Week 1
Verbintenissenrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen personen (natuurlijke
personen of rechtspersonen), waarbij de ene partij iets moet doen of nalaten ten
opzichte van de andere partij. Een verbintenis is dus een juridische verplichting.
Goederenrecht gaat over de rechten op zaken en vermogensrechten. Het
bepaalt wie eigenaar is van wat, hoe je eigendom overdraagt, en hoe rechten
zoals erfpacht, vruchtgebruik, of hypotheek werken.
Elk willekeurig feit op de juiste plaats in het rechtsfeitenschema
onderbrengen:
Overeenkomsten: Art. 6:213 lid 1 bw, meerzijdige rechtshandeling. Partij gaat een verbintenis aan jegens een andere partij.
Eenzijdige overeenkomsten: voorbeeld: schenking.
Verbintenis scheppende overeenkomst (obligatoire overeenkomst): voorbeeld: koopovereenkomst
,Andere overeenkomst: aangaan van een huwelijk, verplichtingen die hier uit voortvloeien zijn in de wet geregeld en daarom
een overeenkomst.
Meerzijdige overeenkomst (wederkerige overeenkomst): voorbeeld: huurovereenkomst-> huur betalen, woning geven.
Rechtshandeling: rechtshandeling zijn ook rechtens relevante handelingen, maar ze zijn uitdrukkelijk gericht op een
rechtsgevolg Art. 3;33 BW
Persoonsgerichte rechtshandeling: wordt verricht door de ene partij en is gericht tot een specifieke andere partij.
Niet-persoonsgerichte rechtshandeling: handeling door 1 partij gericht aan een andere partij, maar niet gericht tot een
specifieke persoon.
Voorbeeld: geboorteaangifte aan is gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Maar het maakt niet uit welke
ambtenaar.
, Onderscheid maken tussen de overeenkomst en de onrechtmatige daad:
- Een overeenkomst is een afspraak tussen twee of meer partijen waarbij zij
wederzijdse rechten en plichten creëren. Art 6:213 BW
- Een onrechtmatige daad ontstaat als iemand schade veroorzaakt aan een
ander op een manier die de wet of ongeschreven normen schendt. Art. 6:162
lid 2 BW
Overeenkomst kenmerken:
- Totstandkoming door wilsovereenstemming (bijv. jij wil iets kopen, de
ander wil verkopen).
- Vrijwillige relatie: beide partijen stemmen ermee in.
- Rechten en plichten zijn vastgelegd in de overeenkomst.
- Vaak schriftelijk, maar mondeling mag ook.
Onrechtmatige daad kenmerken:
- Geen overeenkomst of afspraak tussen partijen.
- Iemand handelt in strijd met de wet of maatschappelijke zorgvuldigheid.
- De veroorzaker is verplicht om schade te vergoeden.
Onrechtmatige daad, Art. 6:162 BW
1. Onrechtmatige daad -- LID 2
o Inbreuk op een recht
o Doen/nalaten in strijd met wettelijke plicht
o Doen/ nalaten in strijd met het geen volgen ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
2. Schade
o Iemand pleegt een onrechtmatige daad
o Deze daad kan hem worden toegerekend
o De ander heeft schade geleden
o Er bestaat causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de
schade
3. Toerekenbaarheid -- LID 3
o De handeling is te wijten aan de schuld van de dader
o De handeling komt krachtens de wet voor rekening van de dader. Art
6:165 BW
o De handeling komt krachtens verkeersopvattingen voor rekening van
de dader. (onervarenheid)
4. Causaal verband -- LID 3
o Iemand pleegt een onrechtmatige daad
o Deze daad kan hem worden toegerekend
o De ander heeft schade geleden
o Er bestaat causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de
schade.
5. Relativiteit -- Art. 6:163 BW
o De regel of norm die de dader heeft geschonden ervoor bedoeld is om
de benadeelde partij tegen de veroorzaakte schade te beschermen.
Verbintenissenrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen personen (natuurlijke
personen of rechtspersonen), waarbij de ene partij iets moet doen of nalaten ten
opzichte van de andere partij. Een verbintenis is dus een juridische verplichting.
Goederenrecht gaat over de rechten op zaken en vermogensrechten. Het
bepaalt wie eigenaar is van wat, hoe je eigendom overdraagt, en hoe rechten
zoals erfpacht, vruchtgebruik, of hypotheek werken.
Elk willekeurig feit op de juiste plaats in het rechtsfeitenschema
onderbrengen:
Overeenkomsten: Art. 6:213 lid 1 bw, meerzijdige rechtshandeling. Partij gaat een verbintenis aan jegens een andere partij.
Eenzijdige overeenkomsten: voorbeeld: schenking.
Verbintenis scheppende overeenkomst (obligatoire overeenkomst): voorbeeld: koopovereenkomst
,Andere overeenkomst: aangaan van een huwelijk, verplichtingen die hier uit voortvloeien zijn in de wet geregeld en daarom
een overeenkomst.
Meerzijdige overeenkomst (wederkerige overeenkomst): voorbeeld: huurovereenkomst-> huur betalen, woning geven.
Rechtshandeling: rechtshandeling zijn ook rechtens relevante handelingen, maar ze zijn uitdrukkelijk gericht op een
rechtsgevolg Art. 3;33 BW
Persoonsgerichte rechtshandeling: wordt verricht door de ene partij en is gericht tot een specifieke andere partij.
Niet-persoonsgerichte rechtshandeling: handeling door 1 partij gericht aan een andere partij, maar niet gericht tot een
specifieke persoon.
Voorbeeld: geboorteaangifte aan is gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Maar het maakt niet uit welke
ambtenaar.
, Onderscheid maken tussen de overeenkomst en de onrechtmatige daad:
- Een overeenkomst is een afspraak tussen twee of meer partijen waarbij zij
wederzijdse rechten en plichten creëren. Art 6:213 BW
- Een onrechtmatige daad ontstaat als iemand schade veroorzaakt aan een
ander op een manier die de wet of ongeschreven normen schendt. Art. 6:162
lid 2 BW
Overeenkomst kenmerken:
- Totstandkoming door wilsovereenstemming (bijv. jij wil iets kopen, de
ander wil verkopen).
- Vrijwillige relatie: beide partijen stemmen ermee in.
- Rechten en plichten zijn vastgelegd in de overeenkomst.
- Vaak schriftelijk, maar mondeling mag ook.
Onrechtmatige daad kenmerken:
- Geen overeenkomst of afspraak tussen partijen.
- Iemand handelt in strijd met de wet of maatschappelijke zorgvuldigheid.
- De veroorzaker is verplicht om schade te vergoeden.
Onrechtmatige daad, Art. 6:162 BW
1. Onrechtmatige daad -- LID 2
o Inbreuk op een recht
o Doen/nalaten in strijd met wettelijke plicht
o Doen/ nalaten in strijd met het geen volgen ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
2. Schade
o Iemand pleegt een onrechtmatige daad
o Deze daad kan hem worden toegerekend
o De ander heeft schade geleden
o Er bestaat causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de
schade
3. Toerekenbaarheid -- LID 3
o De handeling is te wijten aan de schuld van de dader
o De handeling komt krachtens de wet voor rekening van de dader. Art
6:165 BW
o De handeling komt krachtens verkeersopvattingen voor rekening van
de dader. (onervarenheid)
4. Causaal verband -- LID 3
o Iemand pleegt een onrechtmatige daad
o Deze daad kan hem worden toegerekend
o De ander heeft schade geleden
o Er bestaat causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de
schade.
5. Relativiteit -- Art. 6:163 BW
o De regel of norm die de dader heeft geschonden ervoor bedoeld is om
de benadeelde partij tegen de veroorzaakte schade te beschermen.
