Preventie & Bestraffing
Probleem 1 – Verandering in criminaliteitsaanpak 2
Probleem 1.1 2
- Cohen, Garland, Feeley & Simon, Shearing & Stenning
Probleem 1.2 12
- Aebi et al, Downes & Swaaningen, Schuilenburg, Swaaningen
Probleem 1.3 22
- Malsch, Woude, Molleman, Boone
Probleem 2 - Effectiviteit van interventies 31
Probleem 2.1 31
- Boone, Edgemon & Warner, Goffman
Probleem 2.2 41
- Mears & Cochran, Petrich et al, Phelps, Tollenaar
Probleem 3 – Situationele crime prevention 48
Probleem 3.1 48
- Braga, Eck, Cozens & Love, Douglas
Probleem 4 – Pre crime, big data & algoritmes 59
Probleem 4.1 59
- McCulloch, Brayne, Simmons
Probleem 4.2 66
- Bellanova & de Goede, Donkin, Mugari & Obioha, Podcast
Hoorcolleges 78
Film a Road from Crime 78
Gastcolleges 83
Probleem 1.1
1
,Je gaat je richten op de internationale (voornamelijk Anglo-Saxische)
ontwikkelingen in denken: de opkomst en teloorgang van de Penal Welfare state
en de omschrijving van de beheerscultuur in de laat moderne tijd en
ontwikkelingen die daarmee samenhangen, zoals de uitbreiding van toezicht
vanuit andere instanties, de nieuwe penologie en meer toezicht met als
voorbeeld Disney World. Dit probleem gaat tot ongeveer het begin van deze
eeuw.
L1) Wat is er sinds de Jaren ’50 veranderd in het denken over en de
aanpak van criminaliteit en daden?
Shearing, C.D. & Stenning, P.C. (1984). From the Panopticon to Disney
World: The development of discipline.
Sociale controle
Cohen geeft aan dat de moderne strafrechtelijke praktijk aantoont dat sociale
controle zich steeds meer uitbreidt doordat de maatschappij hier zelf ook steeds
meer betrokken bij raakt. Of deze uitbreiding van sociale controle een
voortzetting zou zijn van patronen uit de 19 e eeuw waarin lichamelijke
bestraffing plaatsmaakte voor gevangenisstraffen valt te bediscussiëren. Zo is
Bottom het hier niet mee eens en vindt dat een cruciaal punt van disciplinaire
gevangenisstraffen ontbreekt, namelijk het trainen van de ziel.
Deze ontwikkelingen zouden plaatsvinden doordat er steeds meer effectieve
preventieve sociale controle geïmplementeerd wordt in de algemene
samenleving buiten het strafrecht om. Denk aan de groeiende ontwikkelingen in
privébeveiliging en -controle. Volgens Shearing & Stenning zouden deze meer
preventief dan punitief zijn en bouwen ze voort op disciplinaire controle.
Surveillance zou volgens Bottom niet hetzelfde zijn als discipline zoals Foucault
die term heeft geïntroduceerd.
Discipline en gevangenisstraffen
Discipline is een soort macht, waarnaast gevangenisstraffen gezien moeten
worden als een instantie van discipline die naleving streeft door middel van
individuele ziel-training. Training is een element van discipline zelf en de soort
varieert per context waarin discipline toegepast wordt. Discipline werkt door in
micro-relaties die de samenleving vormen. Elementen van controle zijn dus
steeds meer ingebed in omgevingsfactoren en structurele relaties. Het
ingebedde karakter van discipline maakt het geschikt als preventief
controlemodel, omdat het toezicht deel gaat uitmaken van de relaties die
gecontroleerd moeten worden.
Het concept van discipline wordt besproken, zoals uiteengezet door Michel
Foucault in "Discipline and Punish". Foucault onderscheidt discipline als een
generiek concept van de specifieke strategieën waarmee het op een bepaald
moment wordt uitgedrukt. Discipline heeft als doel training, maar de aard en
methoden van training variëren afhankelijk van de context. Een essentieel
kenmerk van discipline is dat het een vorm van macht is die is ingebed in
microrelaties binnen de samenleving, in tegenstelling tot externe monarchale
macht. Het Panopticon wordt genoemd als een voorbeeld van discipline vanwege
zijn ingebedde aard, waardoor het geschikt is voor preventieve controle.
- De aard van discipline verschilt afhankelijk van de context waarin het
wordt toegepast. In de context van opsluitende straffen, zoals besproken
door Foucault, wordt discipline gekenmerkt door geïndividualiseerde
zielentraining. In tegenstelling tot contexten zoals de fabriek of de
werkplaats, waar discipline meer instrumenteel is, is opsluitende discipline
2
, voornamelijk moreel van aard. De tekst benadrukt dat de elementen van
discipline aanzienlijk verschillen wanneer ze worden toegepast in een
context die voornamelijk instrumenteel is in plaats van moreel.
Binnen privécontrole vervangt winst en verlies de morele taal van strafrecht.
Verlies definieert diefstal maar ook het proberen om diefstal te controleren. Dit
verschil qua definitie is belangrijk voor de manier waarop controle uitgevoerd
wordt en dus voor orde. Binnen privécontrole ligt de nadruk op preventie door de
mogelijkheden om de orde te verstoren af te laten nemen. Hierdoor ontstaat er
een nieuwe groep delinquenten: delinquenten die mogelijkheden creëren voor
het verstoren van de orde. De nadruk ligt niet op degene die een bank overvalt,
maar op degene die de mogelijkheid voor diefstal heeft gecreëerd. Dit houdt dus
in dat controle is veranderd omtrent natuur en disciplinaire macht. Toezicht
verandert zowel als focus als in het doel dat langzaam maar zeker ingebed wordt
in andere structuren en functies (fysieke omgeving en sociale relaties).
Disneyworld
Disneyworld is een plek van constante controle wat te zien is aan de inrichting
van het park, het gedrag van medewerkers die toezicht houden over de grootste
groepen bezoekers en verkleed zijn als Disney-figuren. Controlestrategieën zijn
ingebed in omgevingskenmerken en in structurele betrekkingen (laat
ontwikkeling van discipline dus heel goed zien). De controlestrategieën worden
duidelijk tijdens elke stap, van het parkeren van de auto tot het gebruik van de
monorail. Instructies worden gegeven over parkeren, het onthouden van
locaties, veilig instappen en zich binnen de grenzen van de wagon houden.
Barrières, wegmarkeringen, borden en medewerkers versterken deze
aanwijzingen. Op deze manier wordt controle verweven in een manier waarop
het park werkt zonder dat het door bezoekers wordt opgemerkt. Een belangrijke
consequentie hiervan is dat de uitgeoefende controle consensueel wordt.
Degenen die worden gecontroleerd, stemmen toe met de controle, omdat de
controle in hun perceptie wordt toegepast voor hun eigen bestwil. Als bezoekers
zich misdragen, kunnen ze het park uitgezet worden. Zo wordt ordehandhaving
iets waar bezoekers vrijwillig aan meedoen, maar is er toch nog sprake van
dwang zodra ze het park uitgezet worden. Dit sluit aan op het idee van Foucault
en zijn Panopticon. Je hebt niet het idee dat je direct gezien wordt, maar wordt
toch constant in de gaten gehouden door iedereen. De vraag is dus, is controle
wel nog zo vrijwillig als het lijkt
Op die manier worden de mogelijkheden voor het verstoren van orde
geminimaliseerd. Kortom, binnen Disney is controle ingebed, preventief, subtiel,
samenwerkend en consensueel. Het gebeurt met de medewerking van degenen
die gecontroleerd worden, waardoor de gecontroleerde de bron van hun eigen
controle worden (letten zelf dus ook op of ze zich aan de regels houden).
Feeley, M.M. and Simon, J. (1992). The new penology: notes on the
emerging strategy of corrections and its implications.
Er ontstaat een nieuwe taal omtrent penologie. De focus verschuift van het
individu naar actuariële overwegingen van aggregaten. Hier zitten daarentegen
implicaties aan gebonden:
Het vergemakkelijkt de ontwikkeling van een nieuw type crimineel proces;
Wat meer afhankelijkheid creëert van gevangenisstraf;
Wat de zorg over toezicht en hechtenis samenvoegt;
En verschuift het straffen van individuen naar het managen van aggregaten
van gevaarlijke groepen.
3
, Oude penologie
De oude penologie richt zich voornamelijk op het individu en de intentie. Het
individu is de eenheid van de analyse wat vooral wordt benadrukt in het
strafproces. Het strafrecht richt zich op de intentie om schuld toe te wijzen.
Hierbij wordt ook rekening gehouden met het beschermen van de individu tegen
de machtige staat.
Nieuwe penologie
Tijdens de jaren ’70 en ’80 zou het penale ideologie meer conservatief worden.
Dit zou onderdeel zijn van een grote verandering, waaruit de nieuwe penologie
ontstond dat zich bezighoudt met technieken om groepen te identificeren,
classificeren en beheren en te sorteren op gevaarlijkheid. Het gaat om een
beheerscultuur, ook wel de culture of control. Hierin wordt gestreefd naar
rationaliteit en efficiëntie en ligt de nadruk niet op het transformeren maar op
het beheren. Het systeem probeert te sorteren en te classificeren door de minder
gevaarlijke van de gevaarlijkere te scheiden en rationele controlestrategieën in
te zetten (a.d.h.v. indicatoren).
Onderscheidende kenmerken:
- Een gemeenschappelijke focus op specifieke problemen en een gedeelde
manier om kwesties te formuleren, zonder te worden gereduceerd tot een
set principes
- Een opvallend kenmerk is het nieuwe discours, dat een morele of klinische
beschrijving van individuen vervangt door een actuariële taal van
probabilistische berekeningen en statistische verdelingen toegepast op
populaties
- Een ander kenmerk van de nieuwe penologie is de nadruk op
kwantificering en de verschuiving naar systemische en formele
rationaliteit
Veranderingen hebben in drie verschillende gebieden plaats gevonden…
Nieuwe discoursen: de nadruk begint te liggen op waarschijnlijkheid en het
berekenen van risico van de populatie in plaats van op individuele klinische
diagnose en vergeldende gerechtigheid, waarbij categorieën en
subpopulaties meer de doelwitten worden dan individuen en de nadruk van
rehabilitatie naar crime control verschuift
Beheerscultuur komt centraal te staan: gevaarlijke groepen classificeren,
sorteren en efficiënt beheren
Nieuwe doelstellingen voor het systeem: richt zich niet op het straffen of
rehabiliteren van individuen, maar op het identificeren en beheren van
ongehoorzame groepen, gericht op de rationaliteit van beheersprocessen en
systematische coördinatie in plaats van criminaliteitseliminatie
Deze geherdefinieerde doelstellingen worden versterkt door de nieuwe
discoursen
Instellingen meten hun eigen output als indicatoren voor hun prestaties
Daders met een hoog risico identificeren en hierop lange controle te
behouden en daarnaast te investeren in kortere straffen en minder
ingrijpende controles over daders met een lager risico
Nieuwe technieken: deze technieken richten zich op daders als een
aggregaat in plaats van op individuen en gaat meer om kostenefficiëntie en
theory of incapacitation
Nieuwe technologie om risico te identificeren en te classificeren en
gevaarlijkheid te voorspellen
4
Probleem 1 – Verandering in criminaliteitsaanpak 2
Probleem 1.1 2
- Cohen, Garland, Feeley & Simon, Shearing & Stenning
Probleem 1.2 12
- Aebi et al, Downes & Swaaningen, Schuilenburg, Swaaningen
Probleem 1.3 22
- Malsch, Woude, Molleman, Boone
Probleem 2 - Effectiviteit van interventies 31
Probleem 2.1 31
- Boone, Edgemon & Warner, Goffman
Probleem 2.2 41
- Mears & Cochran, Petrich et al, Phelps, Tollenaar
Probleem 3 – Situationele crime prevention 48
Probleem 3.1 48
- Braga, Eck, Cozens & Love, Douglas
Probleem 4 – Pre crime, big data & algoritmes 59
Probleem 4.1 59
- McCulloch, Brayne, Simmons
Probleem 4.2 66
- Bellanova & de Goede, Donkin, Mugari & Obioha, Podcast
Hoorcolleges 78
Film a Road from Crime 78
Gastcolleges 83
Probleem 1.1
1
,Je gaat je richten op de internationale (voornamelijk Anglo-Saxische)
ontwikkelingen in denken: de opkomst en teloorgang van de Penal Welfare state
en de omschrijving van de beheerscultuur in de laat moderne tijd en
ontwikkelingen die daarmee samenhangen, zoals de uitbreiding van toezicht
vanuit andere instanties, de nieuwe penologie en meer toezicht met als
voorbeeld Disney World. Dit probleem gaat tot ongeveer het begin van deze
eeuw.
L1) Wat is er sinds de Jaren ’50 veranderd in het denken over en de
aanpak van criminaliteit en daden?
Shearing, C.D. & Stenning, P.C. (1984). From the Panopticon to Disney
World: The development of discipline.
Sociale controle
Cohen geeft aan dat de moderne strafrechtelijke praktijk aantoont dat sociale
controle zich steeds meer uitbreidt doordat de maatschappij hier zelf ook steeds
meer betrokken bij raakt. Of deze uitbreiding van sociale controle een
voortzetting zou zijn van patronen uit de 19 e eeuw waarin lichamelijke
bestraffing plaatsmaakte voor gevangenisstraffen valt te bediscussiëren. Zo is
Bottom het hier niet mee eens en vindt dat een cruciaal punt van disciplinaire
gevangenisstraffen ontbreekt, namelijk het trainen van de ziel.
Deze ontwikkelingen zouden plaatsvinden doordat er steeds meer effectieve
preventieve sociale controle geïmplementeerd wordt in de algemene
samenleving buiten het strafrecht om. Denk aan de groeiende ontwikkelingen in
privébeveiliging en -controle. Volgens Shearing & Stenning zouden deze meer
preventief dan punitief zijn en bouwen ze voort op disciplinaire controle.
Surveillance zou volgens Bottom niet hetzelfde zijn als discipline zoals Foucault
die term heeft geïntroduceerd.
Discipline en gevangenisstraffen
Discipline is een soort macht, waarnaast gevangenisstraffen gezien moeten
worden als een instantie van discipline die naleving streeft door middel van
individuele ziel-training. Training is een element van discipline zelf en de soort
varieert per context waarin discipline toegepast wordt. Discipline werkt door in
micro-relaties die de samenleving vormen. Elementen van controle zijn dus
steeds meer ingebed in omgevingsfactoren en structurele relaties. Het
ingebedde karakter van discipline maakt het geschikt als preventief
controlemodel, omdat het toezicht deel gaat uitmaken van de relaties die
gecontroleerd moeten worden.
Het concept van discipline wordt besproken, zoals uiteengezet door Michel
Foucault in "Discipline and Punish". Foucault onderscheidt discipline als een
generiek concept van de specifieke strategieën waarmee het op een bepaald
moment wordt uitgedrukt. Discipline heeft als doel training, maar de aard en
methoden van training variëren afhankelijk van de context. Een essentieel
kenmerk van discipline is dat het een vorm van macht is die is ingebed in
microrelaties binnen de samenleving, in tegenstelling tot externe monarchale
macht. Het Panopticon wordt genoemd als een voorbeeld van discipline vanwege
zijn ingebedde aard, waardoor het geschikt is voor preventieve controle.
- De aard van discipline verschilt afhankelijk van de context waarin het
wordt toegepast. In de context van opsluitende straffen, zoals besproken
door Foucault, wordt discipline gekenmerkt door geïndividualiseerde
zielentraining. In tegenstelling tot contexten zoals de fabriek of de
werkplaats, waar discipline meer instrumenteel is, is opsluitende discipline
2
, voornamelijk moreel van aard. De tekst benadrukt dat de elementen van
discipline aanzienlijk verschillen wanneer ze worden toegepast in een
context die voornamelijk instrumenteel is in plaats van moreel.
Binnen privécontrole vervangt winst en verlies de morele taal van strafrecht.
Verlies definieert diefstal maar ook het proberen om diefstal te controleren. Dit
verschil qua definitie is belangrijk voor de manier waarop controle uitgevoerd
wordt en dus voor orde. Binnen privécontrole ligt de nadruk op preventie door de
mogelijkheden om de orde te verstoren af te laten nemen. Hierdoor ontstaat er
een nieuwe groep delinquenten: delinquenten die mogelijkheden creëren voor
het verstoren van de orde. De nadruk ligt niet op degene die een bank overvalt,
maar op degene die de mogelijkheid voor diefstal heeft gecreëerd. Dit houdt dus
in dat controle is veranderd omtrent natuur en disciplinaire macht. Toezicht
verandert zowel als focus als in het doel dat langzaam maar zeker ingebed wordt
in andere structuren en functies (fysieke omgeving en sociale relaties).
Disneyworld
Disneyworld is een plek van constante controle wat te zien is aan de inrichting
van het park, het gedrag van medewerkers die toezicht houden over de grootste
groepen bezoekers en verkleed zijn als Disney-figuren. Controlestrategieën zijn
ingebed in omgevingskenmerken en in structurele betrekkingen (laat
ontwikkeling van discipline dus heel goed zien). De controlestrategieën worden
duidelijk tijdens elke stap, van het parkeren van de auto tot het gebruik van de
monorail. Instructies worden gegeven over parkeren, het onthouden van
locaties, veilig instappen en zich binnen de grenzen van de wagon houden.
Barrières, wegmarkeringen, borden en medewerkers versterken deze
aanwijzingen. Op deze manier wordt controle verweven in een manier waarop
het park werkt zonder dat het door bezoekers wordt opgemerkt. Een belangrijke
consequentie hiervan is dat de uitgeoefende controle consensueel wordt.
Degenen die worden gecontroleerd, stemmen toe met de controle, omdat de
controle in hun perceptie wordt toegepast voor hun eigen bestwil. Als bezoekers
zich misdragen, kunnen ze het park uitgezet worden. Zo wordt ordehandhaving
iets waar bezoekers vrijwillig aan meedoen, maar is er toch nog sprake van
dwang zodra ze het park uitgezet worden. Dit sluit aan op het idee van Foucault
en zijn Panopticon. Je hebt niet het idee dat je direct gezien wordt, maar wordt
toch constant in de gaten gehouden door iedereen. De vraag is dus, is controle
wel nog zo vrijwillig als het lijkt
Op die manier worden de mogelijkheden voor het verstoren van orde
geminimaliseerd. Kortom, binnen Disney is controle ingebed, preventief, subtiel,
samenwerkend en consensueel. Het gebeurt met de medewerking van degenen
die gecontroleerd worden, waardoor de gecontroleerde de bron van hun eigen
controle worden (letten zelf dus ook op of ze zich aan de regels houden).
Feeley, M.M. and Simon, J. (1992). The new penology: notes on the
emerging strategy of corrections and its implications.
Er ontstaat een nieuwe taal omtrent penologie. De focus verschuift van het
individu naar actuariële overwegingen van aggregaten. Hier zitten daarentegen
implicaties aan gebonden:
Het vergemakkelijkt de ontwikkeling van een nieuw type crimineel proces;
Wat meer afhankelijkheid creëert van gevangenisstraf;
Wat de zorg over toezicht en hechtenis samenvoegt;
En verschuift het straffen van individuen naar het managen van aggregaten
van gevaarlijke groepen.
3
, Oude penologie
De oude penologie richt zich voornamelijk op het individu en de intentie. Het
individu is de eenheid van de analyse wat vooral wordt benadrukt in het
strafproces. Het strafrecht richt zich op de intentie om schuld toe te wijzen.
Hierbij wordt ook rekening gehouden met het beschermen van de individu tegen
de machtige staat.
Nieuwe penologie
Tijdens de jaren ’70 en ’80 zou het penale ideologie meer conservatief worden.
Dit zou onderdeel zijn van een grote verandering, waaruit de nieuwe penologie
ontstond dat zich bezighoudt met technieken om groepen te identificeren,
classificeren en beheren en te sorteren op gevaarlijkheid. Het gaat om een
beheerscultuur, ook wel de culture of control. Hierin wordt gestreefd naar
rationaliteit en efficiëntie en ligt de nadruk niet op het transformeren maar op
het beheren. Het systeem probeert te sorteren en te classificeren door de minder
gevaarlijke van de gevaarlijkere te scheiden en rationele controlestrategieën in
te zetten (a.d.h.v. indicatoren).
Onderscheidende kenmerken:
- Een gemeenschappelijke focus op specifieke problemen en een gedeelde
manier om kwesties te formuleren, zonder te worden gereduceerd tot een
set principes
- Een opvallend kenmerk is het nieuwe discours, dat een morele of klinische
beschrijving van individuen vervangt door een actuariële taal van
probabilistische berekeningen en statistische verdelingen toegepast op
populaties
- Een ander kenmerk van de nieuwe penologie is de nadruk op
kwantificering en de verschuiving naar systemische en formele
rationaliteit
Veranderingen hebben in drie verschillende gebieden plaats gevonden…
Nieuwe discoursen: de nadruk begint te liggen op waarschijnlijkheid en het
berekenen van risico van de populatie in plaats van op individuele klinische
diagnose en vergeldende gerechtigheid, waarbij categorieën en
subpopulaties meer de doelwitten worden dan individuen en de nadruk van
rehabilitatie naar crime control verschuift
Beheerscultuur komt centraal te staan: gevaarlijke groepen classificeren,
sorteren en efficiënt beheren
Nieuwe doelstellingen voor het systeem: richt zich niet op het straffen of
rehabiliteren van individuen, maar op het identificeren en beheren van
ongehoorzame groepen, gericht op de rationaliteit van beheersprocessen en
systematische coördinatie in plaats van criminaliteitseliminatie
Deze geherdefinieerde doelstellingen worden versterkt door de nieuwe
discoursen
Instellingen meten hun eigen output als indicatoren voor hun prestaties
Daders met een hoog risico identificeren en hierop lange controle te
behouden en daarnaast te investeren in kortere straffen en minder
ingrijpende controles over daders met een lager risico
Nieuwe technieken: deze technieken richten zich op daders als een
aggregaat in plaats van op individuen en gaat meer om kostenefficiëntie en
theory of incapacitation
Nieuwe technologie om risico te identificeren en te classificeren en
gevaarlijkheid te voorspellen
4