100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Cognitieve en Neuropsychologie (L.20999)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
03-06-2025
Geschreven in
2024/2025

Samenvatting cognitieve Neuropsychologie. Eerstejaars toegepaste psychologie, Deventer Saxion. Toets behaald met een 7












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
3 juni 2025
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Cognitieve en Neuropsychologie – Samenvatting
Hoofdstuk 3: Neuropsychologie in de praktijk
3.1 Inleiding
Psycholoog (Scientist practicioner): Combineert klinische kennis en vaardigheden met een
wetenschappelijke grondhouding.
 Vanuit een wetenschappelijk denkkader wordt zorg verleend, aan een grote diversiteit van
patiënten.
 Beslissingen zijn gebaseerd op bewijzen vanuit een wetenschappelijk onderzoek, klinische
expertise en individuele behoeften van de patiënt (Evidence based)

3.2 Werkveld
De neuropsycholoog is werkzaam binnen verschillende werkvelden in de zorg.
Ziekenhuis
 Kan een algemeen ziekenhuis, academisch of categoraal ziekenhuis
 Binnen het ziekenhuis werken neuropsychologen samen met verschillende medische
specialisten en paramedici, zoals neurologen, psychiaters, klinisch geriaters, revalidatieartsen,
neurochirurgen, cardiologen, longartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en
logopedisten.
 Kenmerkend aan het werken in een ziekenhuis is dat de patiëntengroep een (vermoedelijke)
medische aandoening heeft waarbij er direct of indirect cognitieve stoornissen of klachten
zijn ontstaan als gevolg van deze aandoening. Ook kunnen er angst- of stemmingsklachten
ontstaan, kan er sprake zijn van verwerkingsproblemen of speelt ernstige vermoeidheid of
een verminderde belastbaarheid een rol.
Categoraal ziekenhuis: Richt zich op een bepaalde doelgroep (epilepsie of kanker)

Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Van diverse psychiatrische aandoeningen is bekend dat deze een effect kunnen hebben op het
cognitief functioneren of behoren cognitieve stoornissen bij de aandoening zelf.
 Ernstige stemmingsstoornissen, schizofrenie of verslaving.
 De relatie tussen hersenen, cognitie, emotie en gedrag wordt onderzocht.

Revalidatie
Binnen de revalidatie wordt bij uitstek gewerkt vanuit een multidisciplinaire visie de neuropsycholoog
vormt samen met andere disciplines het behandelteam van de patiënt.
 Samenwerking met de revalidatiearts, de verpleegkundige, de fysiotherapeut, de
ergotherapeut, de logopedist en het maatschappelijk werk.
 Behandeling kan zowel klinisch als poliklinisch plaatsvinden.
 Het doel is om patiënten weer zo veel mogelijk zelfstandig deel te kunnen laten nemen aan
activiteiten in de maatschappij.

Langdurige zorg
Patiënten die niet meer thuis zlefstandig kunnen wonen vanwege cognitieve stoornissen of
lichamelijke klachten komen in aanmerking voor langdurige zorg.



1

,  Ouderen met neurodegeneratieve ziekten maar ook patiënten met ernstige hersenletsel die
niet meer thuis kunnen wonen, worden soms opgenomen in gespecialiseerde
woonafdelingen van zorginstellingen.
 Neuropsycholoog werkt samen met specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundigen en
verzorgenden, de behandelingen zijn vaak meer gericht op (Mediatieve) behandelingen dan
op diagnostiek.

Forensische zorg
Zorg voor patiënten die strafbaar gedrag hebben laten zien, al dan niet in combinatie met een
psychische stoornis of eerder verworven hersenletsel.
 Behandeling kan vrijwillig of gedwongen plaatsvinden.
 Kenmerkend voor het werken is de forensische zorg is dat niet alle partijen gemotiveerd zijn
om mee te werken aan onderzoek en behandeling. Ook komt het voor dat onderzochten
binnen een forensisch kader klachten of symptomen aandikken om zo straf te ontlopen.

3.3 diagnostiek
Neuropsychologisch onderzoek: Kan worden gezien als een klinisch-wetenschappelijk onderzoek met
de kleinte denkbare onderzoeksgroep van één persoon. Er is aandacht voor het cognitief
functioneren, psychosociale factoren en persoonlijkheidsfactoren.
Onderzoek bestaat uit:
 Verwijzing en vraagstelling: Het doel van het onderzoek moet helder zijn.
 Dossieronderzoek: Er wordt gekeken naar de medische en psychiatrische voorgeschiedenis en
of er al eerder (neuro) psychologische onderzoek is afgenomen.
 Hypothesen: Worden geformuleerd na aanleiding van de vraagstelling en het
dossieronderzoek, ook wordt een set neuropsychologische tests en vragenlijsten
samengesteld.
 Anamnesegesprek: Wordt ingegaan op de klachten op de klachten die de patiënt ervaart, het
beloop van deze klachten, de mate waarin de klachten hem of haar beperken in het uitvoeren
van dagelijkse activiteiten, de stemming, het slaappatroon en eventuele
karakterveranderingen of veranderingen in emoties.
 Hetereoanamnese: Wordt afgenomen bij een naaste omdat er een verschil kan zijn tussen de
klachten die de patiënt ervaart, en veranderingen die de omgeving opmerkt.
 Psychometrisch testonderzoek: Bestaat uit verschillende tests en vragenlijsten,
neuropsychologische tests vormen in dit geval een instrument om op een gestructureerde
wijze gedrag bij patiënten uit te lokken. Niet allen de prestatie op een taak is belangrijk, maar
ook de manier waarop een patiënt tot deze prestatie komt moet worden meegewogen.
 Observaties: Worden gedaan buiten het testonderzoek en dragen bij aan her creëren van een
totaalbeeld van een patiënt.
 Conclusie: Alle informatie uit de bronnen wordt samengenomen en gewogen, hiermee wordt
antwoord gegeven op de vraag van de wijzer.
 Adviezen: Kunnen worden opgesteld door ene neuropsycholoog voor de patiënt, naasten of
het behandelteam.



Neuropsychologische tests

2

,  Stroop kleur – woord test
 Aandacht test D2
 Geheugen – 15 woorden test
 Visueel ruimtelijke waarneming en geheugen

Betrouwbaarheid, validiteit en stoorfactoren
Betrouwbaarheid
 Test-hertest-betrouwbaarheid: Geeft aan in welke mate een tet tot eenzelfde resultaat komt
als hij op verschillende moment bij eenzelfde patiënt wordt afgenomen.
 Inter beoordelaars betrouwbaarheid: Verschillende onderzoekers zouden tot eenzelfde
oordeel moeten komen wanneer een test onder vergelijkbare omstandigheden wordt
afgenomen.
Validiteit: De mate waarin een test meet wat deze beoogt te meten.
 Face validity: De mate waarin een test op het eerste gezicht meet wat hij behoort te meten.
 Inhoudsvaliditeit: Richt zich meer op de vraag of de test representatief is voor het onderwerp
dat men wil meten.
 Begripsvaliditeit (constructvaliditeit): De mate waarin het resultaat van de test ook
daadwerkelijk een indicatie is van de cognitieve functie waar men uitspraak over wil doen.
 Criteriumvaliditeit: De mate waarin een test de prestatie van een patiënt kan voorspellen op
een extern criterium.
o Predictieve validiteit: Hoe goed voorspelt een test daadwerkelijk gedrag?
o Concurrente validiteit: De vergelijking tussen een neuropsychologische test en een
ander instrument dat hetzelfde criterium beoogt.
o Ecologische validiteit: In welke mate de test voorspelt hoe een patiënt functioneert in
zijn of haar eigen omgeving, waarbij de test ook veel directe verwantschap heeft met
specifieke alledaagse taken.
COTAN (Commissie Testaangelegenheden Nederland) van het Nederlands Instituut van psychologen
(NIP): Deze commissie kan geraadpleegd worden en de kwaliteit (betrouwbaarheid en validiteit) van
verschillende test en vragenlijsten.

Stoorfactoren: Een element dat een testprestatie beïnvloed, maar dat niet binnen de meetprestaties
van een test valt.
 Visuele beperkingen of gehoorproblemen
 Vermoeidheid
 Spanning en onzekerheid
 Beperkte inzet of een vertekende klachtenrapportage van een patiënt -> kan leiden tot
onderpresteren of over rapportage.
Aggraveren: Het aanzetten of overdrijven van klachten.
Stimuleren: Voorwenden van niet-bestaande cognitieve klachten.

Prestatievaliditeitstaken: De mate waarin een test of beoordeling in staat is om de werkelijke
prestaties of vaardigheden van een individu te voorspellen.
 Test of memory malingering (TOMM): Bestaat uit een serie visuele stimuli die de deelnemer
moet onthouden, na een korte periode worden ze gevraagd de stimuli te herkennen.


3

,  Amsterdamse korte termijn geheugentest (AKTG): Bestaat uit verschillende taken waarbij
deelnemers informatie moeten onthouden en deze later moeten reproduceren.


3.4 Behandeling
Psycho educatie: Patiënten krijgen voorlichting over hun ziektebeeld en ook worden er adviezen
gegeven.
 Informatie over cognitieve stoornissen
 Leren omgaan met cognitieve functiestoornissen
Handelingsadviezen voor cliënt en de omgeving (gezin, school en werk)
Compensatie adviezen voor cliënt en omgeving
 Aanpassen omgeving
 Gebruiken sterke kanten van cliënt
Leefstijladviezen: Optimaliseren voorwaarden van cognitief functioneren
 Slaap, dagritme, beweging, voeding, actieve spanningsreductie.
Therapieën
 Oplossingsgerichte
 Psychomotore
 Cognitieve gedragstherapie
 Ergotherapie
 Fysiotherapie

Hoofdstuk 1: Cognitieve psychologie – Situering en overzicht
1.1 Situering van de cognitieve psychologie
Cognitieve psychologie: De wetenschappelijk studie van mentale processen zoals waarneming,
geheugen, aandacht, leren, denken en taal. Het is een basisdiscipline van de psychologie.

Cognitie: Afgeleid uit het Latijnse cognoscere. Wat vertaald kan cognitie worden als: leren, kennen,
onderzoeken, bewust zijn van, herkennen
Psychologie (zielkunde): De samenvoeging van het griekse psychè of psuchè en logos.
 Psychè of psuchè: Betekent ziel of levensadem.
 Logos: Kan worden omschreven als verklaring, rede of leer.

Korte geschiedenis
Ebbinhaus – 1850 – 1909
De psychologie werd pas op het einde van de negentiende eeuw erkend als zelfstandige
wetenschappelijke discipline terwijl het denken van mensen over mensen vermoedelijk reeds
gebeurde vanaf het ontstaan van de mensheid
Wilhelm Wundt – 1832 – 1920: De vader van de psychologie
 1879: stichtte hij het eerste psychologische laboratorium op -> wordt het beginpunt genoemd
van de psychologie als wetenschappelijke discipline.



Drie periodes van psychologie:



4
€10,00
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
femkekok2

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Samenvattingen 1e jaar Toegepaste Psychologie, Deventer Saxion
-
6 2025
€ 60,00 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
femkekok2 Saxion Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
7
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen