Kritieke zorg: Operatiezorg, Sofie De Cock
Hoofdstuk 1: Operatiecomplex
1.1 Wetgeving
● Autonome, afgesloten afdeling: Het operatiecomplex functioneert als een
zelfstandige eenheid binnen het ziekenhuis, gescheiden van andere afdelingen.
● Onafhankelijk van de verkeersstromen: Er is een aparte toegang en logistiek, los
van de reguliere ziekenhuisstromen, om steriliteit en veiligheid te garanderen.
● Nauwe samenwerking met andere kritieke afdelingen: Het operatiecomplex werkt
intensief samen met de spoedopname en de afdeling intensieve zorgen om snelle en
efficiënte zorg te bieden.
Opgelegde voorwaarden volgens het eisenkader:
● Infrastructuur: Specifieke bouwkundige eisen om steriele en hygiënische
omstandigheden te garanderen.
● Hygiëne: Strikte protocollen voor desinfectie, sterilisatie en het gebruik van
beschermende kleding.
● Veiligheid: Maatregelen zoals luchtzuivering, brandveiligheid en noodprocedures.
● Materiaal: Gebruik van gecertificeerde en gecontroleerde medische apparatuur en
chirurgische instrumenten.
● Informed consent: Patiënten moeten goed geïnformeerd zijn en toestemming geven
voor hun ingreep.
● Kwaliteitsbewaking en incidentenmelding: Systematische controle van
procedures en verplichte melding van medische incidenten.
● Diploma’s en bekwaamheidseisen: Strenge opleidings- en certificeringsvereisten
voor artsen en verpleegkundigen.
Capaciteit van het Operatiekwartier
● Geplande ingrepen:
○ Chirurgische ingrepen worden van maandag tot en met vrijdag uitgevoerd
volgens een vooraf vastgesteld schema.
● Urgente ingrepen:
○ Het operatiekwartier is 24/7 beschikbaar voor spoedoperaties.
○ Bij acute situaties wordt altijd capaciteit vrijgemaakt voor dringende
interventies.
● Capaciteitsbeheer:
○ Er is een continue bewaking van de bezetting van de operatiezalen en de
urgentiezaal.
○ Prioritering: Wanneer geen operatiezaal beschikbaar is, kan het electieve
programma (geplande operaties) worden opgeschoven om ruimte te maken
voor urgente ingrepen.
1.2 Infrastructuur van het Operatiecomplex
Het operatiecomplex bestaat uit meerdere gespecialiseerde ruimtes, elk met een specifieke
functie binnen het chirurgisch proces.
1
,1.2.1 De voorbereidingsruimte (Bedhold)
De voorbereidingsruimte, ook wel Bedhold, is de plaats waar patiënten worden voorbereid
op hun operatie.
Functies:
● Voorlopige standplaats voor de patiënt vóór de operatie.
● Overbrengen van het bed naar de operatietafel.
● Voorbereidende stappen zoals ontsmetting en positionering.
● Surgical Safety Checklist (deel I): Controle van patiëntgegevens, ingreep en
vereiste materialen.
● Plaatsen van een waakinfuus voor toediening van medicatie en vocht.
● Markeringen op de huid ter voorbereiding op de operatie.
1.2.2 De ontwaakzaal (Recovery)
De ontwaakzaal, ook bekend als Recovery, is de ruimte waar patiënten na de operatie
bijkomen.
Kenmerken:
● Aparte ruimte voor kinderen voor een aangepaste postoperatieve zorg.
● Rechtstreekse toegang tot het operatiekwartier en de uitgang voor efficiënte
doorstroming.
● Ontwaken onder toezicht van gespecialiseerde verpleegkundigen en
anesthesisten.
● Monitoring van vitale functies en toediening van pijnstilling op voorschrift.
● Ontslag uit de Recovery wordt bepaald door de anesthesist.
1.2.3 Centrale Sterilisatieafdeling (CSA)
De Centrale Sterilisatieafdeling (CSA) is verantwoordelijk voor het reinigen en steriliseren
van medische hulpmiddelen en chirurgische instrumenten.
Indeling in zones:
1. Vuile zone: Inname en voorreiniging van gebruikte instrumenten.
2. Reine zone: Controle en verdere behandeling van gereinigde instrumenten.
3. Steriele zone: Opslag van gesteriliseerd materiaal klaar voor gebruik.
Sterilisatiemethoden:
● Stoomsterilisatie:
○ Meest gebruikte methode.
○ Blootstelling aan verzadigde stoom onder vacuüm.
○ 15 minuten aan 121°C.
○ Toepasbaar op hitte- en vacuumbestendige instrumenten.
● Heteluchtsterilisatie:
○ Gebruik van droge hitte (120°-200°C).
○ Langzamer proces, minder frequent toegepast.
● Gassterilisatie:
○ Geschikt voor hittegevoelige materialen zoals kunststoffen.
○ Gevaren: ontploffingsrisico en carcinogene eigenschappen.
2
, ○ Zeer beperkt gebruik.
● Plasmasterilisatie:
○ Alternatief voor gassterilisatie.
○ Werkt met waterstofperoxide en een radiofrequente bron.
○ Effectief bij 45°C.
● Gammasterilisatie:
○ Sterilisatie met radioactieve straling.
○ Geschikt voor grootschalige sterilisatie, maar niet toepasbaar in ziekenhuizen
wegens milieunormen.
1.2.4 De operatiezaal
De operatiezaal is een steriele omgeving met strikte eisen op vlak van hygiëne, luchtkwaliteit
en inrichting.
Infrastructuur en technische vereisten:
● Muren en vloeren:
○ Moeten bestand zijn tegen intensief gebruik en eenvoudig te reinigen zijn.
● Verluchting en luchtbehandeling:
○ Mengend luchtbehandelingssysteem versus laminaire luchtstroom (UDF
– unidirectionele flow) voor gecontroleerde luchtcirculatie.
○ Plenum-systeem: Zorgt voor een luchtstroom van kritisch naar minder
kritisch gebied (Downflow/Crossflow).
○ Gefilterde lucht verlaagt het aantal micro-organismen en vermindert het
infectierisico.
○ Aandacht voor deuren: Vermijden van contaminatie door controle op
materiaal, automatische deuren en personeelsbewegingen.
Verlichting:
● Scialitielampen vs. LED-lampen
○ Keuze op basis van kleurweergave, werkafstand en lichtintensiteit.
○ Sommige lampen zijn uitgerust met camera’s voor documentatie of
live-uitzendingen van operaties.
Meubilair en uitrusting:
● Operatietafels:
○ Instrumententafels.
○ Mayo-tafels.
○ Chirurgische operatietafels.
● Stoelen voor chirurgen en assistenten.
● Aanvullend materiaal zoals afzuigsystemen en anesthesie-apparatuur.
Bijkomende ruimtes binnen het operatiecomplex
● Scrubzone:
○ Ruimte voor handontsmetting en scrubben vóór de operatie.
○ Uitgerust met wastafels, zeepdispensers en desinfectiemiddelen.
● Afvoerzone:
○ Bestemd voor verwijdering van gebruikte instrumenten en afval.
○ Voorzien van lavabo’s, sas-systemen en gescheiden afvalcontainers.
3
Hoofdstuk 1: Operatiecomplex
1.1 Wetgeving
● Autonome, afgesloten afdeling: Het operatiecomplex functioneert als een
zelfstandige eenheid binnen het ziekenhuis, gescheiden van andere afdelingen.
● Onafhankelijk van de verkeersstromen: Er is een aparte toegang en logistiek, los
van de reguliere ziekenhuisstromen, om steriliteit en veiligheid te garanderen.
● Nauwe samenwerking met andere kritieke afdelingen: Het operatiecomplex werkt
intensief samen met de spoedopname en de afdeling intensieve zorgen om snelle en
efficiënte zorg te bieden.
Opgelegde voorwaarden volgens het eisenkader:
● Infrastructuur: Specifieke bouwkundige eisen om steriele en hygiënische
omstandigheden te garanderen.
● Hygiëne: Strikte protocollen voor desinfectie, sterilisatie en het gebruik van
beschermende kleding.
● Veiligheid: Maatregelen zoals luchtzuivering, brandveiligheid en noodprocedures.
● Materiaal: Gebruik van gecertificeerde en gecontroleerde medische apparatuur en
chirurgische instrumenten.
● Informed consent: Patiënten moeten goed geïnformeerd zijn en toestemming geven
voor hun ingreep.
● Kwaliteitsbewaking en incidentenmelding: Systematische controle van
procedures en verplichte melding van medische incidenten.
● Diploma’s en bekwaamheidseisen: Strenge opleidings- en certificeringsvereisten
voor artsen en verpleegkundigen.
Capaciteit van het Operatiekwartier
● Geplande ingrepen:
○ Chirurgische ingrepen worden van maandag tot en met vrijdag uitgevoerd
volgens een vooraf vastgesteld schema.
● Urgente ingrepen:
○ Het operatiekwartier is 24/7 beschikbaar voor spoedoperaties.
○ Bij acute situaties wordt altijd capaciteit vrijgemaakt voor dringende
interventies.
● Capaciteitsbeheer:
○ Er is een continue bewaking van de bezetting van de operatiezalen en de
urgentiezaal.
○ Prioritering: Wanneer geen operatiezaal beschikbaar is, kan het electieve
programma (geplande operaties) worden opgeschoven om ruimte te maken
voor urgente ingrepen.
1.2 Infrastructuur van het Operatiecomplex
Het operatiecomplex bestaat uit meerdere gespecialiseerde ruimtes, elk met een specifieke
functie binnen het chirurgisch proces.
1
,1.2.1 De voorbereidingsruimte (Bedhold)
De voorbereidingsruimte, ook wel Bedhold, is de plaats waar patiënten worden voorbereid
op hun operatie.
Functies:
● Voorlopige standplaats voor de patiënt vóór de operatie.
● Overbrengen van het bed naar de operatietafel.
● Voorbereidende stappen zoals ontsmetting en positionering.
● Surgical Safety Checklist (deel I): Controle van patiëntgegevens, ingreep en
vereiste materialen.
● Plaatsen van een waakinfuus voor toediening van medicatie en vocht.
● Markeringen op de huid ter voorbereiding op de operatie.
1.2.2 De ontwaakzaal (Recovery)
De ontwaakzaal, ook bekend als Recovery, is de ruimte waar patiënten na de operatie
bijkomen.
Kenmerken:
● Aparte ruimte voor kinderen voor een aangepaste postoperatieve zorg.
● Rechtstreekse toegang tot het operatiekwartier en de uitgang voor efficiënte
doorstroming.
● Ontwaken onder toezicht van gespecialiseerde verpleegkundigen en
anesthesisten.
● Monitoring van vitale functies en toediening van pijnstilling op voorschrift.
● Ontslag uit de Recovery wordt bepaald door de anesthesist.
1.2.3 Centrale Sterilisatieafdeling (CSA)
De Centrale Sterilisatieafdeling (CSA) is verantwoordelijk voor het reinigen en steriliseren
van medische hulpmiddelen en chirurgische instrumenten.
Indeling in zones:
1. Vuile zone: Inname en voorreiniging van gebruikte instrumenten.
2. Reine zone: Controle en verdere behandeling van gereinigde instrumenten.
3. Steriele zone: Opslag van gesteriliseerd materiaal klaar voor gebruik.
Sterilisatiemethoden:
● Stoomsterilisatie:
○ Meest gebruikte methode.
○ Blootstelling aan verzadigde stoom onder vacuüm.
○ 15 minuten aan 121°C.
○ Toepasbaar op hitte- en vacuumbestendige instrumenten.
● Heteluchtsterilisatie:
○ Gebruik van droge hitte (120°-200°C).
○ Langzamer proces, minder frequent toegepast.
● Gassterilisatie:
○ Geschikt voor hittegevoelige materialen zoals kunststoffen.
○ Gevaren: ontploffingsrisico en carcinogene eigenschappen.
2
, ○ Zeer beperkt gebruik.
● Plasmasterilisatie:
○ Alternatief voor gassterilisatie.
○ Werkt met waterstofperoxide en een radiofrequente bron.
○ Effectief bij 45°C.
● Gammasterilisatie:
○ Sterilisatie met radioactieve straling.
○ Geschikt voor grootschalige sterilisatie, maar niet toepasbaar in ziekenhuizen
wegens milieunormen.
1.2.4 De operatiezaal
De operatiezaal is een steriele omgeving met strikte eisen op vlak van hygiëne, luchtkwaliteit
en inrichting.
Infrastructuur en technische vereisten:
● Muren en vloeren:
○ Moeten bestand zijn tegen intensief gebruik en eenvoudig te reinigen zijn.
● Verluchting en luchtbehandeling:
○ Mengend luchtbehandelingssysteem versus laminaire luchtstroom (UDF
– unidirectionele flow) voor gecontroleerde luchtcirculatie.
○ Plenum-systeem: Zorgt voor een luchtstroom van kritisch naar minder
kritisch gebied (Downflow/Crossflow).
○ Gefilterde lucht verlaagt het aantal micro-organismen en vermindert het
infectierisico.
○ Aandacht voor deuren: Vermijden van contaminatie door controle op
materiaal, automatische deuren en personeelsbewegingen.
Verlichting:
● Scialitielampen vs. LED-lampen
○ Keuze op basis van kleurweergave, werkafstand en lichtintensiteit.
○ Sommige lampen zijn uitgerust met camera’s voor documentatie of
live-uitzendingen van operaties.
Meubilair en uitrusting:
● Operatietafels:
○ Instrumententafels.
○ Mayo-tafels.
○ Chirurgische operatietafels.
● Stoelen voor chirurgen en assistenten.
● Aanvullend materiaal zoals afzuigsystemen en anesthesie-apparatuur.
Bijkomende ruimtes binnen het operatiecomplex
● Scrubzone:
○ Ruimte voor handontsmetting en scrubben vóór de operatie.
○ Uitgerust met wastafels, zeepdispensers en desinfectiemiddelen.
● Afvoerzone:
○ Bestemd voor verwijdering van gebruikte instrumenten en afval.
○ Voorzien van lavabo’s, sas-systemen en gescheiden afvalcontainers.
3