1. Inkomsten en Uitgaven
Inkomsten (inkomstenbronnen):
o Loon/salaris
o Uitkering
o Zakgeld
o Rente op spaargeld
Uitgaven (vaste & variabele kosten):
o Vaste lasten: huur, verzekering, abonnementen
o Variabele lasten: boodschappen, kleding, energie
Begroting: overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven
Resultaat: verschil tussen inkomsten en uitgaven
o Positief: overschot
o Negatief: tekort
2. Sparen, Lenen & Rente
Sparen: geld opzij zetten voor later
o Spaarrente: beloning voor sparen
Lenen: geld lenen van een bank of andere partij
o Soorten leningen: persoonlijke lening, doorlopend krediet
o Leenrente: kosten van lenen
Waarom sparen/lenen?
o Grote aankopen
o Onvoorziene uitgaven
3. Verzekeringen
Waarom verzekeren?
o Bescherming tegen financiële risico’s
Soorten verzekeringen: