WAT ZIJN INTERACTIEVAARDIGHEDEN ?
= alle vaardigheden die je als KL inzet terwijl je met je kls communiceert
- Hele dag interactie -> motor taalontwikkeling
- Kwaliteitsvolle interactievaardigheden zorgen voor vlot gesprek
- Taal- en denkontwikkeling bevorderen
3 interactievaardigheden
1. Taalaanbod
o Rijke taal gebruiken
o Taalaanbod is meer dan woordenschat alleen
o Volzinnen met uitgebreide woordenschat (dagelijkse spreektaal + abstracte
schooltaal)
o Praten over hier en nu (makkelijker) + daar en toen en toekomst (moeilijker)
o Beelden en woorden aan elkaar koppelen -> ondersteuning
2. Taalruimte
o Warme, uitnodigende blik
o Interesse tonen
o Kls uitdagen om mee te denken -> goede vragen stellen + denk- en spreektijd geven
o Ondersteunen wanneer moeilijk
3. Feedback
o Zorgvuldig reageren op uitingen kls
o Ondersteunen + uitdagen tot uitzetten taal
o Uitnodigen om verder te vertellen
Interactievaardigheden zijn noodzakelijke voorwaarden om taalverwervingsproces van kls te
stimuleren!
HOE PAS JE INTERACTIEVAARDIGHEDEN TOE?
- Rollen aannemen
o Ondersteunende rollen
o Uitdagende rollen
- Meerdere rollen in 1 interactie
- Rekening houden met mogelijke valkuilen -> superkracht van lkr
- Goed taalmodel zijn -> spreekkansen en goede feedback bieden
Geef taalaanbod: voetbalcommentator en tv-kok
- Begrijpelijk praten: niet in kleutertaal, net boven niveau kls
- Kls uitdagen met jouw taal: kls maken hypothese over taal die ze leren
,Voetbalcommentator
= beschrijft acties in uitgebreide volzinnen en legt vaak uit waarom iets gebeurt
Bv. je helpt een kl zijn jas aan te doen en zegt wat je doet: ‘eerst de ene arm in de mouw en dan de
andere arm in de mouw…’
- Taal toevoegen aan dagelijkse handeling
- Herhaling -> woorden en zinnen verankeren in geheugen
Basisvaardigheden:
1. Self talk
= verwoorden wat je zelf doet en wat kls doen
o Zeer waardevol tijdens stille momenten
o ‘Ik neem het kaartje uit de doos en geef het kaartje aan jou’
2. Parallel talk
= verwoorden wat de kleuter doet
o Kls pikken enkele woorden/zinconstructies op
o ‘Je schept nu een handvol zand in de zeef. Oh kijk: het fijne zand stroomt door de
gaatjes. De parels en propjes blijven liggen’
Uitbreiding:
- Explain your reasoning
= aanvullen waarom iets gebeurt, waarom jij of een kl iets doet of waarom je denkt dat een kl
iets doet
o ‘Ik neem het kaartje uit de doos en geef het kaartje aan jou zodat iedereen goed ziet
dat jij vandaag de leider bent’
o ‘Je schept nu een handvol zand in de zeef. Oh kijk: het fijne zand stroomt door de
gaatjes. De parels en propjes blijven liggen. Doordat jij het zand zeeft, wordt onze
zandbak weer schoon’
Tv-kok
= ondersteunt alles wat hij of zij zegt met visueel materiaal (gebaren, voorwerpen, tekeningen…)
- Taal ondersteunen met beelden die de taal begrijpelijk maken
Basisvaardigheid:
- KL ondersteunt eigen taalaanbod visueel
o 2D/3D – materiaal, gebaren, tekeningen
o Uitbeelden wat er in een verhaal gebeurt
o Mindmap van al je ideeën
o Voorwerpen ter illustratie
Uitbreiding:
- Taal van kls visueel ondersteunen
o Met visueel materiaal
o Je laat kinderen een antwoord uitbeelden (bv. duim omhoog)
o Toont of tekent de antwoorden van de kls in een gesprek, tijdens een verhaal
,Superkracht – wat met stille kls?
Child-directed speech (CDS)
- Trager spreken
- Kern van je zin beklemtonen
- Belangrijke woorden herhalen
- Vertaling gebruiken ter ondersteuning
Bv. welk getale staat op de kalender? Quel nombre? Welk getal zie je?
Smv taalaanbod
TAALAANBOD Basis Uitbreiding
Voetbalcommentator 1. Self talk Explain your reasoning
2. Parallel talk
Tv-kok Ondersteun je taalaanbod Ondersteun de taal van de kls
visueel visueel
Superkracht Child-directed speech
Bied taalruimte: talkshowhost en journalist
Talkshowhost
= ondersteunen en uitdagen tegelijk
- Zorgen voor uitnodigende sfeer -> bij kls zitten, op ooghoogte…
- Goede vragen stellen
Basisvaardigheden
1. Ooghoogte: uitnodigend kijken en vertrouwen schenken
o Kl tot praten aanzetten
o Bv. ja? Vertel eens?
2. Spreek- en denkbeurten beschermen
o Iedereen eerlijke kans bieden om deel te nemen aan gesprek
o Bv. ik zie frida denken, even wachten indra, zeg maar frida
3. Actieve luisterhouding
4. Kracht van stilte
o Bv. waar gaat de beer heen? Even wachten, iedereen denkt na’
Uitbreiding
- Andere kls betrekken
o Beurt ve kl samenvatten en doorgaan naar andere kl
o Bv. janne denkt… wat denk jij? Wie akkoord gaat mag rechtstaan?
Journalist
= daagt uit
- Boeiende vragen stellen
- Doorvragen
, - Tijd geven om antwoord te zoeken
Basisvaardigheid
- Taal- en denklokkende vragen stellen (taxonomie van Bloom)
o 6 categorieën
I. Begrijpen
II. Toepassen
III. Analyseren
IV. Evalueren
V. Creëren
VI. Onthouden
o 6 Soorten vragen
I. Onthoud- of kennisvragen
Wat gebeurt er op de prent?
II. Begripsvragen
Waar staat daar ‘o jee’?
III. Toepassingsvragen
Wat zou jij doen als je bal in de boom beland?
IV. Analysevragen
Hoe komt het dat de bal vast zit in de boom?
V. Evaluatievragen
Zou het x en y lukken om de bal uit de boom te krijgen? Waarom
wel?
VI. Creëervragen
Teken iets op de tekening om de jongen te helpen zijn bal uit de boom
te halen
Uitbreiding
- Back-and-forth OF strive-for-5
o Inhoudelijk doorvragen
o Taal uitbreiden als je streeft naar de 5 beurten
I. kl zegt iets
II. Jij gaat erop in
III. kl verdiept antwoord of licht toe
IV. KL stelt nieuwe vraag
V. kl antwoordt laatste keer
o bv. vind jij dat we een schaar moeten gebruiken? Nee? Hoe moeten we het dan wel
doen?
Superkracht – wat met stille kls?
- Scaffolden
o Opstapjes bieden
I. Doevraag + gesloten vraag = makkelijkst
II. Denkvraag = moeilijker
o Ondersteunen -> alle kls in staat om te antwoorden
o Succeservaringen: kls komen sneller naar je toe om iets te vertellen