
Ieder land vult het beleid naar eigen keuze in. Een van deze twee talen is
een gemeenschapstaal of lingua franca; de meeste landen kiezen Engels.
Omdat het vreemdetalenonderwijs in veel landen tekortschiet, streeft de
Europese Commissie ernaar dat in 2020 de helft van de 15-jarigen een
simpel gesprek kan voeren in hun eerste vreemde taal en dat driekwart
van de leerlingen in de onderbouw van het vo twee vreemde talen leert.
Met de wereldwijde verspreiding van Engels als global English ontstaan
varianten: World Englishes.
Het Europees Referentiekader (ERK) is een vastgesteld Europees
raamwerk waarmee taalniveaus in Europese landen kunnen worden
vergeleken. Er zijn 6 niveaus: van beginnersniveau A1 tot en met
beheersingsniveau C2. Er zijn ook tussenniveaus. Nederlanders uiten zich
gemakkelijk in het Engels op een informeel basisniveau (A2), terwijl je
vaak minimaal niveau B2 nodig hebt voor een formeel
gespreksonderwerp. Eind basisonderwijs zou A1/A2 als start voor verder
leren nodig zijn.
Het Europese talenbeleid heeft voor Nederland gevolgen: het aantal
scholen dat vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) Engels aanbiedt groeit
snel, evenals Engels voor peuters en in de bso. Tot 15% van de lestijd
mag in het Engels worden gegeven en tot 2019 loopt een pilot met
tweetalig primair onderwijs (tpo) waarbij 30%-50% lestijd in het Engels
wordt gegeven. Basisscholen mogen naast Engels ook Frans, Duits of
Spaans geven. Er is toenemende aandacht voor internationalisering en
language and cultural awareness. |In het vo neemt het aantal tweetalige
scholen toe en in het hoger onderwijs groeit het gebruik van Engels in de
onderwijsprogramma's.
Meertaligheid komt al eeuwen voor; onder andere door migratie neemt
meertaligheid in Nederland sterk toe. Amsterdam is de stad met de
meeste nationaliteiten ter wereld en waarschijnlijk ook met de meeste
talen. Onderzoek toont aan dat meertaligheid niet ten koste gaat van de
moedertaal en dat het veel voordelen heeft.
Omdat we in Nederland veel Engels horen en tegenkomen (op tv, via
internet, muziek en in onze omgeving), is Engels niet moeilijk te leren
voor Nederlanders. We beheersen het beter dan andere nationaliteiten op
receptief niveau. Maar omdat de twee talen verwant zijn, maken we ook
vaak fouten zonder het te beseffen. De meesten blijven steken op
basisniveau; voor lesgeven in het po is minimaal B2 nodig; Engels
beheersen op C1-niveau is moeilijk.
PAGINA 3
ENGELS IN HET BASISONDERWIJS, (MEER DAN DE)
KENNISBASIS VAKDIDACTIEK.
Simon van Doorn | OWE 2.01
,Inhoud
Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het basisonderwijs..............................3
1.1 Rol van ‘europa’in het talenonderwijs...............................................3
1.2 stand van zaken van engels in het basisonderwijs............................4
1.3 Inleiding op de communicatieve aanpak...........................................5
1.4 Buitenschoolse voorkennis................................................................5
1.5 What’s new?....................................................................................... 5
1.6 Introductie van vroeg vreemdetalenonderwijs..................................6
1.7 Introducite van Primary CLIL............................................................7
Hoofdstuk 2: Taalverwerving......................................................................9
2.1 uitleg van begrippen..........................................................................9
2.2 Verwerven van de moedertaal...........................................................9
2.3 Taalleervermogen en taalproblemen...............................................10
2.4 Meertaligheid...................................................................................10
2.5 Leren van een tweede of vreemde taal............................................11
2.6 Schijf van vijf voor het vreemdetalenonderwijs...............................12
Hoofdstuk 3: Het vierfasenmodel.............................................................13
Fase 1: introductiefase..........................................................................13
Fase 2: inputfase.................................................................................... 14
Fase 3: oefenfase................................................................................... 15
Fase 4: Transerfase............................................................................... 16
communicatieve methode......................................................................16
Hoofdstuk 4: Meer taaldidactiek..............................................................17
4.1 Invloeden op taaldidactiek...............................................................17
4.2 Verschillende opvattingen over vreemdetaaldidactiek....................17
4.4 De beste taaldidactiek.....................................................................17
Overzicht taaldidactieken......................................................................17
Hoofdstuk 5 Vroeg vreemdetalenonderwijs................................................0
5.1 Didactiek voor vroeg vreemdetalenonderwijs...................................0
5.2 Componenten en fasen......................................................................0
5.3 Pedagogische en didactische basisvoorwaarden...............................1
5.4 Rol van de leraar................................................................................ 3
5.5 Leerlijn............................................................................................... 3
5.7 Kiezen van lesmateriaal.....................................................................5
Hoofdstuk 6: Primary CLIL.........................................................................6
6.1 Didactiek van primary CLIL...............................................................6
PAGINA 1
, 6.2 Communication..................................................................................7
6.3 Voorbereiden van een lessenserie.....................................................9
6.4 Lesplanning..................................................................................... 10
6.5 Voorbeeld van CLIL-lessen natuuronderwijs...................................11
6.6 CLIL-len in alle jaargroepen............................................................11
6.7 Primary CLIL in de praktijk.............................................................12
Hoofdstuk 7 Doelstellingen.......................................................................12
7.1 Ontwikkeling van het Europees Referentiekader............................12
7.2 Kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs................................15
7.3 Werken met de kerndoelen in de praktijk.......................................15
7.4 Eibo-thema's.................................................................................... 15
7.5 Engels in samenhang met andere vakken.......................................16
7.6 Einddoelen voor Eibo.......................................................................16
Hoofdstuk 8 Doorlopende leerlijnen.........................................................16
8.1 Scenario's voor Engels.....................................................................16
8.2 Doorlopende leerlijn in de school....................................................18
8.3 Doorlopende leerlijn naar het voortgezet onderwijs.......................20
8.4 Individuele leerlijn...........................................................................20
8.5 Talenbeleid op de school.................................................................20
Hoofdstuk 9 Toetsing, evaluatie en reflectie............................................21
9.1 Doelen en vormen van toetsen........................................................21
9.2 Summatieve toetsen........................................................................22
9.3 Leestoetsen...................................................................................... 23
9.4 Formatieve toetsen..........................................................................23
9.5 Eindtoetsen...................................................................................... 24
9.6 Toetsing en evaluatie in het vroeg vreemdetalenonderwijs............24
Hoofdstuk 10 Flexibel Engels...................................................................25
10.1 Voorkennis van leerlingen.............................................................25
10.2 Differentiëren op niveau................................................................25
10.3 Taalspellen..................................................................................... 27
10.4 Liedjes, rijmpjes, tongue twisters en chants.................................28
10.5 Engelse boeken..............................................................................28
10.6 Handpoppen................................................................................... 30
10.7 Digitale middelen...........................................................................30
PAGINA 2
, Hoofdstuk 1: Introductie Engels in het
basisonderwijs
1.1 ROL VAN ‘EUROPA’IN HET TALENONDERWIJS
Met een Europees talenbeleid wil de Europese Unie (EU) het leren van
twee talen naast de moedertaal (M+2) vanaf jonge leeftijd stimuleren.
Ieder land vult het beleid naar eigen keuze in. Een van deze twee talen is
een gemeenschapstaal of lingua franca; de meeste landen kiezen Engels.
Omdat het vreemdetalenonderwijs in veel landen tekortschiet, streeft de
Europese Commissie ernaar dat in 2020 de helft van de 15-jarigen een
simpel gesprek kan voeren in hun eerste vreemde taal en dat driekwart
van de leerlingen in de onderbouw van het vo twee vreemde talen leert.
Met de wereldwijde verspreiding van Engels als global English ontstaan
varianten: World Englishes.
Het Europees Referentiekader (ERK) is een vastgesteld Europees
raamwerk waarmee taalniveaus in Europese landen kunnen worden
vergeleken. Er zijn 6 niveaus: van beginnersniveau A1 tot en met
beheersingsniveau C2. Er zijn ook tussenniveaus. Nederlanders uiten zich
gemakkelijk in het Engels op een informeel basisniveau (A2), terwijl je
vaak minimaal niveau B2 nodig hebt voor een formeel
gespreksonderwerp. Eind basisonderwijs zou A1/A2 als start voor verder
leren nodig zijn.
Het Europese talenbeleid heeft voor Nederland gevolgen: het aantal
scholen dat vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) Engels aanbiedt groeit
snel, evenals Engels voor peuters en in de bso. Tot 15% van de lestijd
mag in het Engels worden gegeven en tot 2019 loopt een pilot met
tweetalig primair onderwijs (tpo) waarbij 30%-50% lestijd in het Engels
wordt gegeven. Basisscholen mogen naast Engels ook Frans, Duits of
Spaans geven. Er is toenemende aandacht voor internationalisering en
language and cultural awareness. |In het vo neemt het aantal tweetalige
scholen toe en in het hoger onderwijs groeit het gebruik van Engels in de
onderwijsprogramma's.
Meertaligheid komt al eeuwen voor; onder andere door migratie neemt
meertaligheid in Nederland sterk toe. Amsterdam is de stad met de
meeste nationaliteiten ter wereld en waarschijnlijk ook met de meeste
talen. Onderzoek toont aan dat meertaligheid niet ten koste gaat van de
moedertaal en dat het veel voordelen heeft.
Omdat we in Nederland veel Engels horen en tegenkomen (op tv, via
internet, muziek en in onze omgeving), is Engels niet moeilijk te leren
voor Nederlanders. We beheersen het beter dan andere nationaliteiten op
receptief niveau. Maar omdat de twee talen verwant zijn, maken we ook
vaak fouten zonder het te beseffen. De meesten blijven steken op
basisniveau; voor lesgeven in het po is minimaal B2 nodig; Engels
beheersen op C1-niveau is moeilijk.
PAGINA 3
