Recht en Onderneming
Deel I:
H1-2:Inleiding recht + nationaal recht
Alles wordt beheerd tot recht
Regels:
1 ordenen; recht ordent onze samenleving + structuur
2; afdwingen, vb. niet met gsm achter het stuur; regel alleen nut als er sancties zijn;
sanctionering
3 wijzigen of afschaffen; recht evolueert constant; wetten afschaffen als ze geen nut
meer hebben; wetten wijzigen vb. seksueel
Onderscheidf objectief en subjectief recht
- Objectief recht= gheel van rechtstregels het recht zoals het bestaat
- Subjectief recht: de rechten die u ontleent aan het objectief recht
Indeling recht
Onderscheid nationaal- en internationaalrecht
Nationaal: Wordt geproduceerd door Belgische wetgevers
Privaatrecht: overheid houdt zich er buiten; regeling voor relaties tussen burgers
(ook ondernemingen)
o Burgerlijkrecht: regels die de relaties regelen tussen burgers onderling
Vind je in burgerlijk wetboek (BW), dateert van Napoleon "Oud
burgerlijk wetboek" (OBW) art. 13.82, nu vernieuwd + nieuwe
nummering
o Ondernemingsrecht: ordenen, omvat economisch recht, relaties tussen
ondernemingen
WER: wetboek van economisch recht
o Gerechtelijk recht: gerechtelijke organisatie, bepaalt welke rechters we
hebben, bepaalt in eerst instantie heel het gerecht, wie voor wat bevoegd is;
procedures bepalen
Gerechtelijk wetboek GW
Publiekrecht: regels die onze relaties bepalen t.o.v. de overheid (ook
ondernemingen); relatie van de ondernemingen onderling
o Grondwettelijk recht:
Grondwet:
1. Staatstructuur;
2. rechten + vrijheden garanderen (vb. recht op vereniging;
studentenvereniging); persvrijheid, geen cesuur;
3: beginselen + principes; scheiding der machten:
wetgevend, uitvoerend, rechterlijk --> geen dictatuur
o Bestuursrecht: betrekking tot de uitvoerende macht ( federale-; Vlaamse
regeringen)
o Fiscaal recht: Relatie tussen overheid en burger
Staatsinkomsten: inkomensbelastingen
Wetboeken + afzonderlijke wetboeken
o Strafrecht: Geheel van normen die tot het behoud van openbare orde en
veiligheid zorgen
, handelingen strafrechtelijk stationeren, vb. stelen --> bepaalde straf;
klacht neerleggen, parket onderzoekt feiten
openbaar ministerie (OM): brengt voor de rechter, dader bestraffen;
maatschappij bestraft
Strafwetboek + afzonderlijke boeken
o Strafprocesrecht: bepaalt regels over de rechtelijke procedure als het gaat
over strafproces
Wetboek van strafvordering
=>Relevantie van onderscheid tussen privaat recht en publiek recht:
Soort regels:
Privaat: privaatrecht= ondernemingsrecht:
o + suppletiefrecht: regels zijn er maar je kan er van afwijken
o + Aanvullend recht: als er geen afspraak is gemaakt gelden deze regels
Dwingend recht: kan je niet van afwijken => privaatbelang beschermen + consument
Openbare orde: kan je niet van afwijken => regels die maatschappelijk beschermen;
vb. je kan niet kiezen waar je het proces voorbrengt
Publiek recht: openbare onderneming:
Onderscheid publiek- privaatrecht moet je relativeren:
1. sommige rechtsdomeinen zowel regels van publiek recht als regels van privaatrecht;
vb. sociaal recht:
arbeidsrecht: recht m.b.t. werkneming
Individueel arbeidsrecht: recht m.b.t. tot relatie werknemer
werkgever
Collectief arbeidsrecht, collectieve arbeidsovereenkomsten:
afspraken die gelden voor hele sectoren, zowel werkgevers als
werknemers --> geen probleem tussen 2 private domeinen -->
publiek recht
sociaal zekerheidsrecht (onderdeel sociaal recht+ publiek recht):
relatie tussen verzekerden en instellingen van sociale zekerheid
Vb. economisch recht: recht dat bepaalt hoe dat een onderneming zich op de markt
moet gedragen (te maken met publiek recht)
2. Juridisch probleem
Komen uit publiek recht en privaatrecht (regels uit beide)
3. Europees recht: maakt onderscheid niet
4. Overheid: voert meer en meer technieken uit privaatrecht
Vb. ambtenaren (allemaal publiek recht), vandaag de dag neemt de overheid meer
werknemers in dienst (privaatrecht, individueel arbeidsrecht)
Vb. grond nodig? --> onteigenen; vandaag de dag koopt de overheid gronden aan via
koopverkoop overeenkomst
H3: Internationaal recht:
internationale bronnen; internationaal verdrag; ook Europees recht
1. Internationaal privaatrecht (IPR): geeft regels aan die u moet toepassen als u een probleem hebt
met een juridische relatie met een buitenlands element, vb. Belg die een Nederlander aanrijdt in
Nederland
Internationale overeenkomsten
Nationaal - wetboek IPR (internationaal privaatrecht)
Buitenlands recht in België mogelijk, tenzij het strijdig is met openbare orde
,2. Volkerenrecht= internationaal publiek recht: regelt relaties tussen landen onderling, relaties
tussen landen en internationale organisaties (vb. VN)
3. Europees recht
Europese Unie: gebaseerd op 3 grote internationale Europese verdragen
Bepaalde domeinen economisch recht, Europese unie bevoegd
Beginselen:
1. voorrang van het Europees recht (primauteit): Belgische wetgeving onderschikt aan
Europese wetgeving. Conform aan Europese norm; alles in overeenstemming met
Europees recht
!2!. Rechtstreekse werking: burger kan beroep doen op heel wat normen van Europees
recht; niet logisch: meestal zitten er verplichtingen in die verdragen
, Deel 2: Publiek recht
H1: Grondprincipes van de staatsorde
Rechtsstaat
Idee dat een staat een overheid heeft die er niet alleen is voor zichzelf te beschermen maar die in de
eerste plaats is om zijn burgers te beschermen tegen overheid + medeburgers + buitenlandse
overheden.
- Maar nationale grondwetten niet sterk genoeg:
Polen, Hongarije, Slowakije gevaarlijk nu
Duitsland was na woII dictatuur
=> EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens) verdrag na WOII
Rechten die je rechtstreeks kan inroepen
Scheiding tussen de fundamentele rechten van de mens en de staat scherpen
Wetstaat:
idee dat je via wetgeving er moet naar streven om meer gelijkheid te krijgen onder de
burgers + zwakke partijen te beschermen
- Sociale risico’s ondervangen + armoede bestreden door:
Socialezekerheidsrecht
Fiscale subsidiëring
=> dwingend karakter geven
Op den duur zoveel wetgevingen --> overregulering --> deregulering
3 staatsmachten
1. Wetgevende macht:
maakt algemene regels
parlement
2. uitvoerende macht:
Dagelijks bestuur van de staat
Koning + regering
3. Rechterlijke macht:
passen wetgeving toe
Onafhankelijk van elkaar, mogen elkaar geen instructies geven
Vb schending onafhankelijkheid: Anne marie Lisain lid wetgevende macht
Controleren elkaar + hangen wel samen:
Wetgevende macht controleert uitvoerende macht
Koning benoemt rechters
Rechters kunnen besluiten van uitvoerende macht niet toepassen indien ze
tegenstrijdig met grondwet
Democratisch beginsel:
wetgevend orgaan rechtstreeks verkozen
Europese Unie - Europees parlement (medewetgever) met raad van ministers (27)
Deel I:
H1-2:Inleiding recht + nationaal recht
Alles wordt beheerd tot recht
Regels:
1 ordenen; recht ordent onze samenleving + structuur
2; afdwingen, vb. niet met gsm achter het stuur; regel alleen nut als er sancties zijn;
sanctionering
3 wijzigen of afschaffen; recht evolueert constant; wetten afschaffen als ze geen nut
meer hebben; wetten wijzigen vb. seksueel
Onderscheidf objectief en subjectief recht
- Objectief recht= gheel van rechtstregels het recht zoals het bestaat
- Subjectief recht: de rechten die u ontleent aan het objectief recht
Indeling recht
Onderscheid nationaal- en internationaalrecht
Nationaal: Wordt geproduceerd door Belgische wetgevers
Privaatrecht: overheid houdt zich er buiten; regeling voor relaties tussen burgers
(ook ondernemingen)
o Burgerlijkrecht: regels die de relaties regelen tussen burgers onderling
Vind je in burgerlijk wetboek (BW), dateert van Napoleon "Oud
burgerlijk wetboek" (OBW) art. 13.82, nu vernieuwd + nieuwe
nummering
o Ondernemingsrecht: ordenen, omvat economisch recht, relaties tussen
ondernemingen
WER: wetboek van economisch recht
o Gerechtelijk recht: gerechtelijke organisatie, bepaalt welke rechters we
hebben, bepaalt in eerst instantie heel het gerecht, wie voor wat bevoegd is;
procedures bepalen
Gerechtelijk wetboek GW
Publiekrecht: regels die onze relaties bepalen t.o.v. de overheid (ook
ondernemingen); relatie van de ondernemingen onderling
o Grondwettelijk recht:
Grondwet:
1. Staatstructuur;
2. rechten + vrijheden garanderen (vb. recht op vereniging;
studentenvereniging); persvrijheid, geen cesuur;
3: beginselen + principes; scheiding der machten:
wetgevend, uitvoerend, rechterlijk --> geen dictatuur
o Bestuursrecht: betrekking tot de uitvoerende macht ( federale-; Vlaamse
regeringen)
o Fiscaal recht: Relatie tussen overheid en burger
Staatsinkomsten: inkomensbelastingen
Wetboeken + afzonderlijke wetboeken
o Strafrecht: Geheel van normen die tot het behoud van openbare orde en
veiligheid zorgen
, handelingen strafrechtelijk stationeren, vb. stelen --> bepaalde straf;
klacht neerleggen, parket onderzoekt feiten
openbaar ministerie (OM): brengt voor de rechter, dader bestraffen;
maatschappij bestraft
Strafwetboek + afzonderlijke boeken
o Strafprocesrecht: bepaalt regels over de rechtelijke procedure als het gaat
over strafproces
Wetboek van strafvordering
=>Relevantie van onderscheid tussen privaat recht en publiek recht:
Soort regels:
Privaat: privaatrecht= ondernemingsrecht:
o + suppletiefrecht: regels zijn er maar je kan er van afwijken
o + Aanvullend recht: als er geen afspraak is gemaakt gelden deze regels
Dwingend recht: kan je niet van afwijken => privaatbelang beschermen + consument
Openbare orde: kan je niet van afwijken => regels die maatschappelijk beschermen;
vb. je kan niet kiezen waar je het proces voorbrengt
Publiek recht: openbare onderneming:
Onderscheid publiek- privaatrecht moet je relativeren:
1. sommige rechtsdomeinen zowel regels van publiek recht als regels van privaatrecht;
vb. sociaal recht:
arbeidsrecht: recht m.b.t. werkneming
Individueel arbeidsrecht: recht m.b.t. tot relatie werknemer
werkgever
Collectief arbeidsrecht, collectieve arbeidsovereenkomsten:
afspraken die gelden voor hele sectoren, zowel werkgevers als
werknemers --> geen probleem tussen 2 private domeinen -->
publiek recht
sociaal zekerheidsrecht (onderdeel sociaal recht+ publiek recht):
relatie tussen verzekerden en instellingen van sociale zekerheid
Vb. economisch recht: recht dat bepaalt hoe dat een onderneming zich op de markt
moet gedragen (te maken met publiek recht)
2. Juridisch probleem
Komen uit publiek recht en privaatrecht (regels uit beide)
3. Europees recht: maakt onderscheid niet
4. Overheid: voert meer en meer technieken uit privaatrecht
Vb. ambtenaren (allemaal publiek recht), vandaag de dag neemt de overheid meer
werknemers in dienst (privaatrecht, individueel arbeidsrecht)
Vb. grond nodig? --> onteigenen; vandaag de dag koopt de overheid gronden aan via
koopverkoop overeenkomst
H3: Internationaal recht:
internationale bronnen; internationaal verdrag; ook Europees recht
1. Internationaal privaatrecht (IPR): geeft regels aan die u moet toepassen als u een probleem hebt
met een juridische relatie met een buitenlands element, vb. Belg die een Nederlander aanrijdt in
Nederland
Internationale overeenkomsten
Nationaal - wetboek IPR (internationaal privaatrecht)
Buitenlands recht in België mogelijk, tenzij het strijdig is met openbare orde
,2. Volkerenrecht= internationaal publiek recht: regelt relaties tussen landen onderling, relaties
tussen landen en internationale organisaties (vb. VN)
3. Europees recht
Europese Unie: gebaseerd op 3 grote internationale Europese verdragen
Bepaalde domeinen economisch recht, Europese unie bevoegd
Beginselen:
1. voorrang van het Europees recht (primauteit): Belgische wetgeving onderschikt aan
Europese wetgeving. Conform aan Europese norm; alles in overeenstemming met
Europees recht
!2!. Rechtstreekse werking: burger kan beroep doen op heel wat normen van Europees
recht; niet logisch: meestal zitten er verplichtingen in die verdragen
, Deel 2: Publiek recht
H1: Grondprincipes van de staatsorde
Rechtsstaat
Idee dat een staat een overheid heeft die er niet alleen is voor zichzelf te beschermen maar die in de
eerste plaats is om zijn burgers te beschermen tegen overheid + medeburgers + buitenlandse
overheden.
- Maar nationale grondwetten niet sterk genoeg:
Polen, Hongarije, Slowakije gevaarlijk nu
Duitsland was na woII dictatuur
=> EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens) verdrag na WOII
Rechten die je rechtstreeks kan inroepen
Scheiding tussen de fundamentele rechten van de mens en de staat scherpen
Wetstaat:
idee dat je via wetgeving er moet naar streven om meer gelijkheid te krijgen onder de
burgers + zwakke partijen te beschermen
- Sociale risico’s ondervangen + armoede bestreden door:
Socialezekerheidsrecht
Fiscale subsidiëring
=> dwingend karakter geven
Op den duur zoveel wetgevingen --> overregulering --> deregulering
3 staatsmachten
1. Wetgevende macht:
maakt algemene regels
parlement
2. uitvoerende macht:
Dagelijks bestuur van de staat
Koning + regering
3. Rechterlijke macht:
passen wetgeving toe
Onafhankelijk van elkaar, mogen elkaar geen instructies geven
Vb schending onafhankelijkheid: Anne marie Lisain lid wetgevende macht
Controleren elkaar + hangen wel samen:
Wetgevende macht controleert uitvoerende macht
Koning benoemt rechters
Rechters kunnen besluiten van uitvoerende macht niet toepassen indien ze
tegenstrijdig met grondwet
Democratisch beginsel:
wetgevend orgaan rechtstreeks verkozen
Europese Unie - Europees parlement (medewetgever) met raad van ministers (27)