samenvatting gezondheidspromotie

Gezondheidspromotie- en
bevordering
3 Onderdelen
1) Theretisch kader en Projectmatig werken met gebruik van methodieken
a. Theoretische aspecten
b. Werkstuk
2) Medische sociologie
3) Sociologische vraagstukken

,Theoretisch kader +
projectmatig werken
Inleiding
- Verantwoordelijkheid MH: Patiënt ondersteunen in gezonde leefstijl +
zelfmanagement
o 3 belangrijke aspecten:
 Het in staat stellen (enabling)
 Het bepleiten (advocate)
 Het bemiddelen (mediate)

Theoretisch kader
Concept mondgezondheid
- Vroeger: gezondheid niet ziek zijn  gericht om ziekte te genezen
- Nu: meer aandacht voor gezondheidspromotie / gezondheidsbevordering
- Goede gezondheid:
 gezondheid = toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of
andere lichamelijk gebrek (WHO)
o Refereert naar breder begrip + betrekking tot subjectieve ervaring
van persoon in relatie tot functioneren in dagelijks leven
o Subjectieve ervaring  objectieve anatomische en fysiologische
realiteit
 Psychologie + sociologie vs biologie en
ziekte
1: onopgemerkte, niet ervaren maar medisch-biologisch
aanwezige ziekte vb parodontitis
2: er zijn klachten maar patiënt tilt er niet zwaar aan
(gedraagt zich gezond
Vb bloedend tandvlees
3: gedraagt zich als zieke maar heeft geen biologisch vast te stellen afwijkingen
4:er zijn klachten + ziektegevoel, maar geen vast te stellen
afwijkingen
7: situatie waar ziekte dagelijks functioneren compromitteert
- Verband ziekte – gezondheid:
o Disease = objectief vaststelbare combinatie van symptomen +
fysieke tekenen die verklaarbaar zijn door verstoorde lichamelijke
(bio-fysiologische) functies
o Illness= subjectieve ervaring van pijn / ongemak
o Sickness = sociale rol met rechten en plichten
- Bemerking:
o Bijna niemand gezond volgens gezondheidsdefinitie
o Ook veerkracht, zingeving en zelfmanagement staan centraal
- Positieve gezondheid
o = breder concept dat gezondheid opentrekt van lichaamsfuncties en
mentaal welbevinden naar kwaliteit van leven, zingeving, meedoen
en dagelijks functioneren.

,  Mens staat centraal (niet ziekte)
 Mensen voelen zich in hun kracht aangesproken (niet zwakte)
 Kijken naar het gebied waar hij/zij wel gezond is (niet enkel
diagnose)
 Gezondheid kan nog verstrekt worden


o 6 dimensies
 Lichaamsfuncties
 Mentaal welbevinden
 Zingeving
 Kwaliteit van leven
 Meedoen/sociaal
maatschappelijke
participatie
 Dagelijks functioneren

, - Toegepast op het concept Mondgezondheid
o Goede mondgezondheid is (3 kernelementen)
 Afwezigheid van ziekte, pijn en discomfort en / of de
progressie ervan
 Het vermogen een reeks acties te ondernemen zoals spreken,
kauwen, lachen, slikken, smaken… = fysiologisch
functioneren
 Verband tssn mondgezondheid en psycho sociaal functioneren
o sturende determinanten die impact hebben (determinanten van
Lalonde)
 Genetische en biologische factoren
 Genetisch (geboren) en verworven (doorheen leven)
 Sociale omgevingsfactoren
 Opvoeding
 Gezinssituatie
 Groepsdruk
 Fysieke
omgevingsfactoren
 Drankautomaten
 Werkomgeving
 Woonomgeving
 Gezondheidsgedrag

Voedingsgewoonten
 roken
 Toegang tot zorg (ook financiële)
o Modererende factoren
 Leeftijd
 Cultuur
 Inkomen
 Ervaringen
 Verwachtingen
 Aanpassingsvermogen
o Algemene welbevinden/gezondheid heeft ook impact
o DOEL: het bekomen en behouden van functionele pijn-en
infectievrije, esthetisch en sociaal aanvaardbare dentitie, dit voor
het leven en voor zoveel mogelijk mensen

Gezondheidsdeterminanten
o = concept van Lalonde om te kijken naar factoren die invloed
hebben op gezondheid van groepen van mensen
- 1) Menselijke biologie (endogeen) = biologische factoren
o Genetische factoren
 Erfelijke achtergrond voor gevoeligheid
o Biologische, verworven factoren
 Vb hypertensie, cholesterol, lichaamsgewicht,
immuunsysteem
o Rol van zorgprofessional: informeren + begeleiden tot invloed van
levensstijl en omgeving op verworven eigenschappen.
 DOEL: bevorderen van optimaal welzijn bij patiënten