Week 1 - Schuldaansprakelijkheid
Kort overzicht
1. Lindenbaum/Cohen: invoering van de onzorgvuldigheidsnorm. Afstand van gesloten stelsel.
2. Kelderluik: handvatten van de HR voor beoordelen van gevaarzetting. Ondertussen algemeen
gebruikt voor zorgvuldigheidsnorm.
3. Lanting/DLG: HR toont strikte opvatting voor schulduitsluiting in het kader van de
toerekenbaarheid.
4. Staat/Shell: Samenhang van relativiteit en onrechtmatigheid bij de zorgvuldigheidsnorm.
Theoretisch kader van deze week
Aansprakelijkheidsrecht is de balans tussen :
1. Iedereen draagt zijn eigen schade
2. Berokken een ander geen schade
Het aansprakelijkheidsrecht is geen gesloten systeem. Er is niet altijd een wettelijke bepaling nodig
voor aansprakelijkheid. Kan ook uit de wet voortvloeien (Quinte/Poel).
Artikel 6:162 lid 1 BW vereist voor schuldaansprakelijkheid
1) een onrechtmatige gedraging, 2) schade, 3) causaal verband, 4) toerekenbaarheid, 5) relativiteit.
Een gedraging is onrechtmatig indien er gehandeld wordt in strijd met een wettelijke plicht,
een rechtsinbreuk wordt gemaakt of wanneer er gehandeld word in strijd met een
zorgvuldigheidsnorm.
o Op deze zorgvuldigheidsnorm zien de arresten Lindenbaum/Cohen, Kelderluik en
Staat/shell.
Een gedraging is toerekenbaar indien er sprake is van schuld of wanneer het kan worden
toegerekend volgens verkeersopvatting.
o Op deze schuld ziet het arrest Lanting/DLG.
Het vereiste voor relativiteit wordt nader uitgewerkt in 6:163 BW. Dit criterium is niet geheel
zelfstandig, zoals ook blijkt uit Staat/Shell.
- Het criterium van rechtsinbreuk is niet heel relevant meer voor praktijk. Alles onder
zorgvuldigheidsnorm, valt ook onder rechtsinbreuk. Wellicht alleen qua bewijs makkelijker.
Lindenbaum/Cohen
Feiten: Cohen krijgt de assistent van Lindenbaum zover om geheimhoudingsplicht te schenden en
informatie door te spelen. Hierdoor leidt Lindenbaum schade. Lindenbaum spreekt Cohen aan voor
vergoeding. Ten tijde van dit arrest bestond de open zorgvuldigheidsnorm nog niet. De wetgever was
hier wel mee bezig.
Kan Cohen aansprakelijk worden gesteld op grond van de geheimhoudingsplicht die in principe
alleen bestond voor de bediende zelf? Is er onrechtmatig gehandeld?
Rb. Strijd met een wettelijke plicht van de geheimhoudingsplicht van de bediende. Deze werd
doorgetrokken naar de concurrent.
Hof: Geen strijd met wettelijke plicht. Hof is voorzichtiger in het kader van de rechtszekerheid.
A-G: ook voorzichtig net als hof. Geen toewijzing.
Hoge Raad
HR stelt hier de open zorgvuldigheidsnorm op waardoor het gesloten systeem open wordt
gegooid. Argumenten hiervoor
1. Uit de tekst / geschiedenis blijkt niet er aanleiding is tot een beperkte uitleg.
Noot molengraaf: Molengraaf had dit al bedacht in 1887. Het recht wordt hierdoor beter. Het
belangrijkste arrest ooit.
Belang:
1. Hierdoor gaat de HR enorm op de wetgever van de stoel zitten. Nu de wetgever er mee
bezig was in een wetsvoorstel. Zie anders Taxibus, Urgenda, Hartlief
2. Wel nuttig voor de doorwerking van maatschappelijke ontwikkelingen in het recht.
,VAR I 2019-2020 – arresten samenvatting + artikelen
Kelderluik
Feiten: in een café Singel 522. Meneer Du Chateau kwam langs bij cafe de munt. Meneer Du Chateau
kwam langs in het café om te plassen. Hij was geen klant, waardoor het cafe niet kon worden
aangesproken. Du Chaeteau valt onderweg naar de wc over kratjes, neergezet door een werknemer van
Coca Cola, in een kelderluik. Hij krijgt een gebroken been en hij moest diverse maanden in bed liggen.
Is er gehandeld in strijd met een zorgvuldigheidsnorm door het zetten van gevaar door het plaatsen
van de kratjes bij het kelderluik?
Rb. Nee: eigen schuld. (rare overweging want eigen schuld = omvang, niet vestiging).
Hof oordeelt over de eigen schuld fifty-fifty.
HR stelt hier de kelderluikcriteria op.
o Onder andere de kennis van het belang van de ander is van belang. Hierdoor wordt het
belang van de benadeelde dus betrokken in de onrechtmatigheid, waardoor ook de
relativiteit al om de hoek komt kijken.
o Niet duidelijk waarom de HR deze criteria opstelt.
Verhouding tot andere weken:
o Week 6: werkgeversaansprakelijkheid in dit geval coca-cola medewerker?
o Week 3: proportionele aansprakelijkheid door hof door 50/50 te oordelen in
vestigingsfase?
Verhouding tot aansprakelijkheidsrecht:
o Zeer belangrijk voor de rechtseenheid om een invulling te kunnen geven aan de open
norm.
o Wordt in praktijk heel veel gebruikt: recent nog Urgenda door rechtbank.
Lanting/DLG (Meppelse ree)
Feiten: Lanting vordert schadevergoeding vanwege een aanrijding van D.L.G. Twee autowegen met
maximale snelheid van 100 kilometer per uur. Tegenligger wijkt uit voor een ree, komt op de linker
weghelft terecht van Lanting en veroorzaakt de frontale botsing. Vos reed 80 kilometer per uur. Vos
was gewaarschuwd voor het wild door een bord. Onder het oude BW was het schuldcriterium het
vereiste. Daarom dat het hier helemaal op gericht is.
Kan Vos dit worden toegerekend – in de zin van schuld naar het oude BW – nu hij zijn snelheid
had aangepast naar 80 KM/U na het passeren van het waarschuwingsbord?
Rb. Afwijzing. De achteraf bezien, onjuist en fatale reactie van Vos is geenszins onbegrijpelijk en
kan hem niet als schuld worden aangerekend.
Hof: Afwijzing. 80 kilometer per uur was een aangepaste snelheid. Hoge Raad stelt vast dat het
hof hier kennelijk mee bedoelde dat het niet verwijtbaar was dat Vos niet nog langzamer reed
vanwege het waarschuwingsbord.
A-G: Vos heeft voorzienbaar de slechtste reactie genomen. De grens van het begrip error in
extremis is overschreden vanwege het waarschuwingsbord. Discussie over schuld: enerzijds wel
eens met rb. en hof over de menselijke schuld. Maar het is hier een juridische discussie waarbij er
wel verwijtbaar is gehandeld. Zeker nu de verzekeraar het kan betalen.
Hoge Raad
1. Als uitgangspunt neemt de HR de ernst van de gedraging om op een andere weghelft te
rijden.
a. Er is niet gebleken dat Vos niet een andere minder gevaarlijke reactie had kunnen
uitvoeren zoals remmen of uitwijken in de berm.
b. Daarnaast had Vos er extra bedacht op moeten zijn vanwege het
waarschuwingsbord. Wel verwijtbaar dus, ook al is zijn reactie nog zo menselijk.
o Vos is ook verzekerd.
Belang:
o Schuldcriterium wordt enorm opgerekt . De lat ligt heel hoog voor schuld in het nieuwe
BW omdat je veel had moeten voorzien. De strengheid van de HR werkt dus nog steeds
door.
, VAR I 2019-2020 – arresten samenvatting + artikelen
o Nu hebben we het derde criterium voor toerekenbaarheid maar ten tijde van de uitspraak
nog niet.
Staat/Shell
Feiten: Shell heeft allemaal schadelijk afval gedumpt via transportbedrijven, onder toezicht van de
overheid. Wel was bekend dat de schadelijkheid niet met het blote oog was te zien. De stoffen worden
in de grond verwerkt. 1959 vissterfte. 1981 alle huizen alsnog platgooien. De Staat vordert
saneringskosten. De gemeente vordert kosten omdat ze hun bestemmingsplan moesten wijzigen.
Heeft Shell een zorgvuldigheidsnorm geschonden jegens de gemeente en de staat vanwege het
afgeven van de schadelijke stoffen, nu toen nog niet bekend was dat de staat over zou gaan tot
sanering?
Rb.
Ten aanzien van de gemeente: afwijzing. De vordering van de gemeente (Gouderak) dient te worden
afgewezen omdat de zorgvuldigheidsnorm strekt tot bescherming van de volksgezondheid en het
milieu en niet tot het gestelde belang van handhaven van eenmaal vastgestelde bestemmingsplannen.
Ten aanzien van de staat: in beginsel gegrond, maar comparitie van partijen ter voorbereiding van een
deskundigenbericht. De zorgvuldigheidsnorm houdt volgens de rechtbank in dat het afval dan ook
slechts zonder meer ter storting mocht worden afgegeven als de leiding op grond van een dergelijk
onderzoek had geweten of gegronde reden hadden te menen dat schadelijke gevolgen niet zouden
intreden.
Hof
Ten aanzien van de gemeente: Als de onrechtmatigheid vaststaat, dan staat ook de relativiteit vast.
Hier schrapt het hof dus de relativiteit als vereiste en voegt het in de onrechtmatigheid. Vervolgens
afwijzing op toerekenbaarheid.
Ten aanzien van de staat: vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, dus afwijzing.
Doorslaggevend voor het hof was dat de geschonden zorgvuldigheidsnorm die shell verplichtte zorg te
dragen dat drinshoudend afval terecht kwam op een plaats waar geen verontreiniging van de bodem
zou plaatsvinden, niet strekte ter bescherming van de schade uit saneringskosten.
o Het hof kijkt dus naar de kennis van Shell voor de onrechtmatigheid. Zo komt ook de
toerekenbaarheid en de relativiteit al naar voren bij de onrechtmatigheid.
Hoge Raad r.o. 3.8.4
Onzorgvuldig handelen pas vanaf bekendheid, die vanaf 1-1-1975 wordt verondersteld, want:
o Nauwe samenhang van relativiteit en onrechtmatigheid . Doordat de relativiteit ingebakken zit
in de zorgvuldigheidsnorm.
o Hierdoor is kennis vereist van het belang dat je schendt om tot onrechtmatigheid te komen.
o Hierdoor ziet het ook op voorzienbaarheid
o Vanaf 1-1-1975 was het duidelijk dat de staat over kon gaan op sanering. Sindsdien is het dus
onrechtmatig om zo te handelen. Daarvoor niet, omdat niet duidelijk was dat de staat
eventueel over zou gaan op sanering.
Esther: Terughoudendheid is geboden bij het aannemen van de onrechtmatigheid op grond van die
zorgvuldigheidsnorm omdat je ook gelijk over de relativiteit heen stapt.
Belang:
o Het laat de samenhang tussen onrechtmatigheid en relativiteit zien door de kennis die van
belang is bij de zorgvuldigheidsnorm.
o Je ziet in dit arrest ook de beperkende werking van de toerekenbaarheid terugkomen bij
het arrest van het hof.