Samenvatting bestuursprocesrecht UvA
Week 1:
- Bestuursorganen: implementatie van wetgeving en daarmee ex nunc vaststellen rechten en
plichten door nemen van besluiten.
- Bestuursrechters: ex nunc toetsen van besluit en dat besluit zo nodig dringend corrigeren.
- Twee maar vaak ook driepartijenrelaties.
Structuur van proces:
Eerst is er een besluit in primo (Bip). Daarna besluit op bezwaar (Bob). Daarna ga je naar de rechtbank
en als je het niet eens bent ga je in Hoger Beroep. De HR vernietigt het besluit en er volgt dan een
nieuw besluit.
Stap 1: is beroep mogelijk?
Volgens art. 8:1 Awb kan door een belanghebbende tegen een besluit beroep worden ingesteld bij de
besuursrechter.
• In art. 8:3 Awb t/m 8:5 Awb zijn er een aantal besluiten uitgezonderd van beroep.
Bijvoorbeeld: algemeen verbindende voorschriften, en beleidsregels.
Stap 2: dient eerst bezwaar te worden gemaakt?
Voordat beroep bij bestuursrechter kan worden ingesteld, dient op grond van art. 7:1 lid 1 Awb eerst
bezwaar te worden gemaakt, tenzij een van de uitzonderingen a t/m g van toepassing.
Stap 3: welke rechter is bevoegd in eerste aanleg?
3a: absolute competentie:
Art. 8:6 Awb → dat het beroep moet worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij op grond van hoofdstuk
3 van de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of op grond van een ander wettelijk voorschrift
een andere bestuursrechter is aangewezen.
3b: relatieve competentie:
Als een rechtbank bevoegd is, speelt vervolgens de vraag naar de relatieve competentie → art. 8:7
Awb bepaalt welke rechtbank (zittingsplaats van BO) bevoegd is.
Stap 4: kan hoger beroep worden ingesteld na de uitspraak in eerste aanleg?
In art. 8:104 Awb is vermeld tegen welke rechterlijke uitspraken hoger beroep kan worden ingesteld.
Stap 5: welke hoger beroepsrechter is bevoegd?
Op grond van art. 8:105 lid 1 Awb, dient hoger beroep te worden ingesteld bij de ABRvS, tenzij een
andere rechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 4 van de bevoegdheidsregeling.
Belanghebbende art. 1:2 Awb
1 van de drie B’s.
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Voor andere dan de eigen belangen is alleen dan een mogelijke rol weggelegd als de potentieel
belanghebbende OF bestuursorgaan, OF rechtspersoon (lid 2 en lid 3).
,Normadressaat vs. OPERA
Normadressaat: degene wiens rechtspositie door een individueel (persoonsgerichte beschikking)
besluit wordt bepaald.
Ben je geen normadressaat → dan naar OPERA-criterium
NB: niet verwarren met geadresseerde besluit en niet verwarren met wie een besluit aanvraagt.
OPERA-criteria:
Objectief: geen emotioneel belang/belang niet alleen in iemands belevingswereld
Persoonlijk: Je dient je te onderscheiden van de amorfe massa. Dit kan ook belanghebbende zijn met
een groep.
Eigen: niet andermans belang behartigen → je komt alleen op voor je eigen belangen
Gaat het om algemene belangen of collectieve belangen?
Collectieve belangen: moet blijken uit (statutaire) doelstellingen en feitelijke werkzaamheden.
Algemene belangen: doelstelling dient voldoende onderscheidend te zijn.
Rechtsstreeeks: er moet een causaal verband zijn tussen het besluit en de aantasting van belangen van
betrokkene. Een tegengesteld belang kan ook.
Actueel: het gaat niet om een besluit waarvan de gevolgen onzeker of toekomstig zijn.
Stappenplan rechtsmiddelen:
1) Is beroep mogelijk? → Een belanghebbende (art. 1:3 Awb) kan tegen een besluit in beroep bij
de bestuursrechter. Ze is belanghebbende, want ze woont ertegenover. Een vergunning is een
beschikking (art. 1:3 Awb). Art. 8:1 Awb. Het is dus een appellabel besluit. NB opera-criterium
hoef je niet uit te werken maar je gaat hem wel af voor jezelf.
2) Art. 7:1 Awb → voordat je naar de bestuursrechter gaat moet je eerst in bezwaar. Er zijn
uitzonderingen (lid 1 sub a t/m g). Bestuursorgaan toetst ex nunc en doelmatig. Je stelt
bezwaar in bij hetzelfde orgaan dat het besluit in primo heeft genomen. Dus in casu het
college.
3) Welke rechter in 1e aanleg?
a. Absolute competentie: art. 8:6 Awb → rechtbank is bevoegd tenzij… in de bijlage
(hoofdstuk 2 bijlage).
b. Relatieve competentie: art. 8:7 Awb → welke rechtbank? Rechtbank van Amsterdam.
In casu is rechtbank Amsterdam bevoegd. Bijvoorbeeld Een APV is niet genoemd in de bijlage
van de Awb.
4) Is er hoger beroep mogelijk?
Art. 8:104 Awb →
5) Art. 8:105 Awb jo. hoofdstuk 4 van de bijlage
, Week 2:
Verloop procedure bij de bestuursrechter
De nieuwe zaaksbehandeling – hoofdpunten NZB
- Maatwerk
- Snel
- Definitieve geschilbeslechting (week 5)
Paraplunorm NZB: procedurele rechtvaardigheid (week 5). Houdt niks anders in dat je je
gehoord wilt voelen.
Kern: als iemand een procedure eerlijk ervaart, dan kan hij leven met de uitkomst, ook als hij
negatief is, houdt hij zich aan de uitkomst, en ervaart hij de beslisser/rechter als
gezaghebbende en legitiem.
Focus op de rol van de rechter: is enigszins veranderd door de NZB
- Snel op zitting
- Onderliggende conflict – conflicten kunnen ook niet juridisch zijn.
- Actief in regierol, maar met ruimte voor partijen
- Mogelijke wijzen van aanpak en uitkomsten van de zaak
- Definitieve geschilbeslechting (week 5)
- Schikking en soms mediation
Vragen om te stellen als rechter: stel als u deze zaak wint/verliest, wat zou dat dan voor u
betekenen/hoe ziet uw wereld er dan uit?
Bestuursorgaan is er niet alleen om te winnen in de zaak. Bijvoorbeeld de burgemeester komt
op voor de belangen in het geheel. Dus moet niet alleen focussen op de belangen van de
overheid maar ook van de burger.
Omvang van het geding (art. 8:69 Awb) (week 3)
Ambtshalve beoordeling van kwesties van openbare orde.
De door partijen bepaalde punten van geschil (art. 8:69 lid 1 Awb). Wat partijen hebben
aangevoerd, stukken etc.
De rechter moet op grondslag van het geschil de rechtsgronden aanvullen (lid 2): de rechter
kent het recht. De rechter moet het juridisch vertalen. Ook moet de rechter kijken naar
bovenliggende regelingen of onderliggende voorschriften.
NB: rechter mag de etiketten niet gebruiken als de burger er niks over heeft gezegd.
- Uitspraak Traumatische ervaringen
De rechter is bevoegd om de feiten aanvullen (lid 3).
De rechter is verplicht om de rechtsgronden aan te vullen (lid 2).
Toetsing aan bepalingen van openbare orde, onder meer;
- Bevoegdheid
- Ontvankelijkheid
o Bestuursrechter beoordeelt niet meer ambtshalve tijdigheid rechtsmiddel in
voorafgaande fase (uitspraak ambtshalve toetsing bezwaar- en beroepstermijn)
Week 1:
- Bestuursorganen: implementatie van wetgeving en daarmee ex nunc vaststellen rechten en
plichten door nemen van besluiten.
- Bestuursrechters: ex nunc toetsen van besluit en dat besluit zo nodig dringend corrigeren.
- Twee maar vaak ook driepartijenrelaties.
Structuur van proces:
Eerst is er een besluit in primo (Bip). Daarna besluit op bezwaar (Bob). Daarna ga je naar de rechtbank
en als je het niet eens bent ga je in Hoger Beroep. De HR vernietigt het besluit en er volgt dan een
nieuw besluit.
Stap 1: is beroep mogelijk?
Volgens art. 8:1 Awb kan door een belanghebbende tegen een besluit beroep worden ingesteld bij de
besuursrechter.
• In art. 8:3 Awb t/m 8:5 Awb zijn er een aantal besluiten uitgezonderd van beroep.
Bijvoorbeeld: algemeen verbindende voorschriften, en beleidsregels.
Stap 2: dient eerst bezwaar te worden gemaakt?
Voordat beroep bij bestuursrechter kan worden ingesteld, dient op grond van art. 7:1 lid 1 Awb eerst
bezwaar te worden gemaakt, tenzij een van de uitzonderingen a t/m g van toepassing.
Stap 3: welke rechter is bevoegd in eerste aanleg?
3a: absolute competentie:
Art. 8:6 Awb → dat het beroep moet worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij op grond van hoofdstuk
3 van de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of op grond van een ander wettelijk voorschrift
een andere bestuursrechter is aangewezen.
3b: relatieve competentie:
Als een rechtbank bevoegd is, speelt vervolgens de vraag naar de relatieve competentie → art. 8:7
Awb bepaalt welke rechtbank (zittingsplaats van BO) bevoegd is.
Stap 4: kan hoger beroep worden ingesteld na de uitspraak in eerste aanleg?
In art. 8:104 Awb is vermeld tegen welke rechterlijke uitspraken hoger beroep kan worden ingesteld.
Stap 5: welke hoger beroepsrechter is bevoegd?
Op grond van art. 8:105 lid 1 Awb, dient hoger beroep te worden ingesteld bij de ABRvS, tenzij een
andere rechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 4 van de bevoegdheidsregeling.
Belanghebbende art. 1:2 Awb
1 van de drie B’s.
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Voor andere dan de eigen belangen is alleen dan een mogelijke rol weggelegd als de potentieel
belanghebbende OF bestuursorgaan, OF rechtspersoon (lid 2 en lid 3).
,Normadressaat vs. OPERA
Normadressaat: degene wiens rechtspositie door een individueel (persoonsgerichte beschikking)
besluit wordt bepaald.
Ben je geen normadressaat → dan naar OPERA-criterium
NB: niet verwarren met geadresseerde besluit en niet verwarren met wie een besluit aanvraagt.
OPERA-criteria:
Objectief: geen emotioneel belang/belang niet alleen in iemands belevingswereld
Persoonlijk: Je dient je te onderscheiden van de amorfe massa. Dit kan ook belanghebbende zijn met
een groep.
Eigen: niet andermans belang behartigen → je komt alleen op voor je eigen belangen
Gaat het om algemene belangen of collectieve belangen?
Collectieve belangen: moet blijken uit (statutaire) doelstellingen en feitelijke werkzaamheden.
Algemene belangen: doelstelling dient voldoende onderscheidend te zijn.
Rechtsstreeeks: er moet een causaal verband zijn tussen het besluit en de aantasting van belangen van
betrokkene. Een tegengesteld belang kan ook.
Actueel: het gaat niet om een besluit waarvan de gevolgen onzeker of toekomstig zijn.
Stappenplan rechtsmiddelen:
1) Is beroep mogelijk? → Een belanghebbende (art. 1:3 Awb) kan tegen een besluit in beroep bij
de bestuursrechter. Ze is belanghebbende, want ze woont ertegenover. Een vergunning is een
beschikking (art. 1:3 Awb). Art. 8:1 Awb. Het is dus een appellabel besluit. NB opera-criterium
hoef je niet uit te werken maar je gaat hem wel af voor jezelf.
2) Art. 7:1 Awb → voordat je naar de bestuursrechter gaat moet je eerst in bezwaar. Er zijn
uitzonderingen (lid 1 sub a t/m g). Bestuursorgaan toetst ex nunc en doelmatig. Je stelt
bezwaar in bij hetzelfde orgaan dat het besluit in primo heeft genomen. Dus in casu het
college.
3) Welke rechter in 1e aanleg?
a. Absolute competentie: art. 8:6 Awb → rechtbank is bevoegd tenzij… in de bijlage
(hoofdstuk 2 bijlage).
b. Relatieve competentie: art. 8:7 Awb → welke rechtbank? Rechtbank van Amsterdam.
In casu is rechtbank Amsterdam bevoegd. Bijvoorbeeld Een APV is niet genoemd in de bijlage
van de Awb.
4) Is er hoger beroep mogelijk?
Art. 8:104 Awb →
5) Art. 8:105 Awb jo. hoofdstuk 4 van de bijlage
, Week 2:
Verloop procedure bij de bestuursrechter
De nieuwe zaaksbehandeling – hoofdpunten NZB
- Maatwerk
- Snel
- Definitieve geschilbeslechting (week 5)
Paraplunorm NZB: procedurele rechtvaardigheid (week 5). Houdt niks anders in dat je je
gehoord wilt voelen.
Kern: als iemand een procedure eerlijk ervaart, dan kan hij leven met de uitkomst, ook als hij
negatief is, houdt hij zich aan de uitkomst, en ervaart hij de beslisser/rechter als
gezaghebbende en legitiem.
Focus op de rol van de rechter: is enigszins veranderd door de NZB
- Snel op zitting
- Onderliggende conflict – conflicten kunnen ook niet juridisch zijn.
- Actief in regierol, maar met ruimte voor partijen
- Mogelijke wijzen van aanpak en uitkomsten van de zaak
- Definitieve geschilbeslechting (week 5)
- Schikking en soms mediation
Vragen om te stellen als rechter: stel als u deze zaak wint/verliest, wat zou dat dan voor u
betekenen/hoe ziet uw wereld er dan uit?
Bestuursorgaan is er niet alleen om te winnen in de zaak. Bijvoorbeeld de burgemeester komt
op voor de belangen in het geheel. Dus moet niet alleen focussen op de belangen van de
overheid maar ook van de burger.
Omvang van het geding (art. 8:69 Awb) (week 3)
Ambtshalve beoordeling van kwesties van openbare orde.
De door partijen bepaalde punten van geschil (art. 8:69 lid 1 Awb). Wat partijen hebben
aangevoerd, stukken etc.
De rechter moet op grondslag van het geschil de rechtsgronden aanvullen (lid 2): de rechter
kent het recht. De rechter moet het juridisch vertalen. Ook moet de rechter kijken naar
bovenliggende regelingen of onderliggende voorschriften.
NB: rechter mag de etiketten niet gebruiken als de burger er niks over heeft gezegd.
- Uitspraak Traumatische ervaringen
De rechter is bevoegd om de feiten aanvullen (lid 3).
De rechter is verplicht om de rechtsgronden aan te vullen (lid 2).
Toetsing aan bepalingen van openbare orde, onder meer;
- Bevoegdheid
- Ontvankelijkheid
o Bestuursrechter beoordeelt niet meer ambtshalve tijdigheid rechtsmiddel in
voorafgaande fase (uitspraak ambtshalve toetsing bezwaar- en beroepstermijn)