Samenvatting boek The elements of moral philosophy
(4th edition) – J. Rachels (2003).
Hoofdstuk 1, What is Morality? (Wat is moraliteit?)
1.1. Het probleem van de definitie.
Morele filosofie= De poging om een systematisch begrip te krijgen van de aard van de moraliteit en
wat het van ons vraagt. Volgens Socrates is morele filosofie hoe we zouden moeten leven en
waarom.
Een eenduidige definitie is er niet. Er zijn veel rivaliserende theorieën, die elk een andere betekenis
geeft aan het moreel leven.
1.2. Eerste voorbeeld: Baby Theresa
Baby Theresa is een anencefalische kind dat geboren werd in Florida. Anencefalie is 1 van de ergste
aangeboren aandoeningen, ook wel baby’s zonder hersenen genoemd. Belangrijke onderdelen van
de hersenen missen, evenals de bovenkant van de schedel. Echter is de hersenstam wel intact,
evenals de autonome functies waardoor het kind wel kan ademen en een hartslag heeft. Bij de
meeste gevallen wordt deze aandoening al tijdens de zwangerschap ontdekt, met een abortus tot
gevolg. Bij de helft van de ouders waar het kind wel wordt geboren, is het doodgeboren. Baby
Theresa kwam levend te wereld, wetende niet lang te zullen leven. Haar ouders hebben er dan ook
voor gekozen om haar organen vrij te geven voor donatie. Echter mocht dit niet volgens de wet van
Florida, omdat het kind pas organen mag afstaan wanneer het dood is. Echter was het te laat voor de
andere kinderen die haar organen zouden krijgen, op het moment dat Baby Theresa stierf doordat zij
de wet dienden na te leven. Er kwam een discussie opstand met diverse argumenten:
Voordelen: Andere kinderen kunnen baat hebben bij de organen van Theresa. Theresa zelf
heeft immers geen baat meer bij haar organen, omdat het leven haar geen goed doet. Ze kan
geen activiteiten voortzetten.
Argument dat we mensen niet als middel moeten gebruiken: Het is verkeerd om mensen te
gebruiken als middel voor andermans doeleinden. De autonomie van deze persoon wordt
geschonden, ze kunnen immers zelf geen beslissing nemen hoe zij hun eigen leven willen
leiden. Echter is Theresa geen autonoom persoon.
Argument van de onjuistheid van doden: Het is verkeerd om een persoon te doden om een
ander te redden. Later werd hier ingevoerd dat men als dood beschouwd mag worden
wanneer men hersendood is.
1.3. Tweede voorbeeld: Jodie en Mary
Jodie en Mary zijn een voorbeeld van een Siamese tweeling op het eiland Gozo (in de buurt van
Malta). De ouders van de tweeling zijn naar Manchester gegaan om te gaan bevallen. De tweeling
hadden samen 1 hart en 1 set longen tussen zich. Jodie (de sterkste) zorgde voor bloed voor Mary.
Echter konden zij zo niet lang leven en was een operatie het enige wat mogelijk was. Maar met deze
operatie zou Jodie blijven leven en Mary komen te overlijden. De ouders hadden als wens om ze dan
beiden te laten overlijden, als dit was wat God zou willen. De artsen zijn naar de rechtbank gegaan
om toestemming te krijgen om toch 1 van de 2 te kunnen redden. Er werden diverse argumenten
aangedragen in dit proces:
Argument dat we zoveel mogelijk moeten redden als mogelijk.
Argument van de heiligheid van het menselijk leven: De ouders hielden van hun beide
kinderen en vonden het fout om de 1 voor de ander op te laten offeren.
1
, The elements of moral philosophy - 4th edition – J. Rachels – 2003 – H1, 6 t/m 10
Echter namen zowel de artsen als de rechtbank het standpunt in dat Mary bij het uitvoeren van de
operatie niet zou worden gedood. Ze zou alleen worden gescheiden van haar zus en ze zou daarna
sterven als gevolg dat haar eigen lichaam het leven niet kan onderhouden.
1.4. Derde voorbeeld: Tracy Latimer
Tracy is een 12 jarige meisje dat hersen verlamt was en vermoord is door haar vader. Haar vader
heeft haar vermoord middels uitlaatgassen, omdat hij van mening was dat zij zelf de moed er niet
voor had. Haar bestaan was niets dan zinloos lijden, waardoor deze moord gezien werd als een daad
van barmhartigheid. Echter is vader later wel berecht voor moord, omdat Tracy’s leven moreel
kostbaar was en dat hij niet het recht had haar te vermoorden. Dit was ook een argument van de
onjuistheid van discriminatie van gehandicapten. Men was er van overtuigt dat gehandicapte
mensen hetzelfde respect en rechten dienden te krijgen als ieder ander.
Slippery Slope argument: Het is een gladde helling (gevaarlijk) om te denken dat een persoon beter
af kan zijn wanneer hij/zij dood is. De vraag is dan waar we de grens trekken
1.5. Reden en onpartijdigheid
De morele oordelen worden ondersteunt door goede redenen en die moraliteit vereist een
onpartijdige afweging van de belangen van elk individu:
Morele oordelen: sterke gevoelens die bij een moreel probleem optreden, zijn vaak een
teken van morele ernst en kunnen daarom bewonderd worden. Maar ze kunnen ook een
belemmering zijn om de waarheid te ontdekken. We kunnen niet vertrouwen op onze
gevoelens, die kunnen irrationeel zijn.
De eis van onpartijdigheid: Deze regel verbiedt ons de ene persoon anders te behandelen
dan de andere als er geen goede reden is om dat te doen.
1.6. De minimale opvatting van moraliteit.
Moraliteit is op zijn minst de poging om iemands gedrag te sturen door de rede. Dat betekent dat
men moet doen wat de beste redenen zijn om te doen, terwijl er evenveel gewicht aan wordt
gehecht.
Hoofdstuk 6, Ethical Egoism (Ethische egoïsme).
6.1. Is er een plicht om uitgehongerde mensen te helpen?
Wereldwijd, veelal in arme landen, sterven er miljoenen mensen per jaar aan hongersnood (diarree,
ondervoeding), terwijl er in de rijkere landen mensen veel geld uitgeven aan luxe. Alleen wanneer er
crisis is en er een grote massa mensen op 1 plek honger lijdt, grijpt de media in en worden er
hulpacties ingezet. Moraliteit vereist dat we onze eigen belangen afwegen tegen de belangen van
anderen. Ethisch egoïsme daarentegen is het idee dat elk persoon uitsluitend zijn of haar
eigenbelang moet nastreven. Het psychologisch egoïsme zegt dat mensen in feite altijd hun eigen
belangen nastreven.
Het ethisch egoïsme is de radicale opvatting dat iemands enige plicht is de eigen belangen te
behartigen. Er is maar 1 ultiem gedragsprincipe, het principe van eigen belang dat iemands
natuurlijke plichten en verplichtingen bevat. Echter zegt dit niet dat men acties moet vermijden die
anderen helpen.
6.2. 3 Argumenten in het voordeel van ethische egoïsme.
1. Argument 1: Altruïsme is zelfvernietigend. Ieder van ons is in een unieke positie om eigen
wensen en behoeften effectief na te streven. Tevens is het uitkijken naar anderen een
beledigende inbreuk op de privacy van anderen. Het berooft hen van hun individuele
2