Samenvatting bedrijfseconomie H15-H16
15.1 budgettering als beheersingsinstrument
Ondernemingsplan : dit totale plan bestaat uit een commerciële planning, financiële planning, en
een productieplanning.
Indien een planning het karakter heeft van een prognose, een globale raming op wat langere termijn,
Dan wordt het meestal een begroting (forecast) gehanteerd.
Voor concretisering van ondernemingsdoelstelling moet er ook op korte termijn gekeken worden. Dit
is een deelplanning of budgetten.
Functies van een budget 4
1. Planning : door het systeem van budgettering wordt men gedwongen tot planning. Dit is ook
toekomstgericht.
2. Communicatie en coördinatie : productie en afzet moeten op elkaar worden afgestemd,
waarvoor communicatie tussen betreffende afdelingen noodzakelijk is.
3. Taakstelling en autorisatie : budgethouder, als een budget geaccepteerd is, betekend dit dat
het budget een taakopdracht is waarvoor hij verantwoordelijk is.
4. Evaluatie : het vergelijken van werkelijkheid en budget door middel van een
verschillenanalyse.
Het budget kan veranderen door externe omstandigheden (andere dealers) dit kan inberekend
worden door het budget periodiek bij te stellen in verband met veranderde omstandigheden.
Dit doen ze doormiddel van een voortschrijdende budget (rolling budget) bijvoorbeeld een
vierkwartaals of twaalfmaands voortschrijdend budget.
Door deze werkwijze krijgt de planning van een onderneming een realistisch en continu karakter.
Top-downbenadering : de leiding van de onderneming legt een budget op aan een afdeling op basis
van eigen inzichten. Zo benadering kan echter leiden tot gebrek aan draagvlak op de werkvloer, zeker
als men dar het gevoel heeft dat het budget niet realistisch en daardoor niet haalbaar is.
Bottom-aanpak : waarbij het budget wordt vastgesteld op basis van informatie die door de afdeling
zelf aangeleverd wordt, kan op meer draagvlak rekenen, maar soms minder goed aansluit bij de
ondernemingsdoelstelling.
Budgettering heeft ook nadelen : vraagt veel tijd, kost veel geld, contraproductief werken.
15.2 masterbudget
Het totale budget van de hele onderneming wordt het masterbudget genoemd. Dit bestaat onder
ander uit de samenvatting van diverse deelbudgetten en resulteert uiteindelijk in een voor
gecalculeerde resultatenrekening.
Normaliter is de afzet voor een onderneming de bottleneck en zal het verkoopbudget als startpunt
worden genomen.
15.1 budgettering als beheersingsinstrument
Ondernemingsplan : dit totale plan bestaat uit een commerciële planning, financiële planning, en
een productieplanning.
Indien een planning het karakter heeft van een prognose, een globale raming op wat langere termijn,
Dan wordt het meestal een begroting (forecast) gehanteerd.
Voor concretisering van ondernemingsdoelstelling moet er ook op korte termijn gekeken worden. Dit
is een deelplanning of budgetten.
Functies van een budget 4
1. Planning : door het systeem van budgettering wordt men gedwongen tot planning. Dit is ook
toekomstgericht.
2. Communicatie en coördinatie : productie en afzet moeten op elkaar worden afgestemd,
waarvoor communicatie tussen betreffende afdelingen noodzakelijk is.
3. Taakstelling en autorisatie : budgethouder, als een budget geaccepteerd is, betekend dit dat
het budget een taakopdracht is waarvoor hij verantwoordelijk is.
4. Evaluatie : het vergelijken van werkelijkheid en budget door middel van een
verschillenanalyse.
Het budget kan veranderen door externe omstandigheden (andere dealers) dit kan inberekend
worden door het budget periodiek bij te stellen in verband met veranderde omstandigheden.
Dit doen ze doormiddel van een voortschrijdende budget (rolling budget) bijvoorbeeld een
vierkwartaals of twaalfmaands voortschrijdend budget.
Door deze werkwijze krijgt de planning van een onderneming een realistisch en continu karakter.
Top-downbenadering : de leiding van de onderneming legt een budget op aan een afdeling op basis
van eigen inzichten. Zo benadering kan echter leiden tot gebrek aan draagvlak op de werkvloer, zeker
als men dar het gevoel heeft dat het budget niet realistisch en daardoor niet haalbaar is.
Bottom-aanpak : waarbij het budget wordt vastgesteld op basis van informatie die door de afdeling
zelf aangeleverd wordt, kan op meer draagvlak rekenen, maar soms minder goed aansluit bij de
ondernemingsdoelstelling.
Budgettering heeft ook nadelen : vraagt veel tijd, kost veel geld, contraproductief werken.
15.2 masterbudget
Het totale budget van de hele onderneming wordt het masterbudget genoemd. Dit bestaat onder
ander uit de samenvatting van diverse deelbudgetten en resulteert uiteindelijk in een voor
gecalculeerde resultatenrekening.
Normaliter is de afzet voor een onderneming de bottleneck en zal het verkoopbudget als startpunt
worden genomen.
