Didactiek Frans
FRANS: WETTELIJKE BEPALING
3. EINDTERMEN VAN HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS
Eindterm = Dingen die leerlingen moeten kunnen tegen het eind van het 6de leerjaar
- In de eindtermen draait het voornamelijk rond het verwerven van
vaardigheden.
o = het oefenen van de vaardigheden
- Ze vertrokken vanuit taaltaken die leerlingen in relevante situaties kunnen
uitvoeren
o = ze willen dat je vaardigheden oefent in contexten die je in het echte leven
tegenkomt
3.1. DE EINDTERMEN VOOR FRANS: OPBOUW
De eindtermen bestaan uit 2 grote delen
1. Vaardigheden
2. Kennis en attitudes
3.1.1. DEEL 1: VAARDIGHEDEN
we vinden hierbij 5 deeltitels (= De 5 vaardigheden)
- per vaardigheid komen in de eindtermen vijf elementen aan bod:
o de taaltaken
o de tekstkenmerken
o het verwerkingsniveau
o de tekstsoorten
o de strategieën
Aan wat moet een tekst voldoen
om deze te kunnen gebruiken?
- Heldere uitspraak, goede
articulatie…
- Zie kader hiernaast
Wat wil je van een leerling
wordt bepaald door:
1) De taaltaken
- De eindtermen omschrijven wat
we precies mogen verwachten
van onze leerlingen.
- Wat ze moeten kunnen is
afhankelijk van de tekstsoort en
het verwerkingsniveau
2) De tekstsoort
- 4 verschillende tekstsoorten in
de basisschool
a. Informatieve teksten
b. Prescriptieve teksten
c. Narratieve teksten
d. Artistiek-literaire teksten
3) Het verwerkingsniveau
,Didactiek Frans
- Elke taak moet op een bepaald verwerkingsniveau uitgevoerd worden.
o Kopiërend, beschrijvend , structurerend, (beoordelend enkel in secundair)
Indien nodig passen de leerlingen strategieën toe
Volgens kolommen werken
- Betekenis afleiden uit transparante woorden
o Bij welke vaardigheden? Lezen en luisteren
- Je eigen tekst nakijken
o Bij welke vaardigheden? Bij schrijven
- Gebruik maken van ondersteunende lichaamstaal
o Bij welke vaardigheden? Bij luisteren, bij spreken
Strategieën:
- betekenis uit context halen
- gebruik maken van visueel materiaal
3.1.2. DEEL 2 : KENNIS EN ATTITUDES
bestaat uit 2 elementen
1) kennis (woordenschat en grammatica)
2) de attitudes waaraan leerlingen moeten werken
Kennis De eindtermen besteden ook aandacht aan de woordenschat en
zinsconstructies om tot de doelgerichte communicatie te kunnen
komen.
- De leerlingen moeten de woordenschat en grammatica kennen
om te kunnen communiceren.
attitudes De leerlingen moeten ook bereid zijn om Frans te spreken, luisteren,
lezen en schrijven.
- Ze moeten dit durven
- Ze moeten streven naar taalverzorging
- Ze moeten belangstelling tonen naar andere talen
3.2. DE EINDTERMEN VOOR FRANS
p. 9 – 14 in Frans: wettelijke bepaling
4 LEERPLANNEN
- Het Ministerie van Onderwijs legt de eindtermen vast.
- De drie onderwijskoepels (GO!, OVSG, KOV) en vertalen dit naar leerplandoelen.
- De leerkracht zet deze leerplandoelen dan nog eens om in leerdoelen voor de
leerlingen.
4.1. KRACHTLIJNEN EN KEUZES VAN DE LEERPLANNEN
- Er zijn kleine verschillen tussen de leerplannen
o MAAR het belang van de vaardigheden, het ontwikkelen van de attitudes en
de ondersteunde rol van kennis en schrijven is overal te vinden.
- OVSG, GO! En KOV stelden een gemeenschappelijke basiswoordenlijst op.
o Dit is identiek voor de 3 onderwijskoepels.
o Is opgenomen in het leerplan.
Handig voor het secundair onderwijs
- Over de leerplandoelen maakten ze eigen keuzes.
, Didactiek Frans
GO! OVSG (Leer ZILL (KOV)
= Lokaal) = Zin in leren! Zin in
gemeenschapsonde = leven!
rwijs Onderwijsverenigi
ng van Steden en
Gemeenten
Dezelfde verwoording Doelen soms anders verwoord dan eindtermen
als eindtermen Soms opgesplitst in deeldoelen
Soms extra doelen
Dezelfde volgorde als Andere volgorde dan eindtermen
eindtermen
Aparte doelen voor kennis Geen aparte doelen voor
kennis
4.2. HOE GEBRUIK JE DE LEERPLANNEN?
Je stelt jezelf de volgende vragen:
1. Welke vaardigheden komen aan bod?
2. Welke tekstsoorten komen aan bod?
3. Welke strategieën komen expliciet aan bod?
4. Rond welk woordenschatthema wordt gewerkt en/of welke grammatica komt
aan bod?
5. Welke attitudes komen expliciet aan bod?
- Noteer de nummering + de volledige omschrijving
- Als het doel bestaat uit verschillende deeldoelen
o Kies dan het meest specifieke doel
- Als er verschillende vaardigheden zijn
o Dan is het normaal dat je meer doelen selecteert
o MAAR kies er niet te veel
Blijf kijken naar het geheel
- GO en OVSG: doelen kiezen in woordenschat of grammatica
- ZILL: zoek tussen de vaardigheden de kennis en grammatica
4.3. HET LEERPLAN GO!
- dezelfde verwoording en dezelfde volgorde als de eindtermen
o de leerplandoelen worden wel geconcretiseerd
- Er zijn ook aparte doelen voor kennis (niet in ZILL)
- Er zijn ook een aantal doelstellingen als differentieel aangeduid.
o Dit behoort niet tot de basisdoelen maar dient als differentiatie naar boven
toe.
o Bv. voor lezen en schrijven
FRANS: WETTELIJKE BEPALING
3. EINDTERMEN VAN HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS
Eindterm = Dingen die leerlingen moeten kunnen tegen het eind van het 6de leerjaar
- In de eindtermen draait het voornamelijk rond het verwerven van
vaardigheden.
o = het oefenen van de vaardigheden
- Ze vertrokken vanuit taaltaken die leerlingen in relevante situaties kunnen
uitvoeren
o = ze willen dat je vaardigheden oefent in contexten die je in het echte leven
tegenkomt
3.1. DE EINDTERMEN VOOR FRANS: OPBOUW
De eindtermen bestaan uit 2 grote delen
1. Vaardigheden
2. Kennis en attitudes
3.1.1. DEEL 1: VAARDIGHEDEN
we vinden hierbij 5 deeltitels (= De 5 vaardigheden)
- per vaardigheid komen in de eindtermen vijf elementen aan bod:
o de taaltaken
o de tekstkenmerken
o het verwerkingsniveau
o de tekstsoorten
o de strategieën
Aan wat moet een tekst voldoen
om deze te kunnen gebruiken?
- Heldere uitspraak, goede
articulatie…
- Zie kader hiernaast
Wat wil je van een leerling
wordt bepaald door:
1) De taaltaken
- De eindtermen omschrijven wat
we precies mogen verwachten
van onze leerlingen.
- Wat ze moeten kunnen is
afhankelijk van de tekstsoort en
het verwerkingsniveau
2) De tekstsoort
- 4 verschillende tekstsoorten in
de basisschool
a. Informatieve teksten
b. Prescriptieve teksten
c. Narratieve teksten
d. Artistiek-literaire teksten
3) Het verwerkingsniveau
,Didactiek Frans
- Elke taak moet op een bepaald verwerkingsniveau uitgevoerd worden.
o Kopiërend, beschrijvend , structurerend, (beoordelend enkel in secundair)
Indien nodig passen de leerlingen strategieën toe
Volgens kolommen werken
- Betekenis afleiden uit transparante woorden
o Bij welke vaardigheden? Lezen en luisteren
- Je eigen tekst nakijken
o Bij welke vaardigheden? Bij schrijven
- Gebruik maken van ondersteunende lichaamstaal
o Bij welke vaardigheden? Bij luisteren, bij spreken
Strategieën:
- betekenis uit context halen
- gebruik maken van visueel materiaal
3.1.2. DEEL 2 : KENNIS EN ATTITUDES
bestaat uit 2 elementen
1) kennis (woordenschat en grammatica)
2) de attitudes waaraan leerlingen moeten werken
Kennis De eindtermen besteden ook aandacht aan de woordenschat en
zinsconstructies om tot de doelgerichte communicatie te kunnen
komen.
- De leerlingen moeten de woordenschat en grammatica kennen
om te kunnen communiceren.
attitudes De leerlingen moeten ook bereid zijn om Frans te spreken, luisteren,
lezen en schrijven.
- Ze moeten dit durven
- Ze moeten streven naar taalverzorging
- Ze moeten belangstelling tonen naar andere talen
3.2. DE EINDTERMEN VOOR FRANS
p. 9 – 14 in Frans: wettelijke bepaling
4 LEERPLANNEN
- Het Ministerie van Onderwijs legt de eindtermen vast.
- De drie onderwijskoepels (GO!, OVSG, KOV) en vertalen dit naar leerplandoelen.
- De leerkracht zet deze leerplandoelen dan nog eens om in leerdoelen voor de
leerlingen.
4.1. KRACHTLIJNEN EN KEUZES VAN DE LEERPLANNEN
- Er zijn kleine verschillen tussen de leerplannen
o MAAR het belang van de vaardigheden, het ontwikkelen van de attitudes en
de ondersteunde rol van kennis en schrijven is overal te vinden.
- OVSG, GO! En KOV stelden een gemeenschappelijke basiswoordenlijst op.
o Dit is identiek voor de 3 onderwijskoepels.
o Is opgenomen in het leerplan.
Handig voor het secundair onderwijs
- Over de leerplandoelen maakten ze eigen keuzes.
, Didactiek Frans
GO! OVSG (Leer ZILL (KOV)
= Lokaal) = Zin in leren! Zin in
gemeenschapsonde = leven!
rwijs Onderwijsverenigi
ng van Steden en
Gemeenten
Dezelfde verwoording Doelen soms anders verwoord dan eindtermen
als eindtermen Soms opgesplitst in deeldoelen
Soms extra doelen
Dezelfde volgorde als Andere volgorde dan eindtermen
eindtermen
Aparte doelen voor kennis Geen aparte doelen voor
kennis
4.2. HOE GEBRUIK JE DE LEERPLANNEN?
Je stelt jezelf de volgende vragen:
1. Welke vaardigheden komen aan bod?
2. Welke tekstsoorten komen aan bod?
3. Welke strategieën komen expliciet aan bod?
4. Rond welk woordenschatthema wordt gewerkt en/of welke grammatica komt
aan bod?
5. Welke attitudes komen expliciet aan bod?
- Noteer de nummering + de volledige omschrijving
- Als het doel bestaat uit verschillende deeldoelen
o Kies dan het meest specifieke doel
- Als er verschillende vaardigheden zijn
o Dan is het normaal dat je meer doelen selecteert
o MAAR kies er niet te veel
Blijf kijken naar het geheel
- GO en OVSG: doelen kiezen in woordenschat of grammatica
- ZILL: zoek tussen de vaardigheden de kennis en grammatica
4.3. HET LEERPLAN GO!
- dezelfde verwoording en dezelfde volgorde als de eindtermen
o de leerplandoelen worden wel geconcretiseerd
- Er zijn ook aparte doelen voor kennis (niet in ZILL)
- Er zijn ook een aantal doelstellingen als differentieel aangeduid.
o Dit behoort niet tot de basisdoelen maar dient als differentiatie naar boven
toe.
o Bv. voor lezen en schrijven