WEEK 1 – INTRODUCTIE ................................................................................................................ 2
LITERATUUR ......................................................................................................................................... 2
H1 – Wat is sociologie? ................................................................................................................. 2
H2 – Sociologische theorieën en methoden.................................................................................... 8
Waarheen met de sociologische studie van misdaad? – Robert J. Sampson ....................................19
De sociologische verbeeldingskracht – C. Wright Mills ...................................................................20
HOORCOLLEGE................................................................................................................................... 21
WERKGROEP ...................................................................................................................................... 26
WEEK 2 – SOCIALE VERANDERING ................................................................................................ 27
LITERATUUR ....................................................................................................................................... 27
H7 – Economie, verzorgingsstaat & politiek ...................................................................................27
H18 – Sociale verandering: Moderne en postmoderne samenlevingen ............................................33
Gang Research in the Twenty-first Century – Moore & Stuart ..........................................................37
HOORCOLLEGE................................................................................................................................... 40
WERKGROEP ...................................................................................................................................... 48
WEEK 3 – SOCIALISATIE ............................................................................................................... 49
LITERATUUR ....................................................................................................................................... 49
H3 – Cultuur ................................................................................................................................49
H4 – Socialisatie: van jeugd tot ouderdom .....................................................................................55
H11 – Deviant gedrag ...................................................................................................................58
Intergenerationele overdracht en criminele families: introductie ....................................................64
HOORCOLLEGE................................................................................................................................... 67
WERKGROEP ...................................................................................................................................... 75
WEEK 4 – SOCIALE GROEPEN ....................................................................................................... 78
LITERATUUR ....................................................................................................................................... 78
H6 – Groepen en organisaties .......................................................................................................78
H12 – Migratie & etnische diversiteit .............................................................................................83
H17 – Bevolking & verstedelijking ..................................................................................................87
Outlaw bikers in the Netherlands: clubs, social criminal organizations, or gangs – Blokland et al. ....91
HOORCOLLEGE................................................................................................................................... 93
WEEK 5 – SOCIALE ONGELIJKHEID ............................................................................................... 99
LITERATUUR ....................................................................................................................................... 99
H8 – Sociale stratificatie...............................................................................................................99
H9 – Mondiale stratificatie: arm en rijk op wereldschaal ............................................................... 104
Privatizing criminal stigma: Experience, intergroup contact, and public views about publicizing arrest
records – Lageson et al. ............................................................................................................. 108
HOORCOLLEGE................................................................................................................................. 110
1
,WEEK 1 – INTRODUCTIE
LITERATUUR
H1 – WAT IS SOCIOLOGIE?
1.1 Het sociologisch perspectief
Sociologie: systematisch onderzoek van de menselijke samenleving.
Sociologisch perspectief: het specifieke gezichtspunt van sociologie waarmee in het leven en gedrag
van individuen algemene maatschappelijke patronen zichtbaar worden.
Mensen die een positie van buitenstaander innemen of een sociale crisis doormaken zullen eerder het
sociologisch perspectief hanteren.
1) Hoe we het algemene in het bijzondere kunnen zien
Peter Berger ziet het sociologisch perspectief als het algemene in het bijzondere: de sociologie helpt ons
om in het gedrag van bepaalde mensen algemene patronen te ontdekken.
2) Hoe we het ongewone in het bekende kunnen zien
Veel mensen hebben de ervaring dat de sociologische visie ertoe leidt dat we in het bekende het
ongewone gaan zien.
Het sociologisch perspectief brengt met zich mee dat we het bekende idee dat we zelf bepalen hoe ons
leven eruitziet, moeten loslaten voor de in eerste instantie vreemde gedachte dat de samenleving onze
beslissingen en onze ervaringen beïnvloedt.
Voorbeelden hoe de samenleving ons beïnvloedt (1):
• Besluit om kinderen te krijgen
Waar komen deze verschillen vandaan?
o Scholing
o Economische mogelijkheden
o Geen anticonceptie
o Geneigd zijn thuis te blijven (ipv werken)
o Pensioenvoorzieningen: in veel niet-westerse landen zijn je kinderen je pensioenvoorziening;
je kinderen zullen voor je zorgen als je oud wordt.
o Economie in tijden van crisis
3) Persoonlijke keuzes in hun sociale context
Voorbeelden hoe de samenleving ons beïnvloedt (2):
• Zelfdoding
Bij welke categorie mensen is vaker sprake van zelfdoding?
o Mannen: mannen hadden meer vrijheid dan vrouwen, en meer vrijheid betekent een groter
sociaal isolement.
o Protestants: minder gebonden aan tradities dan katholieken en joden, en rituelen van
katholieken en joden dragen bij tot sterkere sociale banden.
o Welvarend: rijkere mensen ervaren meer vrijheid dan arme mensen.
o Ongehuwd
Verklaring: sociale integratie: mensen met sterke sociale banden zullen minder gauw tot
zelfdoding overgaan dan mensen met zwakke sociale banden.
Het lagere zelfdodingscijfer bij vrouwen weerspiegelt hun geringe sociale keuzemogelijkheden,
ofwel hun grotere mate van sociale integratie. Er is bij vrouwen dus sprake van sterke sociale
banden.
2
, Conclusie: in het gedrag van afzonderlijke individuen kunnen we algemene sociologische patronen
ontdekken.
4) Kijken als een socioloog: marginaliteit en crisis
Iedereen kan de wereld vanuit het sociologisch perspectief leren zien.
Twee verschijnselen die daarbij kunnen helpen:
1. Bestaan in de marges van de samenleving
2. Doormaken van sociale crisis
» Hoe groter de marginaliteit van een individu, hoe makkelijker diegene in staat is om het
sociologisch perspectief te hanteren.
Perioden waarin de samenleving veel verandering ondergaat of in een crisis verkeert, kunnen ons uit ons
evenwicht brengen en ons bewegen tot het aannemen van de sociologische visie.
1.2 Het belang van een mondiale visie
Na de WOII heeft de nieuwe informatietechnologie de verste uithoeken van de wereld dichterbij gebracht.
Ook heeft de uitvinding van de transportcontainer rond het midden van de 20ste eeuw gezorgd voor een
enorme toename aan producten die van over de hele wereld met groot gemak verscheept worden.
Mondiaal / globaal perspectief: het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze
samenleving daarin inneemt.
Het mondiaal bewustzijn vormt een belangrijk onderdeel van het sociologisch perspectief, omdat de
positie die onze samenleving in de wereld inneemt alle leden van onze samenleving beïnvloedt.
Welke betekenis heeft het globale perspectief voor de sociologie:
• Een globaal bewustzijn is een logisch verlengstuk van het sociologisch perspectief:
sociologie laat ons zien dat onze positie in de samenleving zeer veel invloed heeft op de
ervaringen die we in ons leven opdoen.
Drie categorieën waarin we de wereld adhv het niveau van hun economische ontwikkeling kunnen
onderverdelen:
1. Hoge-inkomenslanden: de rijkste landen met de hoogste algemene levensstandaard.
O.a. Scandinavië, Nederland, VS, Canada, Argentinië, Zuid-Afrika, Israël, Saoedi-Arabië.
Gezamenlijk leveren zij de meeste goederen en diensten en hun inwoners bezitten het merendeel
van de rijkdommen die de wereld te bieden heeft (kwestie van geluk).
2. Middeninkomenslanden: landen met een levensstandaard die we, als we de wereld in zijn
geheel bekijken, gemiddeld kunnen noemen.
O.a. Oost-Europese landen, sommige Afrikaanse landen en vrijwel alle Latijns-Amerikaanse en
Aziatische landen.
De inwoners wonen zowel op het platteland als in steden en verplaatsen zich zowel te voet als
per dier, tractor, scooter, fiets of auto.
Er bestaat grote sociale ongelijkheid; sommige mensen zijn extreem rijk (Noord-Afrika), maar de
eesten leven onder slechte omstandigheden.
3. Lage-inkomenslanden: landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm
zijn.
O.a. in Afrika en Azië.
Sommige mensen zijn extreem rijk, maar de meeste mensen leven onder erbarmelijke
omstandigheden, en er zijn voor hen weinig mogelijkheden om hun situatie te verbeteren.
3
, Redenen waarom we de situatie in rijke westerse landen vergelijken met die in andere landen:
1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven.
2. De contacten tussen samenlevingen zijn zeer sterk toegenomen.
o De informatietechnologie heeft ervoor gezorgd dat beelden, geluiden en documenten
binnen enkele seconden over de gehele wereld verstuurd kunnen worden.
o Ook de toegenomen mogelijkheden om te reizen hebben de contacten tussen mensen
uit verschillende landen vergroot.
o Rijke landen hebben invloed op wat er in andere landen gebeurt: sociale problemen in
arme landen zijn vaak het gevolg van hun productie voor rijke landen.
Tegelijkertijd ontstaat er maatschappelijke onrust en discussie over de komst van deze
mensen.
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn elders veel
ernstiger.
4. Globaal denken helpt ons meer inzicht in onszelf te krijgen.
Samenvattend, in een wereld waarin de onderlinge contacten tussen mensen voortdurend toenemen,
kunnen we onszelf alleen begrijpen naar de mate waarin wij anderen begrijpen.
Sociologie nodigt ons uit om op een andere manier naar de wereld om ons heen te kijken.
1.3 Het sociologisch perspectief in de praktijk
Redenen waarom het hanteren van het sociologisch perspectief zinvol is:
1. Sociologie speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van de wetten en
overheidsmaatregelen die ons leven beïnvloeden.
2. Op individueel niveau bevordert het sociologisch perspectief onze persoonlijke groei en
bewustwording.
Vier positieve effecten van de sociologie:
1. Aan de hand van het sociologisch perspectief kunnen we nagaan wat er wel en niet
klopt aan het ‘alledaagse denken’.
2. Het sociologisch perspectief geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en de
hindernissen die we in het dagelijks leven tegenkomen.
3. Het sociologisch perspectief geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te spelen in de
samenleving waarvan we deel uitmaken.
4. De sociologie helpt ons om in een wereld te leven die zich kenmerkt door diversiteit.
3. Een studie van de sociologie is een uitstekende voorbereiding op de arbeidsmarkt.
1.4 Het ontstaan van de sociologie
Als individu word je mede gevormd door de geschiedenis.
1) Sociale veranderingen en sociologie
De ingrijpende veranderingen die zich in de 18e en 19e eeuw in Europa voltrokken, zorgen dat mensen
meer gingen nadenken over de samenleving en hun eigen positie daarin.
Drie belangrijke veranderingen die een transformatie van de samenleving teweegbrachten:
1. Industrialisering
Eind 18e eeuw introduceerden uitvinders nieuwe energiebronnen (waterkracht en stoom)
waarmee zij grote machines aan het werk konden zetten.
Dit had tot gevolg dat mensen die hun arbeid oorspronkelijk thuis of in een kleine, hechte groep
verrichten, werden opgenomen in een groot en anoniem leger van arbeidskrachten.
Door deze veranderingen in het productiestelsel moesten. Mensen hun vertrouwde omgeving
verlaten. Er ontstond een scheiding tussen werk en privé. De tradities die hun leefomgeving
eeuwenlang bepaald hadden, kwamen in het gedrang.
2. De groei van steden
Landeigenaren wilden onvoldoende grond hebben om hun schapen te kunnen laten grazen om te
kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar wol van de snelgroeiende textielindustrie.
4