100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting staats- en bestuursrecht

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
85
Geüpload op
10-06-2025
Geschreven in
2022/2023

Dit is de samenvatting van het boek Beginselen van de democratische rechtsstaat, geschreven door Burkens, Kummeling, Uzman, Vermeulen en Widdershoven. Het is een uitgebreide samenvatting van het volledige boek. Dit document zal bijdragen aan een perfecte voorbereiding op het tentamen van het vak Staats- en bestuursrecht.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
10 juni 2025
Aantal pagina's
85
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Beginselen van de democratische rechtsstaat

Overzicht
Deel I Inleiding
Hoofdstuk 1 Het onderwerp van het staats- en bestuursrecht
Hoofdstuk 2 Historische ontwikkeling
Deel II Rechtsstaat
Hoofdstuk 3 Eisen van de rechtsstaat: overzicht en samenhang
Hoofdstuk 4 Het legaliteitsbeginsel
Hoofdstuk 5 Machtsverdeling
Hoofdstuk 6 Grondrechten
Hoofdstuk 7 Rechterlijke controle
Deel III Democratie
Hoofdstuk 8 Eisen van de democratie
Hoofdstuk 9 Regeringsvormen
Hoofdstuk 10 Het Nederlandse parlementaire stelsel
Hoofdstuk 11 Kritiek op het Nederlandse stelsel
Hoofdstuk 12 Participatie
Deel IV Rechtsstaat en democratie op decentraal en internationaal niveau
Hoofdstuk 13 Decentralisatie
Hoofdstuk 14 De internationale dimensie

,Deel I Inleiding
Hoofdstuk 1 Het onderwerp van het staats-en bestuursrecht
1.1 Inleiding
1.2 De plaats van het staats- en bestuursrecht
Het staats- en bestuursrecht valt onder het publiekrecht, waarbij het primair gaat om de
verhouding tussen overheid en burgers en tussen overheidsinstanties onderling. Het staats-
en bestuursrecht omvat dus de formele en materiële rechtsnormen inzake het handelen van
de overheid en de rechtsbetrekkingen van burgers ten opzichte van de overheid.
Handelen van de overheid: feitelijke handelingen en rechtshandelingen. De meeste
publiekrechtelijke rechtshandelingen zijn eenzijdig en de meeste privaatrechtelijke
rechtshandelingen zijn tweezijdig. Eenzijdig bindende besluiten van de overheid vormen het
basismateriaal van het staats- en bestuursrecht. Het staatsrecht betreft voornamelijk de
besluiten van de hoogste staatsorganen en hun organisatorische structuur. Het
bestuursrecht betreft de besluiten van organen die zich op specifieke terreinen tot de
burgers richten en hun organisatorische structuur.
1.3 Het basismateriaal van het staats- en bestuursrecht: overheidsbesluiten
De besluiten waarop het staats- en bestuursrecht betrekking heeft zijn meestal eenzijdig
bindende overheidsbesluiten. Dit houdt in dat de gelding van van het besluit niet afhankelijk
is van de instemming van hen tot wie het besluit gericht is: men is aan het besluit gehouden,
of men nu wil of niet. Soorten besluiten:
-​ Wetten in materiële zin (algemeen verbindende voorschriften): hebben gelding voor
een onbepaaldheid van gevallen en kunnen toegepast worden
-​ Beschikkingen: brengen in één bepaald geval een rechtsgevolg tot stand
-​ Beleidsregels: geven aan op welke wijze een orgaan zijn beleid denkt te voeren en
waaraan het vervolgens zelf gebonden wordt geacht
-​ Plannen die op een bepaalde wijze een bindend effect bezitten
-​ Vonnissen, arresten of uitspraken van rechters of bestuurlijke instanties oordelend in
administratief beroep
1.4 De noodzaak van bindende overheidsbesluiten
Samenlevingen kunnen niet bestaan zonder een minimum aan bindende overheidsbesluiten,
omdat er in elke gemeenschap een aantal voorzieningen dient te worden getroffen die de
gemeenschap als zodanig aangaan.
1.5 Het problematische karakter van bindende overheidsbesluiten
Naarmate in complexe samenleving de onderlinge wisselwerking van burgers groter wordt,
neemt ook de behoefte toe aan bindende regelingen met betrekking tot deze interactie.
Wanneer besluiten meer omstreden zijn, zal het des te noodzakelijker zijn deze besluiten te
laten nemen door een orgaan, dat qua samenstelling en gedragslijn waarborgt dat volgens
een zorgvuldige procedure alle opvattingen worden gehoord en tegen elkaar afgewogen.
Daarvoor komt in eerste plaats in aanmerking de formele wetgever: regering en
Staten-Generaal.
1.6 De aanvaardbaarheid van bindende overheidsbesluiten: rechtsstaat en democratie
Eenzijdig bindende besluiten moeten genomen worden door instanties die daartoe bevoegd
zijn verklaard, terwijl tegelijkertijd verzekerd is dat deze besluiten aanvaardbaar zijn voor
degenen die door hen gebonden worden. In ons stelsel houdt de aanvaardbaarheid in dat
ingrijpende voorzieningen die de gehele gemeenschap raken, gedragen moeten worden
door instemming van een meerderheid van de volksvertegenwoordigers in de Kamers van
het parlement. Daarbij wordt uitgegaan van fundamentele gelijkheid en vrijheid van burgers.

,Hoofdstuk 2 Historische ontwikkeling
2.1 De opkomst van de soevereine staat
De staat: een organisatievorm waarin over de bevolking binnen een bepaald territorium de
soevereine, hoogste macht wordt uitgeoefend.
Middeleeuwen
=Theocratische theorie: de vorst is de hoogste instantie (soeverein), omdat hij in naam van
God regeert. De maatschappij is een hiërarchische ordening en omdat de vorst de bron van
alle recht en macht is, staat hij boven de wet en kan hij de wet dus nooit schenden. Hieruit
volgt ook dat alle rechten die bij lagere overheden en individuen berusten, hun oorsprong
vinden in de vorstelijke almacht en daarvan afhankelijk zijn. Er is derhalve geen sprake van
rechten in eigenlijke zin, maar slechts van tijdelijke gunsten, die niet beschouwd kunnen
worden als beperkingen van de machtsvolkomenheid van de heerser. Zo wordt dus per
definitie ook elk recht op verzet uitgesloten.
=Natuurrecht theorie: de bevoegdheden van de vorst worden begrensd door
onveranderlijke, uit de natuur voortvloeiende rechtsbeginselen en mogen alleen ten behoeve
van het welzijn van de gemeenschap toegepast worden. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen enerzijds de legitieme vorst die met inachtneming van het natuurrecht het algemeen
belang dient, en anderzijds de tiran die zich de heerschappij onrechtmatig toeëigent om zijn
persoonlijke belang na te streven. Het verzet tegen de tiran die schijnwetten maakt
(corruptio legis) is geoorloofd.
In de praktijk ontbrak het de vorst aan militaire macht en financiële middelen om de
overspannen claims van de theocratische theorie daadwerkelijk af te dwingen. Om zich te
voorzien van een krijgsmacht moest de vorst als leenheer vaak domeingoederen in gebruik
geven aan vazallen volgens het feodalisme. Dit kan als een contractuele relatie worden
gezien: wanneer de een niet voldoet aan de verplichtingen, vervallen de verplichtingen van
de ander. Voorbeelden: Magna Carta (1215) en Blijde Incomste (1356). Deze charters
hadden primair ten doel het codificeren en bestendigen van het gewoonterecht, de
uitwerking van het natuurrecht. De taak van de koning was vooral het bewaren van het van
oudsher geldende recht. De invloed van de vorst werd door dit gewoonterecht dus
aanzienlijk beperkt en moest gedeeld worden met andere machtigen (steden, kloosters,
leenmannen). Bovendien was hij zelf leenman van de Rooms-Duitse keizer en op geestelijk
terrein onderworpen aan het gezag van de paus. Hier kwam verandering in toen vorsten zich
vanaf de dertiende eeuw in toenemende mate onafhankelijk op gingen stellen en externe
(volkenrechtelijke) soevereiniteit opeisten. Zo claimden ze op hun eigen grondgebied aan
geen macht van buiten onderworpen te zijn. De door de Hervorming veroorzaakte
geloofsverdeeldheid leidde ertoe dat de koning ook meer interne soevereiniteit had: hij
ontwikkelde zich tot de hoogste macht binnen het grondgebied. Door de godsdienstoorlogen
ontstond de behoefte aan een onafhankelijke soevereine instantie die bevoegd was nieuw
recht te creëren. Er kon niet meer worden volstaan met instandhouding, uitwerking en
verfijning van het bestaande gewoonterecht. Zo ontstond positief recht, het product van
doelbewuste rechtsschepping.
2.2 Het maatschappelijk contract
Als gevolg van centralisatiepolitiek ontstond de verzetsleer, die ervan uitgaat dat de macht
aan de vorst is gegeven ten bate van zijn onderdanen. Hoe hij deze macht heeft uit te
oefenen is in een contract met zijn volk vastgelegd. Bestaande (feodale en standen)
privileges worden opgevat als clausules van dit contract. Voldoet de vorst niet aan zijn
verplichtingen, schendt hij deze privileges, dan pleegt hij contractbreuk en kan er verzet
gepleegd worden (omdat hij een tiran is), wat tot zijn afzetting leidt. Voorbeeld: Plakkaat van

, Verlatinghe (1581). De verzetstheorie bood onvoldoende intellectueel tegenwicht tegen de
absolutistische leer van het droit divin. Daarop werd de natuurrechtelijke contractsleer van
John Locke gevonden, die uitgaat van bovenhistorische, aan het individu als zodanig
toekomende vrijheidsrechten (mensenrechten). Het individu wordt niet meer opgevat als een
onderdeeltje in een historisch gegroeide, organisch ontwikkelde hiërarchische ordening,
maar begrepen als een van nature vrije ongebonden persoon, gelijkwaardig aan alle
anderen. Om conflicten over de omvang van ieders vrijheidssfeer te voorkomen, richten de
individuen met een maatschappelijk contract een centrale macht op: de staat. Aan de staat
staan zij een deel van hun natuurlijke vrijheid af, opdat deze hun het rustige genot van de
dan resterende vrijheid garandeert en verzekert. Als de staat niet voldoet aan zijn opdracht
om de vrijheid te waarborgen, pleegt hij contractbreuk en zijn de individuen ook niet meer
verbonden aan het maatschappelijk verdrag en de daaruit voortvloeiende
gehoorzaamheidsplicht, waardoor het recht op opstand ontstaat.
2.3 De klassiek-liberale rechtsstaat
Het belangrijkste principe van de klassiek-liberale rechtsstaat is de individuele vrijheid, die
door het recht beschermd moet worden. Daartoe zijn de volgende principes ontwikkeld:
1.​ Legaliteitsbeginsel
2.​ Machtsverdeling
3.​ Grondrechten
4.​ Rechterlijke controle
2.3.1 Legaliteitsbeginsel
Aangezien de beperking van de individuele vrijheid begrensd is, dient ze nauwkeurig
omschreven te worden, vereist is dus positivering. Ongeschreven recht is te onduidelijk en
onzeker en biedt te veel ruimte voor willekeurige machtsuitoefening. Legaliteitsbeginsel:
machtsuitoefening door de staat is slechts geoorloofd wanneer deze berust op een door de
wet gegeven bevoegdheid.
2.3.2 Machtsverdeling
Het individu is primair gericht op het subjectief eigenbelang. Met name wanneer hij beschikt
over de macht zelf wetten vast te leggen en toe te passen. Derhalve dient er een objectieve
instantie te zijn (de staat) die de natuurwetten vastlegt in wetgeving en die deze wetgeving
op onpartijdige wijze toepast. Om te voorkomen dat de staat zijn neutraliteit en objectiviteit
verliest, is door Montesquieu het idee van de scheiding der machten bedacht. De
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak dienen gespreid te worden over
verschillende organen die elkaar aldus in evenwicht houden (trias politica). Onderscheiden
worden de wetgevende macht, de uitvoerende macht (bestuur) en de rechtsprekende macht.
Checks and balances: een stelsel van elkaar wederzijds controlerende, in evenwicht
houdende instanties.
2.3.3 Grondrechten
De staat is een constructie ten behoeve van de handhaving en bescherming van zijn eigen
en andermans vrijheid. Iedereen heeft daarom individuele vrijheidsrechten. De overheid
moet neutraal zijn en zich onthouden van identificatie met een bepaald mensbeeld of
vereenzelviging met een bepaalde godsdienst of politieke ideologie. Het eerste mensenrecht
is de vrijheid van geweten op godsdienstig gebied. Het is de taak van de wetgever om aan
allen gelijke vrijheidssferen toe te delen, daarom bevatten de meeste grondwetten een
algemeen grondrecht op gelijkheid voor de wet. Het gelijkheidsbeginsel heeft ook toepassing
gekregen op het politieke vlak (algemeen kiesrecht) en het sociaaleconomische vlak (sociale
grondrechten): niet alleen gelijkheid voor de wet, maar ook gelijke politieke en
maatschappelijke kansen door de wet.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Replica Stedelijk Gymnasium Arnhem (Arnhem)
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
145
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
104
Documenten
23
Laatst verkocht
1 week geleden

4,4

32 beoordelingen

5
18
4
12
3
1
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen